Jezus van Nazareth. Hij had een specifieke boodschap, een die in de loop der eeuwen tal van interpretaties opriep. Reden te meer om er een boek over te schrijven, met ratio of religie als fundering. Dat gebeurt dan ook volop, waardoor een nieuw boek over Jezus al snel dertien-in-een-dozijn kan zijn. Iedereen weet hoe het met hem afliep, zie dan nog maar eens verrassend te komen. Twee Amerikanen deden een dappere poging.
Met Wie doodde Jezus? slaan Bill O’Reilly en Martin Dugard heel veel vliegen in een klap. De titel lijkt te insinueren dat het antwoord op de vraag nog niet zo makkelijk is. En dat is ook zo, als we de twee auteurs moeten geloven. O’Reilly en Dugard schetsen het beeld van een roerige periode in het huidige Israël en Palestina, ten tijde van Jezus: Joods leven in Romeinse onderdrukking. En dat levert een verstrengelingen van religieuze overtuigingen en machtsbelangen op.
Het onderzoeksduo onderbouwt dat dan ook stevig, door vragen te stellen én door antwoorden te geven. Was het, aldus de christelijke overlevering, God die Jezus te kennen gaf dat hij moest sterven voor de zonden van mensen? Was het Jezus’ discipel Judas Iskariot die met zijn verraad voor de arrestatie zorgde? Of was het de Romeinse gouverneur Pontius Pilatus, die het de Joodse hogepriester Jozef Quajjafa (Kajefas) mogelijk maakte om Jezus via het kruis ter dood te brengen?
Deze vragen kunnen vanuit verschillende invalshoeken beantwoord worden. Sterker nog, de diverse invalshoeken kunnen zelfs bepalen welke vragen Jezus’ leven en dood oproepen. O’Reilly en Dugard begrijpen dat, want in de inleiding maken de twee geen geheim van hun eigen point of view. Allebei zijn ze rooms-katholiek en hebben ze op christelijke scholen gezeten. Evangelisatie of een religieuze overlevering daarentegen is beslist niet het doel van hun boek.
De onderzoekers bewijzen dat door hun uitgebreide bronkeuze en –vermelding. Niet alleen bijbelse passages uit zowel het Oude als het Nieuwe Testament worden aangehaald, ook publicaties van historici en andere wetenschappers zijn veelvuldig gebruikt om tot dit boek te komen. Daarnaast zoomen O’Reilly en Dugard niet alleen in op Jezus zelf, maar ook op diens omgeving, de plaatselijke autoriteiten (Joods en Romeins) en hun marionettenrol binnen het immense Romeinse Rijk.
Maar juist al die belangrijke personen en ontwikkelingen ten tijde van Jezus vormen soms de valkuil van de auteurs. Er wordt nauwkeurig en soms ronduit luguber geschreven over de heerschappij van Romeinse keizers als Caesar, Octavianus (Augustus) en Tiberius. Mannen die geslepen en vaak barbaars waren, en soms de meest ranzige en perverse bezigheden er op nahielden. Natuurlijk leest zoiets weg als een trein, maar de details zijn soms onnodig sappig en totaal irrelevant.
Zo zou keizer Tiberius regelmatig orgies hebben met jonge seksslaven (man en vrouw), om ze vervolgens te vermoorden door ze van een 300 meter hoge klip af te gooien. En ook het plan en de uitvoering van de Romeinse senaat om Caesar bruut te vermoorden komt aan bod. De tirannie van Rome en de interne onrust binnen het rijk zelf verschaffen weliswaar wat duiding, maar staan soms geheel los van het voornaamste onderwerp: het leven en de dood van Jezus.
De andere kant van al deze details is dat Jezus’ geboorte, leven en dood van meer context wordt voorzien. Want er speelde nogal wat. Joden werden aan twee kanten dagelijks geraakt: Romeinse heerschappij met hoge belastingen en tegelijkertijd een strengreligieuze levensstijl, opgelegd door de plaatselijke priesterkaste van farizeeërs, sadduceeën en levieten. O’Reilly en Dugard willen oprecht en indringend maar even iets duidelijk maken: Joden, ook Jezus, hadden het loodzwaar.
Wie doodde Jezus? is niet alleen het verhaal over een man met veel kennis, charisma en een boodschap – al dan niet van goddelijke huize. Het is ook het verhaal over machtsverhoudingen: de intentie van Rome om rust en vrede te bewaren in ‘hun’ Joodse gebieden, door plaatselijke leiders aan te stellen en rebellie hard de kop in te drukken. Het is dus ook het verhaal over verschillende mensen die een groot belang hebben bij een snelle dood van de welbespraakte en kritische Jezus.
Dat de poging om over Jezus een spannend boek te schrijven dapper is, mag gerust een understatement heten. Met hun schrijfstijl, die sterk gericht is op het vertellen van een oprecht en spannend – soms ietwat sensationeel verhaal, gaan O’Reilly en Dugard voorbij de voorspelbaarheid van de uiteindelijke kruisiging en weten ze het leven van Jezus op een intrigerende manier te brengen. Hun dappere poging is hierdoor aardig geslaagd.
Wie doodde Jezus? – Bill O’Reilly en Martin Dugard, (vertaling van Roelof Posthuma, door Nieuw Amsterdam Uitgevers, 2013)
Aantal bladzijden: 303
Oorspronkelijke titel: Killing Jesus – A History
Jeroen Schalk houdt van goede verhalen en wil ze daarom ook zelf schrijven. Hiervoor combineert hij graag journalistiek & storytelling en blogt hij nogal eens. Via Twitter en Facebook houdt hij zijn lezers graag op de hoogte.