Zo als er duizend en één wegen naar Rome leiden, leiden er sommigen daarvan naar het Paduaplein. Zo’n dikke negenhonderd minder, maar in één van die straten lopen twee mannen ijverig door. Op naar de volgende deur. Het duo stopt even voor de tuin van nummer zeven. Even de puntjes op de i zetten, dan mag de vinger op de deurbel gedrukt worden.
Ondanks de schreeuwerige waarschuwing ‘DON’T PUSH ME’ onder het deurbelmechanisme, is een fraaie rijtjeswoningkreet het gevolg. Verderop in de straat klinken de wat meer classy twee-onder-een-kapwoningbel. Om de hoek staat zelfs de meer tonige dingdong. Zo’n De Volkskrant-deurbel. Daar hoeft de jongste van de twee mannen nog lang niet naar toe. Laat staan dat hij er klaar voor is.
De jongste van de twee, en overduidelijk de minst ervarene, is van buitenlandse komaf en heeft een Marokkaans peuterbaardje. Wel een redelijk volle homp, maar hier en daar nog wat kale plekjes. Zo eentje die je voornamelijk bij Marokkaanse peuters aantreft, zodoende de naam. Zijn begeleider doet me een beetje denken aan Jan-Peter Balkenende. Zelfde soort motoriek en stemgeluid, alleen wel blond en brilloos. Hier en daar zelfs wat VOC-mentaliteitjes. Helaas nog steeds niet voldoende in tegenstelling tot onze voormalige minister president.
De mentor spreekt zijn leerling toe. In keurig ABN. Hij hoopt dat hij het de volgende keer wat beter mag doen. Er is altijd nog een volgende deur. In mijn tijd als deur-aan-deur-abboaansmeerder was er geen volgende deur. Iedere deur moest raak zijn. Want dat kon vroeger in Eindhoven ook altijd. Wij hadden ook geen blonde, brilloze versie van Jan Peter. Nee. Wij moesten het doen met een vage Iniesta look-a-like. Een kleine hip, hoi, hoera voor de VOC.
Bram Steenbeek woont aan het Tilburgse Paduaplein en daar gebeurt nogal wat. In Vanaf het Paduaplein houdt hij de gebeurtenissen bij.