Vrijdag bezocht ik in de Amsterdamse RAI de carrièrebeurs, samen met Claudine, een hele knappe vrouw van 32 met Nederlands paspoort. Haar huidskleur is zo zwart als zwarte Piet, haar CV heeft deze talentvolle vrouw zoveel mogelijk ontdaan van alle elementen die aan haar geboorteland Rwanda herinneren. Ze is op haar 25e naar Nederland gekomen en heeft zeven jaar later een prachtige zoon van een Nederlandse man en een HBO diploma op zak. En ze zit in Breda al negen maanden zonder werk, bijna moedeloos.
Ze had bij het zoeken naar een stage gemerkt dat ze veel vaker uitgenodigd werd met haar blank gepolijste ‘witte’ CV. Vlak daarvoor kreeg ik een mooie vraag van mijn Poolse kapster over het Zwarte Pieten-verhaal. Zwarte Piet is ongeveer de enige zwarte in dit land waarvan niet door rechtse,blanke bisschopsidolaten gezegd wordt dat’ ie beter werk kan zoeken in zijn eigen land.
Mijn Poolse kapster spreekt na twintig jaar in Nederland de taal nog steeds niet goed, ze wist zich goed te herinneren hoe haar de Zwarte Piet traditie werd uitgelegd. Deze St. Nicolaasknecht zou pikzwart worden bij het afdalen in de schoorsteen bij het bezorgen van de pakjes. Het voor haar niet alledaagse woord ‘schoorsteen’ moest ik haar een beetje bij helpen. ‘Wat vond je van die verklaring?’, vroeg ik. ‘Iemand kan toch nooit helemaal zwart worden van een paar roetvlekken?’, was haar logische tegenvraag.
Daarna vertelde ik over de witgewassen CV van Claudine, de Rwandese, en dat die zo haar kansen op een baan wilde vergroten. Een kapster met niet Nederlandse achtergrond kan in 1 knipbeurt in tien minuten in een soort proeve van bekwaamheid een werkgeefster overtuigen dat ze haar vak verstaat, dat wordt ingewikkelder voor een net afgestudeerde hbo’er. Zeker als ze eerst op moet vallen in een stapeltje sollicitatiebrieven van nog zestig werkzoekenden in deze tijd van massawerkloosheid.
Racisme is in Nederland niet altijd zo zwart wit als het woord veronderstelt. Daarom is op dat issue in een publiek debat in een open democratie soms ook lastig precies de vinger op de zere plek te leggen. Claudine kon een vrijkaartje krijgen via de website van een bedrijf voor een deel van de carrièrebeurs voor haar vakgebied. Ik moest er een kopen voor 15 euro, ik was niet gekwalificeerd volgens de computervoorwaarden.
Maar toen we even verder wilden naar een ander deel van de beurs hield een blanke suppoost ons tegen. Zij mocht niet door, daar was haar kaartje niet geldig. Zijn Turks uitziende collega keek even op en neer naar de goed geklede Claudine en haar mooie zwarte krullen en zei: ’Hij heeft een kaartje wat overal geldig is, jij mag wel met hem mee.’
Ik kon Claudine gelukkig wat optimistischer maken met wat bruikbare tips en trucs om haar CV te verbeteren en advies geven hoe je het best een goed gesprek begint op een beurs. We raakten aldus in gesprek met een personeelsfunctionaris van de Nederlandse Bank. Een oerconservatief Hollands instituut. Zo iemand die bij het horen van het land Rwanda ogenblikkelijk denkt aan de genocide van 1994, toen de twee inheemse bevolkingsgroepen, de Hutu’s en Tutsi’s in 100 dagen tijd op gruwelijke wijze tegen de miljoen mensen van elkaar afmaakten.
Dus hem gevraagd hoe hij aankeek tegen de het nagenoeg blank maken van haar CV. In de vraag: Wat denkt u bij een vrouw die op haar 25e haar land verlaat en zeven jaar later in haar nieuwe land op een ander continent met een compleet andere taal en cultuur een hbo-diploma heeft behaald?
Hij begon subtiel met dat het uiteraard verschil maakte wie als eerste die CV zou bekijken. De eerste associatie die bij hemzelf opkwam was ‘als iemand dat voor elkaar krijgt en op latere leeftijd zo snel een HBO-opleiding goed af kan ronden is het een vrouw met een enorm doorzettingsvermogen’.
Hij vertelde dat bij De Nederlandsche Bank ook bij alle sollicitanten gescreend wordt wat er op Google over hun staat, hun social media zoals Facebookpagina ’s en ook wie hun vrienden zijn op Facebook. Desgevraagd raadde hij Claudine een foto bij een CV zeker aan, mits je daar met een enthousiaste uitstraling op stond. Ik zag haar mooie gezicht moeilijk kijken, dat leek haar niet het allerbeste idee. Dan zou iedereen toch kunnen zien dat ze zwart is?
Ik heb nooit zo geloofd in het ‘ze moeten zich aanpassen’ model wat door de rechtse beroepskankeraars van de ‘hullie en zullie’-kliek in de mode is gebracht. Het is veel nuttiger mensen zoals Claudine een beetje praktisch te helpen wegwijs te worden in de Nederlandse samenleving en ja, ook op de arbeidsmarkt.
Zwarte Pieten is ook zo’n oud Hollandse traditie die veel snelle oplossingen heeft geobstrueerd. Tradities zijn nuttig totdat er genoeg mensen zijn die de waarde er van niet meer in zien. In het boek Sint Nicolaas en zijn knecht van Jan Schenkman waar de Zwarte Piet in 1850 voor het eerst in Nederland opdook staat een hele mooie kleurplaat van het vertrek van de goedheiligman, zijn paard en knecht. Per luchtballon.