Er is sprake van discriminatie binnen de politiekorpsen. Dat zegt PvdA-Kamerlid Ahmed Marcouch tegen ThePostOnline. Agenten voelen zich vanwege hun etnische achtergrond achtergesteld. Allochtone politieagenten blijven volgens Marcouch doorgaans niet lang bij de politie. Dat komt volgens hem mede door de cultuur die bij de korpsen heerst. Marcouch is bang dat hierdoor veel kennis verloren gaat en dringt bij minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten (VVD) aan op onderzoek.
Marcouch krijgt ‘al enige tijd signalen’ dat er iets aan de hand is bij de politie. “Ik krijg mails van allochtone agenten dat ze zich vanwege hun etnische achtergrond achtergesteld voelen. Laatst zat hier een agent aan mijn bureau te huilen. Deze werkt al 18 jaar bij de politie en vindt geen gehoor bij zijn chef. Ik vind dat opmerkelijk, wanneer dienders zich bij Kamerleden melden is er iets aan de hand.”
De sociaal-democraat wijt de klachten aan de politiecultuur. “Wat in de samenleving speelt heeft ook uitwerking binnen de organisatie. Ik wil niet zeggen dat het ingebakken is, maar deze signalen moeten we serieus nemen.” Volgens Marcouch zijn er veel allochtone agenten die na hun keuze voor het politievak uiteindelijk weer ontslag nemen. “Daar is zelfs een term voor; draaideur-agenten. Eenmaal binnen zijn ze weer heel snel verdwenen.” Allochtone agenten zijn schaars. Het percentage allochtonen bedraagt nu landelijk in de korpsen zeven procent. Marcouch: “De agenten die ik spreek voelen zich daarom kwetsbaar, onbegrepen en in een hoek gedrukt.”
Op het gebied van allochtone agenten denkt Marcouch dat er nog stappen kunnen worden gezet. “Lange tijd voerde de politie een actief diversiteitsbeleid. Korpsen kregen zelfs quota opgelegd, streefcijfers die behaald moesten worden. Daar was ik geen voorstander van. Ik vind het belangrijker dat agenten op de juiste plek zitten. Een agent die is geboren in Emmeloord en patrouilleert door Kanaleneiland kan de hulp gebruiken van een collega die Berber of Arabisch spreekt. ”
Marcouch diende in november al een aangenomen motie in waarin hij bepleit dat ‘agenten worden aangesteld die beschikken over extra kennis van de culturele achtergrond van bewoners van een buurt, de aanwezige talen machtig zijn en overige kennis, ervaring en expertise hebben die aansluit bij het gebied waarin het basisteam werkzaam is’. Marcouch: “Neem Rotterdam. Daar kun je agenten gebruiken met een Antilliaanse achtergrond of met kennis van het Papiamento. Het gaat mij er dus om dat je op de juiste plek de juiste mensen hebt. Dat komt de criminaliteitsbestrijding alleen maar ten goede.”
Hij wil nu van Opstelten weten hoeveel allochtone agenten de afgelopen vijf jaar jaarlijks bij de politie in dienst zijn getreden én hoeveel er uit dienst zijn getreden. Daarnaast wil hij het waarom van hun vertrek weten.