De weeïge lucht lijkt uit de muren te komen, de aftandse tegelvloer ligt bezaaid met vuilnis en viezigheid. Op hun stapelbedden zitten 2 mannen van middelbare leeftijd maar ze zien eruit als in de zestig. Deze twee arbeidsmigranten zijn zojuist gearriveerd in Sjanghai en hebben geen idee wat hen op deze nieuwe bouwlocatie te wachten staat.
In Huangpu in Sjanghai wordt een vervallen abortuskliniek opgeknapt en 50 meter verderop bevindt zich de zogenaamde ‘floating village‘. Dit is het onderkomen van de bouwvakkers zolang als het nabije bouwproject duurt. Zodra de klus geklaard is, zal deze primitieve nederzetting binnen een mum van tijd verdwenen zijn. Hun leefomstandigheden zijn erbarmelijk maar ze hebben geen keus. De smerige slaapzaal die vroeger dienstdeed als bloeddonatiekantoortje, is voorzien van koud TL-licht. Vanavond slapen de migranten hier weer met hun vijftigen, hutje mutje op elkaar.
Jianguo is 50, en zit treurig en beduusd op zijn stapelbed. “Ik ben net aangekomen hier in Sjanghai. Ik heb geen idee wat voor werk ik hier vanaf nu moet gaan doen. In Peking heb ik wel aardig leren metselen, maar daar heb ik nu niets aan omdat we het interieur moeten opknappen.”
De bouwvakkers die hier straks aan de slag moeten zijn bijna allemaal onopgeleid in de bouw. Ze krijgen een taak toegewezen met wat uitleg en moeten dan maar zien hoe ze het klaren. “Ik ben nooit getrouwd en zwerf eigenlijk al zowat mijn hele leven van stad naar stad om te kunnen werken.”
Als Jianguo hier klaar is wil hij in ieder geval voorgoed terug naar zijn provincie van herkomst, Anhui. “Ik ben pas 50 maar nu al helemaal versleten.”
Tegenover Jianguo zit een man van 48 die zijn naam niet wil noemen. Hij is wel getrouwd en heeft zijn vrouw en dochter achtergelaten. “Omdat er in Zhengzhou geen werk voor me was ben ik hier maar heen gegaan. Ik mis het thuisfront dat ik in Henan heb achtergelaten natuurlijk heel erg, maar gelukkig heb ik nu tenminste werk zodat ik geld naar mijn vrouw en kind kan sturen.”
Iedere bouwvakker hier verdient een kleine 3.000 yuan per maand (ongeveer 350 euro) wat nog een redelijk inkomen voor een bouwvakker in China is. Dat dan weer wel.
Plots komt een sigaretrokende man de slaapzaal binnengelopen. Vijandig laat hij weten niet gediend te zijn van het bezoek van vreemdelingen. Hem overtuigen om hier te mogen blijven is onmogelijk getuige zijn antwoord: “De arbeiders die hier zitten zijn niet representatief want hun IQ is te laag. Zo wordt er een verkeerd beeld geschapen van de omstandigheden!”
De leefomstandigheden zijn vreselijk slecht en dit mag duidelijk niet gezien worden door de buitenwereld. De arbeiders hebben geen keus. Door het ontbreken van sociale zekerheid grijpen ze elke mogelijkheid op werk aan. Al zijn het werk en de omstandigheden nog zo beroerd. Jianguo en zijn collega maken deel uit van China’s ‘Liudong Renkou’ (stromende bevolking) samen met 70 tot 300 miljoen (betrouwbare cijfers zijn moeilijk te vinden in China) andere Chinezen drijven zij als het ware over het land.
Reizend van tijdelijke baan naar tijdelijke baan. Volgens cijfers van de International Labour Organisation (ILO) is maar 5 procent van de buitenstedelijke migrantenarbeiders voorzien van een pensioenregeling, 3 procent van een ziektekostenverzekering en nog minder dan 2 procent van een werkloosheidsverzekering.
Dit is allemaal het gevolg van het omstreden hukou systeem.
In de jaren ’50 voerde Mao Zedong het systeem in om de boeren uit de steden te weren dat nu nog steeds bestaat: eenmaal in een dorp op het platteland geboren krijgt men een ‘hukou’ van dat plaatsje. Als men vervolgens naar de stad verhuist heeft men daar geen recht op sociale rechten als gratis onderwijs, gezondheidszorg of een pensioen omdat hun binnenlandse paspoort hun herkomst verraadt. De nieuwe stedeling is ten slotte officieel nog gewoon boer en niet welkom in de stad. Kinderen krijgen de hukou status van hun ouders voor de rest van hun leven mee.
Zo zijn er ongeveer 500.000 kinderen van ouders zonder Sjanghai-hukou in die stad ook rechteloos. Aan onwil of laksheid ligt het in ieder geval niet. In 2010 berekende de Fudan universiteit in Sjanghai namelijk dat als de stad met ruim 23 miljoen inwoners waarvan de helft een buitenstedelijk hukou heeft, iedereen recht op sociale voorzieningen zou geven, er een begrotingstekort van 5% zou ontstaan. Geld is dus de hoofdoorzaak van het feit dat het systeem voorlopig niet af te schaffen is. Bovendien heeft de overheid daar geen haast mee. Zonder zou het hek immers helemaal van de dam zijn.
Nu rijst natuurlijk de vraag waarom de plattelandsbevolking toch naar de stad blijft trekken. Dit komt simpelweg omdat op het platteland met haar verouderde Chinese landbouwsector nog minder te verdienen valt. Tot 2007 werkte 80 procent van de bouwvakkers 7 dagen per week. Deze absurde praktijken werden dat jaar de kop ingedrukt door een wet die het bedrijven verplicht stelde om contracten aan te gaan met hun werknemers. Het is natuurlijk geen toeval dat de wet vlak voor 2008 werd ingevoerd, het jaar van de Olympische Spelen in de hoofdstad.
De ILO heeft berekend dat ruim de helft van de arbeidsmigranten minder dan 10 vierkante meter tot zijn persoonlijke beschikking heeft. 28 procent heeft tussen de 5 en de 8 en 22 procent heeft zelfs nog minder ruimte dan een kleine bezemkast. Wat niet vergeten moet worden is dat de ruimte die het bed inneemt hier nog van afgehaald moet worden. Bovendien werken de meeste migrantenarbeiders zo’n 9 tot 10 uur per dag.
Waarom deze omstandigheden zo slecht zijn, heeft te maken met de prioriteiten van de overheid. Dit zegt Zhao Tao, socioloog en hoogleraar internationale journalistiek aan de Sjanghai International Studies University. “In de bouw wordt ook ontzettend slecht uitbetaald. Zo komt het voor dat bouwvakkers pas aan het eind van het jaar uitbetaald krijgen. Omdat de staat in principe eindverantwoordelijk is voor de leefomstandigheden van haar volk, geeft ze dat prioriteit om op te lossen. Het zal waarschijnlijk nog lang duren voordat de leefomstandigheden van migranten bouwvakkers drastisch verbeterd worden.”
Deze productie is gemaakt in het kader van het journalistieke trainingsprogramma van Lokaalmondiaal: Beyond Your World.