De situatie van de Roma en Sinti in Nederland is zorgelijk. Dat blijkt uit een onderzoek in opdracht van minister Lodewijk Asscher (Integratie).
Er bestaat een “te grote kloof tussen de leefwerelden en de opvattingen van sommige groepen Roma en Sinti en andere groepen in Nederland”, schrijft Asscher aan de Tweede Kamer.
Die kloof is bijvoorbeeld te zien in de opvattingen over de noodzaak om jongeren naar school te sturen en over het feit dat criminaliteit strafbaar en maatschappelijk onwenselijk is.
Asscher: “Een aanzienlijk deel van de Roma en Sinti heeft de Nederlandse kernwaarden (nog) niet verinnerlijkt. Dit staat een snel inlopen van achterstanden in de weg. De genoemde kloof heeft een cultuur-historische achtergrond, mede door de eigenheid van de gesloten cultuur van de Roma en Sinti.”
Dit komt volgens Asscher ook door de traumatische ervaringen uit het verleden van de Roma en Sinti, zoals de vervolgingen tijdens de Tweede Wereldoorlog, en het wantrouwen dat sommigen daardoor hebben tegen publieke instellingen.
Maar de onderzoekers zien ook positieve ontwikkelingen. Zo ronden inmiddels de meeste Roma- en Sinti-kinderen de basisschool af en gaan steeds meer jongeren naar het voortgezet onderwijs en volgen steeds meer ook uiteindelijk hoger onderwijs.
Verder lijkt de gemiddelde leeftijd van tienerzwangerschappen omhoog te gaan.
Anp