Het minimumloon wordt vaak gezien als een van de verworvenheden van de welvaartsstaat. Daarmee wordt namelijk iedereen een fatsoenlijk inkomen gegarandeerd. Nadat in Nederland het minimumloon is ingevoerd in 1968, gaat nu ook eindelijk Duitsland wat doen tegen de uitbuiting van arbeiders door het grootkapitaal.
Het idee achter het minimumloon is dat het een bodem legt onder de lonen. Verhoog je die bodem, dan gaan de laagste lonen mee omhoog. De zwaksten in de samenleving, degenen die het minste verdienen, zijn hierdoor beter af. Het beschermt ze tegen uitbuiting, tegen werken voor een hongerloontje. Maar is dat wel zo?
Een werkgever neemt iemand aan, omdat hij denkt dat die persoon door zijn werkzaamheden waarde toevoegt aan het bedrijf. Hoeveel hij hem betaalt, hangt af van verschillende factoren. Het zal niet meer zijn dan wat die persoon aan waarde toevoegt, want dan lijdt de werkgever tenslotte verlies. Als het minimumloon hoger is dan wat de werknemer aan waarde produceert, dan wordt het de werkgever in feite verboden om die persoon tegen een rendabel tarief aan te nemen. Het logische gevolg is dat die persoon niet aangenomen wordt. Anders gezegd: het minimumloon is een horde, wie er niet over kan, blijft achter. Het zijn precies de zwaksten in de samenleving, degenen voor wie het minimumloon bedoeld is, die de sprong niet kunnen maken.
Een andere manier om er naar te kijken is dit: waarom zijn die minimumlonen altijd zo laag? In Nederland is het minimumloon voor iemand die 23 jaar of ouder is en 40 uur in de week werkt, een schamele 8,57 euro per uur. Als je dan toch iets aan armoede wil doen, doe het dan goed: maak er 20 euro per uur van, of, waarom niet, 50 euro per uur! Het antwoord mag duidelijk zijn: dit zou leiden tot een enorme werkloosheid.
In theorie lijkt een minimumloon dus te leiden tot het tegenovergestelde van wat het wil bereiken: de meest kansarme mensen in de arbeidsmarkt hebben hierdoor het minst kans op werk. Laten we echter, voordat we tot een conclusie komen, eerst nog naar de praktijk kijken.
Een goed voorbeeld zijn jongeren. Jongeren zijn (nog) laagopgeleid en hebben geen werkervaring. Volgens onze theorie zou een minimumloon onevenredig hard de jongeren treffen. Gelukkig lijkt de wetgever dit ook te beseffen en wordt er speciaal voor jongeren een zogenaamd jongeren minimumloon gehanteerd. Vanaf 15-jarige leeftijd dien je minimaal 2,57 euro te verdienen bij een 40-urige werkweek. Elk jaar loopt dit salaris langzaam op, totdat je op de eerder genoemde 8,57 euro komt. Als het minimumloon daadwerkelijk jongeren zou beschermen tegen uitbuiting, dan zou men wel voor hen het normale minimumloon hanteren. Dat wordt alleen niet gedaan omdat de wetgever beseft dat alle jongeren dan werkloos thuis op de bank zouden zitten.
Een tweede zwakke groep zijn de net afgestudeerden. Zij hebben weliswaar een studie afgerond, maar nog geen werkervaring opgedaan. Deze groep in het bijzonder heeft het moeilijk om een baan te vinden vanwege het slechte economische klimaat. Werkgevers kunnen op dit moment meestal niet genoeg aan een werknemer verdienen, zelfs niet als zij haar aannemen voor het minimumloon. Gelukkig is hiervoor ook een maas in de wet te vinden. Het is namelijk voor een werkgever wel mogelijk om iemand die net is afgestudeerd als stagiair in dienst te nemen voor stagevergoeding. Deze stagevergoeding bestaat meestal uit een paar honderd euro per maand en zit daarmee ver onder het minimumloon. Dit is voor veel afgestudeerden de enige mogelijkheid om werkervaring op te doen. Als dit niet mogelijk was, werd een toch al zwakke groep nog verder achtergesteld door langdurige werkloosheid.
Een laatste voorbeeld zijn herintreders. Hiervoor zijn verschillende subsidieregelingen in het leven geroepen. Werkgevers kunnen van de gemeente financiële steun krijgen om herintreders aan te nemen, waardoor zij zelf niet het volledige minimumloon hoeven op te hoesten om deze werknemers te betalen. Dit heft het nadelige effect van het minimumloon op.
Er zijn kortom verschillende mogelijkheden om het minimumloon te omzeilen. Het is echter een betere oplossing om dit nadelige effect überhaupt niet te creëren en het minimumloon af te schaffen.