Charlotte* (22) studeert rechten en is highclass callgirl.
Ik ben nog nooit in het hotel geweest. We hebben afgesproken in de bar maar ik heb geen flauw idee welke kant dat op is. Ik loop naar rechts… een kapsalon, dat kan niet kloppen. Dus ik loop de andere kant op, zie alleen een giftshop en dwaal terug naar de hal waar ik verloren een blik om me heen werp. Op dat moment komt een schuchter glimlachende man op me af, en zegt: “Jij bent vast Charlotte”.
In de bar van het Hilton leren we elkaar een beetje kennen. Het is een vriendelijke man, maar lijkt een beetje teruggetrokken. Ik weet dat hij één van de beste klanten van het bureau is en maak me zorgen dat er misschien geen klik is, hij lijkt afwezig. Ik klink hees van het ziek zijn, het is mijn eerste boeking na meer dan een week snotteren in bed. Maar omdat het onze eerste ontmoeting is, merkt hij niets aan mijn stem. De hardnekkige kriebel in mijn keel kan ik zodanig onderdrukken dat ik slechts een klein kuchje laat horen om de paar minuten. The show must go on heeft zeker betrekking op escorts, of beter gezegd op ieder beroep waarbij je te maken hebt met klanten.
Al tijdens mijn bijbaantje als cassiere legde mijn baas me uit dat het niet uitmaakte of ik me ziek voelde of verdrietig of doodmoe, de klant heeft daar niets mee te maken. Hij verdient een glimlach en de best mogelijke behandeling en mag niks merken van eventuele persoonlijke problemen. Ik doe mijn best en hoop dat mijn klant niet merkt dat ik nog niet helemaal mijn griepje te boven ben. Hij heeft me voor acht uren geboekt. Dat is vrij lang voor een eerste date. We bespreken wat we na ons kopje koffie gaan doen. “Ik stel voor dat we even de stad in gaan, misschien mag ik dan ook iets moois voor je kopen. Als je dat goed vindt ten minste?” Zegt hij. Natuurlijk vind ik dat goed! We stappen in zijn BMW en rijden richting de PC Hooftstraat.
In de winkel kan ik niet kiezen tussen een chique bodycon dress of een meer soepelvallend cocktail jurkje. Vertwijfeld blijf ik rondjes draaien voor de spiegel. “Weet je wat”, zegt hij, “ik koop ze allebei voor je”. Deze opmerking verrast me, vindt hij me toch leuker dan ik dacht? “Ik vind ze allebei heel mooi… Maar dat is te veel!”, antwoord ik. “Nee, het is goed. Maar op één voorwaarde…” Allerlei mogelijke invullingen gaan door mijn hoofd, wat wil hij? Zou het een vreemd verzoek zijn? “…dat ik je nog eens mag zien?”, vraagt hij met een verwachtingsvolle blik.
Met een big smile op mijn gezicht en de nieuwe aanwinsten keurig verpakt in een tasje voor mijn voeten schuif ik even later naast mijn klant op de bank in een chique lounge bar. We bestellen een wijntje en vlij tegen hem aan. Sippend van de Sauvignon bedenk ik me dat de date wat moeizaam begon, maar toch zo’n aangenaam vervolg heeft. “Weet je…”, zegt hij, “Ik was direct voor je gevallen, zoals je verloren in je rode jas door het hotel dwaalde.” Ik vertel hem hoezeer ik ook van zijn gezelschap geniet en neem me voor om hem nog voor het diner nog op gepaste wijze te bedanken.
*Alle namen in deze column inclusief de naam van Charlotte zelf zijn gefingeerd.