De Volkskrant deed in zijn openingsartikel op dinsdag 26 november verslag van de jongste popcultuur: de Popjihad, waarvan de leden Popjidhadi’s worden genoemd. Het gaat hier om orthodoxe Nederlandse moslims, zowel bekeerlingen als ‘oorspronkelijke’ moslims, veelal van Marokkaanse huize, jongens en meisjes, vaak ijselijk jong, die besloten hebben hun harpen aan de wilgen te hangen en de gang naar Syrië te maken: op jihad tegen het blasfemische, want shi’itische, bewind van dictator Assad. De Popjihadi’s worden gekenmerkt door een eigen stijl zoals het geval is bij alle popculturen. Bij voorkeur dragen de mannen baarden en zjellaba’s, en zijn de vrouwen voorzien van de zwaarste vormen van sluiering. Hun fanatisme wordt gevoed door websites die de jihad verheerlijken middels foto’s en filmpjes van mannen en vrouwen aan het front en teksten afkomstig van bekende, onbekende of zelfbenoemde imams die de ‘ware’ moslims oproepen ten strijde te gaan op de weg van God.
In een commentaar dat van mij gevraagd werd voor het EO-programma Dit is de Dag op dinsdag 26 november karakteriseerde ik deze nieuwe popcultuur als een ‘cultus des doods’. Mijn redenering was dat een popcultuur op een geheel eigen manier het leven wil vieren, maar dat in het geval van de Popjihad het doel is de dood te vieren. Een blik op de diverse sites en YouTubefilmpjes maakt duidelijk wat ik bedoel. Het sterven voor de goede zaak is de grootste eer die een moslim kan overkomen, zo is de redenering. Bovendien verschaft de martelaarsdood de moslim de toegang tot het paradijs met zijn spreekwoordelijke eeuwige maagden en hemels lichamelijk genot in de nabijheid van de Allerhoogste. Wie wil dat niet?
Een van de Arabische woorden voor sterven is ‘oestoesjhida’, wat zoveel betekent als het sterven als ‘sjahied’, wat martelaar betekent. Het woord wordt (vaak in een iets andere vorm) veel gebruikt in het Syrië van nu. De website van De Ware Religie brengt de betekenis ervan onder woorden in haar vermelding van de dood van Abu Jandal uit Delft: ‘Zevende Nederlandse Mujahied (jihadstrijder, JJdR) verkrijgt martelaarschap in Syrië’. De gesneuvelde bracht het eerder aldus onder woorden:
“Je gaat toch een keer dood, dus dan zou het geweldig zijn als je voor een nobel doel sterft. Wij weten ook uit de overleveringen dat alle zonden worden gewist bij de eerste druppel bloed die je laat vallen op het slagveld als Martelaar, dus je kijkt zelfs uit naar deze druppel.”
Een cultus des doods, het lijkt me evident dat daar sprake van is bij de Popjihad.
Daags na het interview bedacht ik echter dat er nog meer popculturen bestaan waar de dood centraal staat, of liever gezegd, de satan. De Noorse Black Metal met muzikant Varg (Wolf) Vikernes is er een voorbeeld van. Black Metal is een muziekvorm en een popcultuur waarin al het slechte van de mens wordt benadrukt en zelfs verheerlijkt. Satan als het symbool van het ultieme kwaad wordt aanbeden en Black Metal concerten staan niet bepaald bekend als rustig kabbelende muzikale bijeenkomsten. Verre van dat.
De Popjihadcultuur en Black Metal over een kam scheren is evenwel volkomen onterecht. Verheerlijkt Black Metal de dood en het kwaad, het is toch echt niet de bedoeling dat de aanhangers ervan naar een voortijdige dood streven om in het Walhalla terecht te komen, ook al fantaseren ze over de dood, en leidt het geweld in de kringen soms zelfs tot moord, zoals in het geval van Vikernes, die een bandlid doodde.
Maar in het geval van de Popjihad is het uitdrukkelijk de bedoeling de dood te zoeken om martelaar te worden. Je krijgt bijna de indruk dat je als Popjihadi een loser bent als je levend terugkeert uit Syrië.
De moeders van de Popjihadi’s zijn zielsbedroefd over het vertrek van hun kinderen, maar de reacties van de jihadgangers zijn keihard. Zo werd Jolanda, moeder van vertrokken bekeerling Robin op de website van De Ware Religie neergezet als iemand die ‘jammert’ en die wel eens wat begrip mocht hebben voor de ‘duizenden Syrische zonen die inmiddels het leven hebben gelaten.’
De Popjihadcultuur is geen verrijking van de Nederlandse cultuur, integendeel, en de vraag is hoe we ervoor kunnen zorgen dat deze cultuur niet groeit, en bij voorkeur verdwijnt.
Het antwoord op die laatste vraag ligt, wat mij betreft, vooral bij de moslimgemeenschappen in Nederland zelf. De ouders van de kinderen, de moskeeën, de islamitische welzijnsorganisaties. Zij kunnen met een beroep op die andere, de levendmakende interpretatie van de islam, de jongens en meisjes wijzen op de mogelijkheid iets van hun leven als moslim in dit land te maken. De jihad om een goed moslim te zijn, te laten zien dat islam echt vrede en welvaart betekent, dat is uiteindelijk een veel grotere en veel moeilijkere uitdaging dan het zoeken van een dood die voor de Popjihadi zelf misschien het grootste geluk is, maar voor vrijwel iedereen die hij of zij nalaat het grootste ongeluk.
Jan Jaap de Ruiter is arabist aan Tilburg University. De foto bij dit artikel komt van Warereligie.nl.