Mensenrechtenadvocaat Liesbeth Zegveld bereidt met nabestaanden van gedode Molukse treinkapers een strafzaak voor tegen de Nederlandse Staat. De familieleden eisen strafvervolging voor de ‘onwettige’ liquidatie van de gijzelaars bij kaping in De Punt in 1977. Dit laat professor Zegveld weten aan ThePostOnline. ‘Ik heb twee families op bezoek gehad en ik zal vanaf januari werk maken van deze zaak’, zegt ze. De zus van de broers Ronnie en John Lumalessil en Junus Ririmasse, een kaper die levend uit de trein kwam, hebben aangegeven een zaak te willen starten.
Dit weekend kwam naar buiten dat zes van de negen gijzelaars die een trein gijzelden in 1977 bij het Drentse De Punt min of meer zijn geliquideerd bij de bevrijding. Dat blijkt uit het nu pas geopenbaarde autopsierapport. In de lichamen van de gijzelaars werden 144 kogels aangetroffen, wat de lezing aannemelijk maakt dat ze niet in een vuurgevecht zijn omgebracht, maar zijn afgemaakt. Iets wat altijd werd ontkend door de regering en dan met name door toenmalige justitie-minister Dries van Agt.
Al langer gaan er verhalen rond over standrechtelijke liquidaties in de trein. Onderzoeksjournalist Jan Beckers constateerde eerder dit jaar op basis van autopsie-rapporten dat er bij minstens vier kapers onduidelijkheid bestaat over de doodsoorzaak.
Het officiële verhaal was altijd dat de gijzelaars waren omgekomen door vuur van buiten. De mariniers schoten 1500 kogels van buiten de trein in, nadat de militairen via afluisterapparatuur hadden achterhaald waar de gijzelaars zich bevonden.
De dood van de 21-jarige kaapster Hansina Fransina Uktolseja wekt de meeste bevreemding. Beckers vermoedt dat de Molukse tandartsassistente uit Bovensmilde, de geheime minnares van een van de gijzelnemers, waarschijnlijk in koelen bloede is afgemaakt.
‘Opmerkelijk is dat schoten frontaal zijn afgevuurd en niet van opzij zoals te verwachten zou zijn bij treffers door vuur van buiten dat op de zijkant van de trein is gericht. Het is zeker niet ondenkbaar dat Hansina zich nog in staande positie bevond en haar benen onder haar vandaan geschoten zijn’, schrijft Beckers in het boekje dat hij samen uitbracht met Junus Ririmasse, één van de drie overlevende kapers
Ook de verwondingen in de borst van Hansina Uktolseja duiden op een koele afrekening, meent Beckers: ‘De verwondingen aan de borst zijn bij leven opgelopen en veroorzaakten de dood. Ook is er een schotwond aan het hoofd, van het rechteroor naar het schedeldak, waarin een uitgebreide breuk zichtbaar is. Het autopsierapport vermeldt dat het niet waarschijnlijk is dat dit schot bij leven is toegebracht, omdat de wond daarvoor niet de benodigde hoeveelheid bloed vertoont.’
Het nu pas geopenbaarde rapport, dat werd opgesteld door de latere minister Ernst Hirsch Ballin, lijkt de lezing te onderschrijven dat sommige mariniers iets te gretig gebruikmaakten van hun licence to kill.
In een debriefingsrapport waar terrorisme wetenschapper dr. Beatrice de Graaf in 2008 de hand op wist te liggen geeft ene koperaal ‘Rinus’ ruiterlijk toe dat hij Hasina van dichtbij doodschoot.
‘Ik moest haar uitschakelen. Vlak daarvoor was er nog op me gevuurd, en een paar seconden daarna zag ik een van de terroristen liggen. Ze was weliswaar aangeschoten, maar iemand die aangeschoten is en zelf een wapen heeft, kan toch nog schieten. Dat is bij een andere gijzelingsactie weleens gebeurd. Maar ja, ik kan niet even aan dat meisje vragen: heb je een wapen? Ik had ook te horen gekregen dat zij een pittige tante was. En nogmaals: zij zijn de veroorzakers. Ik heb toen van vlakbij nog een keer met mijn uzi een salvo afgevuurd op Hansina.’
De geanonimiseerde marinier ‘Rinus’ is er daarna nooit meer op aangesproken, zegt hij. De vraag: was deze afrekening echt nodig? Twee andere gijzelaars die ook gewond waren geraakt, konden wel worden gearresteerd. De commando’s hadden de opdracht gekregen om zich overgevende gijzelaars als krijgsgevangen te behandelen, aldus Beckers in zijn reconstructie.
Waarom is dat niet gebeurd bij de jonge Molukse gijzelneemster? De reconstructie van de doodstrijd van Hansina, minutieus beschreven door Beckers en Junus Rimiasse, doet twijfelen of ‘Rinus’ zich aan de voorschriften heeft gehouden: ‘Hansina krijgt te maken met aanvalsgroep 2 onder leiding van korporaal Rinus. De groep bestaat uit vijf man, van wie er vier een revolver dragen en één (korporaal Rinus) een uzi.
De tandartsassistente uit Bovensmilde, die een afscheidsbrief had achtergelaten, probeert nog te vluchten. ‘Tijdens de beschieting door precisieschutters wist zij via dat balkon tot in de restauratiecoupé te komen. Deze bevat de stoelnummers 165 tot en met 144. Daarachter loopt langs de keukenwand een gangpad in een bocht naar rechts en vervolgens een bocht naar links naar het eind van de coupé. Daar werd zij in de hoek tegen de deuren van het volgende balkon aangetroffen. Haar lichaam lag in de lengterichting van de trein en met haar benen in de richting van de coupé.’
Terrorisme-onderzoeker De Graaf concludeert in haar artikel met enige dramatiek: ‘Hansina zag de kaping waarschijnlijk als een middel om haar verboden relatie met een van de andere kapers (Rudi Lumalessil) te redden.’
Ander saillant punt. De kogels die werden afgevuurd (Hollow Point 5) zouden in strijd zijn met de Geneefse Conventies, stelt Beckers in zijn journalistieke schotschrift. ‘Deze voor militaire doeleinden verboden zware munitie zijn uitsluitend bedoeld om te doden’, schrijft hij.
Voor Zegveld, die eerder dit jaar succesvol een schadevergoeding loskreeg voor de slachtoffers van politionele acties, zal vanaf januari werk maken van de zaak. ‘Het komt nu in een stroomversnelling. De vraag is wel: in hoeverre hebben we te maken met een verjaringstermijn? Het onderzoek van Beckers oogt degelijk. Wat opvalt is dat er kennelijk duidelijke instructies waren om te doden.’
Het programma EenVandaag besteedt ook aandacht aan de kwestie. Meer meningen over de Molukse kwestie vindt u hier.