Zondagavond, een uur of elf. Nog een laatste keer check ik mijn mail voordat ik mijn bed induik. Een aantal dichte envelopjes verschijnen op het beeldscherm, waaronder een reactie op een van mijn columns. Nieuwsgierig open ik het mailtje.
Van reaguurders – over het algemeen zure, gefrustreerde mannen van 30+ die alle hoop op een nuttig bestaan hebben opgegeven en daarom lusteloos op het web rond surfen en vervelende reacties achterlaten – heb ik gelukkig weinig last. Onder mijn lezerspubliek bevinden zich voornamelijk lieve mensen die opbouwende kritiek en nuttige feedback geven.
Dat dacht ik in ieder geval tot die zondagavond.
Mijn vorige column – ‘Sneue single’, lees ‘m hier – viel blijkbaar niet bij iedereen in goede aarde. Een zeker heerschap, laten we hem voor het gemak T. noemen, liet na het lezen van dit stukje in de bewuste reactie weten dat hij me maar een ‘dertien in een dozijn slet’ vond. Dat kan. Dat mag ook. Jammer was alleen dat verdere argumentatie ontbrak. De opmerking ‘want er lopen er al zoveel rond zoals jij op de universiteit’ dekt tenslotte toch niet helemaal de lading.
Ironisch genoeg lag ik diezelfde avond alleen in bed, terwijl mijn buren zo hard aan het seksen waren dat ik uiteindelijk maar uit pure wanhoop met mijn metalen tandenborstelhouder tegen de badkamermuur heb staan meppen. Die grenst namelijk aan hun slaapkamer. Het was meteen stil. Terwijl ik triomferend terug in bed kroop, moest ik stiekem even grijnzen. T. moest eens weten.
Starend naar het plafond drong ineens het besef tot me door dat T. me zojuist een mooi nieuw inzicht had gegeven. Nadat schrijver Thom me in ‘Sneue single’ heel vriendelijk doch resoluut had afgewezen, durfde ik niet meer te geloven dat een man mij ooit als begeerlijk voorwerp zou zien. T. bewees echter dat anderen mijn kansen bij het manvolk duidelijk hoger inschatten dan ikzelf. Hoewel ik vlak na het lezen van zijn reactie even onder mijn bed had gekeken of daar niet een enge man lag, kon ik uiteindelijk toch met een tevreden gevoel in slaap vallen.
Dank je T.
Sylvia Kuijsten (23), studente Rechtsgeleerdheid aan Tilburg University en studentredacteur bij Univers. Deze column is dan ook eerder op Univers verschenen.