De Tweede Kamer maakt zich op voor een reeks debatten over de NSA-onthullingen en de rol van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Maandag presenteert de commissie Dessens een rapport waarin de Wet op Inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv) wordt geëvalueerd. Tijdens zijn voorbereiding op die debatten viel SP-Kamerlid Ronald van Raak iets op: sinds 2007 zijn de verantwoordelijk ministers niet eenduidig over de aanwezigheid van spionnen in de Amerikaanse ambassade. Een reconstructie.
“Begin 2007 hoorde ik voor het eerst van een bron dat de Amerikanen mogelijk spionageactiviteiten ontplooiden vanuit hun ambassade. Hier om de hoek, een paar honderd meter lopen van de Tweede Kamer”, vertelt Van Raak aan ThePostOnline. Van Raak bevroeg op donderdag 1 februari minister van Binnenlandse Zaken Johan Remkes (VVD) over de kwestie. Uit de handelingen van dat overleg blijkt dat Remkes niet in het ‘openbaar mededelingen wil doen’. Toch sluit de bewindsman niet uit – zonder man of paard te noemen – dat buitenlandse mogendheden zich bezighouden met bedrijfs- en wetenschappelijke spionage en ook op politiek vlak.
Een jaar later is er een nieuw Kabinet aangetreden, de minister van Binnenlandse Zaken is Guusje ter Horst (PvdA). Op dinsdag 16 september 2008 kruisen Van Raak en Ter Horst de degens. Op tafel ligt het jaarverslag van de AIVD. Een paar maanden eerder was bekend geworden dat de CIA-station chief in Den Haag was uitgewezen omdat de Amerikaanse inlichtingendienst op eigen houtje onderzoek deed in Nederland. Van Raak wil weten waarom de AIVD het in haar verslag expliciet heeft over Chinese- en Russische spionage in Nederland en niet over Amerikaanse- of Israëlische spionage. Ter Horst verwijt Van Raak ‘een oud links-rechtsdenken’. “De heer Van Raak vermoedt dat wij gemakkelijker iets over spionage zeggen bij het ene dan het andere land.” Toch wil Ter Horst niets zeggen over Amerikaanse spionageactiviteiten in Nederland. Ze wil zelfs niet ingaan op het uitzetten van de CIA-chef.
Van Raak zegt over die dag in september: “In deze tijd werd in de Kamer kritiek op de Verenigde Staten bepaald niet geaccepteerd. De aanwijzingen over Amerikaanse spionagepraktijken namen echter toe. Bovendien leerde de commissie-Davids – die de ervaringen in aanloop naar de oorlog in Irak had onderzocht – dat de Amerikanen inlichtingen misbruikten om de politieke discussie in ons land te beïnvloeden. “Amerika spioneert zich hier blauw”, hield ik minister Ter Horst op woensdag 1 juli 2009 voor, die echter bleef zwijgen.”
In februari 2010 valt het Kabinet en minister van justitie Ernst Hirsch Ballin (CDA) neemt tijdelijk de portefeuille van Ter Horst over. Wederom wil Van Raak weten wat de Amerikanen in Nederland doen. Hirsch Ballin zegt op dinsdag 30 maart 2010 het ‘niet doelmatig’ te vinden om te bevestigen dat de Amerikanen hier spioneren.
Dat jaar doet Hirsch Ballin wel een andere opmerkelijke uitspraak. Op woensdag 15 september 2010 komt tijdens een overleg het datamining van de Amerikanen ter sprake, het op grote schaal binnenhalen van informatie van bijvoorbeeld internet of telefonie. Van Raak is tegen.
De griffier noteert die dag:
Deze opmerking van Hirsch Ballin staat in schril contrast met de activiteiten die de geheime diensten nu ontplooien, zoals blijkt uit de recente onthullingen in NRC Handelsblad, waar wel degelijk sprake is van het ongericht verzamelen en analyseren van data.
De luiken gaan weer dicht wanneer in oktober 2010 Piet Hein Donner (CDA) minister van Binnenlandse Zaken wordt. Op woensdag 15 december 2010 stelde hij in reactie op vragen van Van Raak: “De Amerikanen hebben ons niet meegedeeld dat zij spioneren in Nederland.”
Interessant is hoe Donner zich op woensdag 29 juni 2011 – getergd door Van Raak vanwege het doorvragen over de Amerikaanse spionage – verspreekt.
“De heer Van Raak (SP): De VS hebben een afdeling bij de ambassade.
Minister Donner: En u dacht dat zij de enige zijn?
De heer Van Raak (SP): Bedankt voor deze informatie. Kan de minister dan wat meer landen noemen? Israël, Italië?”
Donner was vermoedelijk die dag sowieso liever in bed blijven liggen.
En dan – op woensdag 4 juli 2012 – geeft minister van Binnenlandse Zaken Liesbeth Spies (CDA) onomwonden toe dat er op de Amerikaanse ambassade spionnen gehuisvest zijn.
“Overigens, met die spionageafdeling waar de heer Van Raak op duidt, wordt door de AIVD samengewerkt.”
BAM! zou je zeggen. Niets is minder waar want Spies neemt direct gas terug. Tegen Van Raak zegt ze namelijk vervolgens:
“Het is úw veronderstelling dat de mensen die op de Amerikaanse ambassade werken spionageactiviteiten in Nederland zouden ontplooien. Die opmerkingen komen dus ook voor uw rekening.”
Sinds Ronald Plasterk (PvdA) minister van Binnenlandse Zaken is, zijn de luiken weer helemaal dicht. Plasterk weigert opheldering te geven over de geheime aanbesteding van een systeem om data te verwerken die ongericht van de kabel zijn getapt, weigert in te gaan op vragen over ‘Nine Eyes’, het bijzondere bondgenootschap met de NSA en weigert ook serieus commentaar te geven op recente onthullingen over activiteiten die in strijd lijken met de wet.
Van Raak: “Dit kijkje in deze debatten laat vooral zien hoe verschillende ministers worstelen met heel legitieme vragen uit de Kamer en in die beantwoording geen heldere lijn weten te vinden. Hoogste tijd voor de Tweede Kamer om zelf de regie te nemen en een eigen onderzoek te starten naar de Amerikaanse spionagepraktijken.”