Voor bankiers die onterecht bonussen ontvangen was er tot nu toe altijd nog het argument: eens gegeven blijft gegeven. Maar daar komt in 2014 verandering in. De Eerste Kamer stemde namelijk in met een wetsvoorstel van Opstelten van Veiligheid en Justitie en Dijsselbloem van Financiën, waarin is geregeld dat buitensporige bonussen die bankiers ontvangen teruggevorderd kunnen worden.
De bonussen kunnen worden teruggevorderd als deze zijn gebaseerd op onjuiste informatie (claw back). Wat interessanter is, is dat het terugvorderen van een bonus ook kan worden gerechtvaardigd omdat de uitkering onredelijk en onbillijk zou zijn. Dat geeft de instantie juridisch gezien een relatief brede interpretatievrijheid.
Met de nieuwe regeling moet de risicobereidheid van financiële instanties worden ingedamd. De bonuscultuur heeft voor gezorgd dat bestuurders onverantwoorde risico’s namen, om maar kans te maken op de buitensporig hoge bonussen. Daarom geldt de regeling voor bestuurders van alle NV’s en financiële instellingen. Bij financiële instellingen kunnen naast bestuurders ook dagelijkse beleidsbepalers op het matje worden geroepen.
De wet zorgt er ook voor dat beursgenoteerde NV’s bij een openbaar bod, wijziging van vennootschap, een splitsing of fusie de koerstwinst die een bestuurder daarmee door zijn aandelen heeft binnengehaald als beloning, worden verrekend met de beloning die hij nog tegoed heeft. Dus geen bonus bovenop de winst die een bestuurder pakt op een rechtshandeling meer.
Ten slotte worden bedrijven verplicht de beloningen van elke bestuurder afzonderlijk te bespreken op de algemene vergadering. Meer transparantie dus.