Elke ‘toerist’ die in Libanon verblijft krijgt een visum van twee maanden bij aankomst. Deze kan je verlengen met een maand, maar hiervoor moet je wel naar General Security. General Security is de Libanese versie van de Egyptische Mugamma; een statig gebouw waar alle zaken met betrekking tot visa en paspoorten geregeld worden. Alle wereldse bevolkingsgroepen kom je er tegen: van Aziatische migrantenarbeiders, Syriërs tot en met Westerse ‘toeristen’ zoals ik, iedere niet-Libanees die een langere tijd in Libanon wil verblijven is gedwongen zich hier op een gegeven moment te melden. Lange wachtrijen, van het kastje naar de muur gestuurd worden, ellebogenwerk tussen stinkende mannen om aan de beurt te komen, onduidelijke voorwaarden, een tripje naar General Security is een ‘pain in the ass’. Geen wonder dat iedereen je aanraad een boek mee te nemen, een bezoekje kan toch snel een hele middag in beslag nemen. Ellendig dus.
Op een maandag ochtend sta ik om 8.30 voor de deur. Ik heb netjes kopieën van mijn paspoort gemaakt en pasfoto’s meegebracht. Mijn boek zit in mijn tas – na alle horrorverhalen ben ik op alles voorbereid! Ik lever mijn telefoon in, wordt achtereenvolgens naar vier verschillende balies gestuurd en uiteindelijk laat ik mijn paspoort achter. Een Libanese ambtenaar vertelt mij dat ik hem over een week weer kan ophalen en na een uur sta ik – tot mijn eigen grote verbazing – alweer buiten. Dit viel alles mee.
Een week later meld ik mij weer om mijn paspoort – hopelijk met een verlengd visum – op te halen. Ik meld mij bij een klein raampje en krijg mijn paspoort terug. Er staan wat nieuwe stempels op de pagina en ik zie dat mijn visum met een maand verlengd is. Wanneer ik de bladzijde echter omsla zie ik twee stempels met het Arabische woord ‘moelra’ staan, maar op dat moment heb ik nog geen idee wat deze woorden betekenen en ga ik ervan uit dat ze vast bij het protocol horen.
“Kijk Cynthia” zeg ik blij, “de komende maand ben je nog steeds niet van mij af!”. Zo nieuwsgierig als ik ben sla ik de bladzijde om. “Wat betekent dit eigenlijk?”, wijzend naar de twee ‘moelra’ stempels. Cynthia schiet keihard in de lach, “het betekent cancelled, afgewezen!”. Ik verschiet van kleur, “afgewezen?”. Cynthia blijft lachen, het zweet staat mij ondertussen op mijn voorhoofd.
Iedereen verzekert mij ervan dat het een fout moet zijn geweest. “De ambtenaar moest vast zijn stempel uitproberen en heeft waarschijnlijk jouw paspoort daarvoor gebruikt” verzekert mijn Syrische vriend Shant mij, die er ook al een paar tripjes naar General Security op heeft zitten. “Er staat ‘moelra’ op een blanke pagina, dat betekent helemaal niets! Maak je nou maar geen zorgen, het is ongetwijfeld een fout!”. Ik wil dat graag geloven maar dat lukt helaas niet echt. Mijn hele weekend is verpest en er gaan alleen maar doemscenario’s door mijn hoofd. Wat zal er gebeuren als ik straks verplicht het land uit moet en niet meer terug mag komen omdat mijn visum geweigerd is? Ik moet nog ongeveer 48 uur wachten totdat ik antwoord krijg – General Security is gesloten in het weekend.
Maandagochtend sta ik wederom om acht uur voor de deuren van General Security. Ik heb Shant meegenomen, hij is een man – en die worden helaas vaker serieus genomen –, en spreekt Arabisch. Met mijn paspoort in mijn klamme handen spreken we de eerste beste ambtenaar aan die we tegenkomen. Hij bladert door mijn paspoort en spreekt een collega aan. Beide ambtenaren snappen ook niet waarom die twee stempels daar staan en concluderen snel dat het een fout is geweest. “We wouden je paspoort een beetje decoreren” grinnikt de ambtenaar, en hij verzekert mij dat het visum geldig is en ik mij vooral geen zorgen hoef te maken, “je kan gewoon het land weer in”.
Een enorme opluchting, maar ik wil toch wel graag dat General Security zijn fout(je) goed maakt. Om een stempel te krijgen die aangeeft dat het een fout is geweest word ik doorverwezen naar een ander gebouw. Waar de afdeling van General Security voor buitenlanders nog enigszins overzichtelijk was, is dit gebouw een ware terreur. Shant mag niet mee naar binnen en ik moet in mijn eentje gaan uitvogelen waar ik de goede stempel – die de fout gaat rechtzetten – kan halen. Niemand spreekt Engels, en mijn Frans en Arabisch zijn ook niet dermate goed dat ik uit kan leggen wat ik precies nodig heb.
Ik loop naar de tweede verdieping. Het is een grijs, donker, triest gebouw en het zit vol met Libanezen die hun schreeuwende kroost hebben meegenomen om hun zaken daar te regelen. Iedereen loopt kamertjes in en uit, waar ambtenaren achter hun bureaus zitten met stapels papierwerk en paspoorten. Ik vraag me ondertussen af hoeveel paspoorten er daar per week zoek raken – ik gok toch zo’n twintig procent met deze ongeorganiseerde bende. Ik dring heel asociaal voor en met handen en voetenwerk maak ik de ambtenaar duidelijk wat ik nodig heb. Zenuwachtig en onrustig loop ik met hem mee en krijg ik uiteindelijk de stempel die alles recht zet. Een excuses of een verklaring voor de fout kan er niet vanaf maar dat maakt me niet meer uit. Opgelucht loop ik naar buiten en Shant slaat een arm om mij heen, “je hebt in iedergeval een nieuw woord geleerd, ‘moelra’!”.
Nooit heb ik zoveel van het georganiseerde Nederland gehouden, waar zo’n fout als dit ondenkbaar is. Ik bereid me ondertussen mentaal weer voor op mijn volgende bezoek aan General Security over twee maanden.
Welmoed Korteweg studeert Internationaal Publiekrecht en woont sinds september in Beiroet. Zij schrijft elke week over haar avonturen in Libanon.