Vrouwen willen 106 romantische minuten per dag. Dat staat groot in een treinstation waar ik vaak kom. Een bekend populairwetenschappelijk tijdschrift probeert op die manier lezers te trekken. Of het werkt, dat weet ik niet, maar de stelling roept in ieder geval vragen op. Wanneer is een minuut romantisch? Wat als de een de afgelopen minuut wel romantisch vindt en de ander niet? En is het heel erg als je na een dag nét op 105 eindigt?
Sinds een paar maanden bevind ik me in mijn eerste serieuze relatie. Om het goed aan te pakken, besloot ik meteen tot actie over te gaan toen ik de bewering zag. Aanvankelijk turfde ik, maar tijdens een romantisch diner bij kaarslicht (53 minuten op de teller!) vatte het papiertje vlam. Uit veiligheidsoverwegingen besloot ik een stopwatch te nemen.
Het is handig om constant zo’n klokje bij je te hebben. Wanneer mijn vriendin ‘s avonds opmerkt dat ze de dag maar saai vond, laat ik mijn stopwatch zien. :Kijk, we hebben wel 141 romantische minuten gehad vandaag!” We bespreken de dag na, tot op de minuut nauwkeurig, en mompelend gaat ze akkoord.
Maar ondanks mijn volledig objectieve telling bleef ze haar bezwaren houden. Daarom kochten we een paar weken geleden voor haar een klokje. Dat zorgde voor de nodige problemen. Zo kom ik altijd hoger uit dan zij, wat steevast leidt tot discussies. Laatst gingen we naar de opnames van de radioshow Spijkers met Koppen in een Utrechts café. We zaten daar tweeënhalf uur, knus tegen elkaar aan. Mijn timer stond op 152 minuten en ik liet dat na afloop trots zien. Haar stopwatch was blijven steken op 28. ‘Kom op’, zei ze, ‘naast elkaar zitten zonder te praten is toch niet echt romantisch?’ Kortom, ons beeld van romantiek verschilt nogal.
Van de week besloot ik op te zoeken waar het aantal van 106 minuten vandaan kwam. De onderzoekers die verantwoordelijk waren, merkten in een nieuwsbericht op dat het alleen gold wanneer er ook gewerkt, gegeten en geslapen moest worden. In een ideale wereld zou de vrouw namelijk 619 romantische minuten willen. Ik was blij dat ik het aantal niet meer turvend bijhield.
Deze column is eerder verschenen in het Trajectum, het blad van de Hogeschool Utrecht.
