De titel van mijn recensie is ietwat provocerend, met als doel om meer views te krijgen. Ik had mijn recensie ook de titel ‘Rob Oudkerk opnieuw naakt’ kunnen geven, maar dat vond ik niet aardig tegenover Marcel Duyvestijn die hierover eerder had geschreven. ‘Verhalen uit de vagina van Gaia’ is mijn vrije interpretatie van de verschrikkelijke titel Verhalen uit grootmoeder´s doos van dr. Leopold von Liuwenstein, een boek dat ondanks deze dodelijk saaie titel toch één van de geniaalste geschiedenissen is die ik ooit heb gelezen.
Von Liuwenstein, een pseudoniem van ‘terreurrocker’ Wim de Jongh (1967), hervertelt op hilarische wijze de verhalen uit de Griekse mythologie. Hoewel de Griekse mythologie natuurlijk één van de meest uitgekauwde onderwerpen van de wereld is weet Von Liuwenstein dankzij de inspiratie van Clio (de muze van de geschiedenis) de lezer toch een feestmaal voor te schotelen waar de Lydische koning Tantalus jaloers op zou zijn.
Het 244 pagina’s tellende boek gaat de hele Griekse mythologie bij langs, van het ontstaan van de wereld en de goden uit de Chaos en de vagina van oermoeder Gaia tot aan de avonturen van de helden (Heracles, Oedipus, Theseus, Achilles, Odysseus enzovoort) en de avontuurtjes van oppergod Zeus. Het boek bestaat uit elf hoofdstukken, die elk worden ingeleid met een gebed tot de muze.
‘O Clio, mijn Muze, hoe zoet is het te luisteren naar uw stem! Als u spreekt, houdt de wereld om mij heen op te bestaan en waan ik mij alleen met u in een universum van volmaakte indrukken. Als edelstenen verlaten uw woorden uw lippen en rijgen zich in mijn brein aaneen tot een krans van goddelijke perfectie. Niets, nee, niets ter wereld schenkt mij meer genoegen dan mijn samenzijn met u. (…) Soms, als ik naar uw betoverende stemgeluid luister, dwalen mijn gedachten onwillekeurig af en denk ik aan dingen waar ik niet aan mag denken. Vergeef me, o Clio, de verdorvenheid van die gedachten. Ze zijn die van een geperverteerde geest, niet die van een toegewijde historicus. Tot mijn verdediging kan ik slechts aanvoeren dat ik ook maar een sterveling ben, met al zijn tekortkomingen en onvolkomenheden (…) en daarom soms verwachtingen van u koestert die hem niet passen. Echt, ik kan er niks aan doen. Ik beloof u mijn uiterste best te doen het vuur in mij te doven. (…) Weest u zo goed om mij iets minder vaak en niet zo diep in de ogen te kijken en om uw kleed verborgen te laten houden wat voor mijn profane blikken verborgen dient te blijven.’
Clio weet de zinnen van Von Liuwenstein in meerdere betekenissen van het woord te prikkelen en de literaire verhouding tussen de muze en haar historicus nadert een climax, die echter iets anders uitpakt dan de lezer verwacht. Clio zorgt er met haar betovering voor dat het boek spannend blijft en ook een eenheid vormt, wat gezien de vele verhalen en namen uit de Griekse mythologie geen geringe prestatie van Von Liuwenstein is.
Vermoedelijk heeft het boek vanwege de verschrikkelijke titel en de relatieve onbekendheid van Wim de Jongh (om maar te zwijgen over Leopold von Liuwenstein) niet de aandacht gekregen die het verdient. Verhalen uit grootmoeder’s doos is namelijk een bijzonder boeiend boek, goed geschreven, educatief ook en bovendien erg grappig. En je hoeft echt geen gymnasiast te zijn om het leuk te vinden.
N.a.v. Leopold von Liuwenstein (pseudoniem van Wim de Jongh), Verhalen uit grootmoeder’s doos (Free Musketiers, Zoetermeer 2010). ISBN 9789048410125. €20,95. 244 pagina’s. http://www.freemusketeers.nl/boek/1336/dr_-leopold-von-liuwenstein-in-verhalen-uit-grootmoeders-doos
Ewout Klei is historicus, maar dan een echte. Wanneer de avond valt keert hij naar huis terug en gaat hij naar zijn studeervertrek. Op de drempel legt hij zijn doordeweekse kleren vol slijk en vuil af, trekt Koninklijke, ceremoniële gewaden aan, en passend en gekleed betreedt hij de slaapkamer van Clio waar hij zich, liefdevol door haar ontvangen, tegoed doet aan die spijs die enkel en alleen voor hem is en waarvoor hij geboren is. Hoffelijk beantwoordt zij dan hem zijn vragen en vier uur lang voelt hij geen verveling, vergeet hij alle zorgen, vreest hij geen armoede, is hij niet bang voor de dood: gaat hij helemaal in haar op.