Fleur van Groningen (31) is schrijfster, columniste, cartooniste en publiekslieveling van Vlaanderen. Eerder plaatsten we een diepgravend interview met haar. In de rubriek “Vragen aan Fleur” peilt Tim Notten wekelijks haar mening over een onderwerp uit de actualiteit, of over zomaar iets wat u per se van haar moet weten.
Tim: De Britse politicus Stuart Agnew staat niet alleen sceptisch tegenover Europa, maar ook tegenover het nut van onderwijs voor vrouwen. “Als je kijkt naar de mensen die diploma’s halen, gaat het vooral om vrouwen. En ze krijgen ook de jobs, maar om verschillende redenen hebben ze niet de ambitie om recht naar de top te gaan, omdat er iets in de weg staat. Dat wordt een baby genoemd”, zo zei de parlementariër afgelopen week in Brussel. Niks nieuws, dat hebben we al zo vaak gehoord, vooral van grijze, oude mannen in de politiek. Maar hoe zit het nu echt, met het streven van mannen en vrouwen naar geluk, erkenning en passionele bevrediging?
Fleur: Er zijn vast veel vrouwen die een zorgzamere aard hebben dan mannen, maar ik ken net zo goed de uitzonderingen op die regel. Zorgzame vrouwen zullen misschien hun prioriteiten sneller bijstellen, zodra ze een zorgbehoevend kleintje op de wereld zetten waarvan ze zielsveel houden. Maar ze zijn naast moeders ook individuen, die zich blijven ontwikkelen en ondertussen evolueren op een ander gebied. Het is niet omdat je stopt met werken, dat je stagneert in je groei als mens. Die nieuwe ontwikkeling kan later heel essentieel blijken, ook in het bereiken van professionele ambities.
Ambitie valt welbeschouwd niet te generaliseren. De uitspraak van Stuart Agnew getuigt van weinig inzicht. Ik geloof er niets van dat ambitie geslachtsgebonden is en zich bij vrouwen per definitie anders zal manifesteren dan bij mannen. Het verschilt van mens tot mens, per levensfase, en al naar gelang de levenservaring van ieder individu. Ambitie ontwikkelt met je mee, en uit zich op veel breder vlak dan alleen het professionele.
Het leven is geen aaneenschakeling van euforische momenten maar eerder een reeks van lessen, met hier en daar een geluksmoment. Mijn overtuiging is dat een mens, man of vrouw, een diepe bevrediging ervaart telkens wanneer hij in contact komt met zijn ziel, zijn innerlijke kracht, zijn wezen – hoe je het ook wil noemen. En ondertussen wordt hij op weg gestuurd door zijn ego dat van alles wil: erkenning, bevestiging, materieel bezit, macht, overleven, zekerheid. Maar het ego zoekt het antwoord op innerlijke hunkering in de buitenwereld en dat is niet de plek waar je tevreden wordt met jezelf, hooguit de plek waar je met jezelf wordt geconfronteerd en een levensles kunt leren.
Zo is het heel goed mogelijk dat je die befaamde top dan eindelijk bereikt en beseft dat je al die tijd op zoek was naar de erkenning van anderen, bijvoorbeeld omdat je in je jeugd geen bevestiging van pakweg je eigen vader kreeg. En dan zit je daar eenzaam aan de top te beseffen dat het gat in je borst nog steeds niet gevuld is – omdat de oplossing niet buiten, maar in jezelf ligt.
Die uiteindelijke, diepe bevrediging beleef je door contact met jezelf, met de essentie van je wezen. Zelf ervaar ik het door bezield te creëren, door schoonheid te zien, door lief te hebben, door mensen te kunnen helpen, aan het lachen te brengen of te ontroeren, door zelf ontroerd te worden, door een beroep te doen op mijn innerlijke kracht. Dat vertaalt zich vooral in mijn werk, wandelingen in de natuur, lachen om mijn katten, seks, contact met dierbaren, plezier maken, en de verantwoordelijkheid voor mezelf nemen.
Misschien word ik ooit moeder, dan zal dat kindje ongetwijfeld hevige ontroering, overgave en liefde in me opwekken. Maar ik vermoed dat ik ook dan het creëren toch niet zal kunnen missen en een combinatie tussen beiden zal moeten zoeken. Of ik dat dan doe, en zo ja, hoe ik dat dan doe, is mijn zaak. Gelukkig heb ik geen hoger diploma, dus de kans is groot dat gefrustreerde parlementariërs mij met rust zullen laten.