Toen oma haar cadeau opende, werd het even stil rondom de kerstboom. Het was een adressenboekje. Ze hield het stevig vast en keek door haar brillenglazen naar het langwerpige ding in haar handen.
“Dank je,” mompelde ze.
Haar dochter nam het woord: “Volgens mij heb je een nieuwe nodig. Ik zag dat je oude boekje helemaal vol staat. Veel nummers en adressen zijn oud en sommige namen doorgekrabbeld.”
“Dat klopt,” zei oma. “Die zijn namelijk dood.”
Haar zoon verslikte zich in zijn koffie. De kleinkinderen keken ongemakkelijk naar de stapel cadeaus die naast hen stond.
“Nou goed, ik dacht dat het een leuk idee was. Ik weet hoe graag je wilt dat alles netjes en in orde is. Als je wilt, help ik je met het invullen. Kunnen we meteen de nieuwe adressen van Willem en Jasmijn invoeren,” ging de dochter verder.
Oma herstelde zich en keek met een kleine glimlach naar haar dochter. “Dank je wel, lieverd. Ik dacht even dat het niet nodig was, maar je hebt gelijk. Het is een leuk cadeau. Ik ga er meteen mee aan de slag als ik thuis ben.”
Op tweede kerstdag was oma eindelijk alleen. Ze ging in haar diepe leren fauteuil zitten met de twee adressenboekjes en een pen. Ze zag hoe de oude een chaos van letters en strepen was geworden en ze schudde haar hoofd. Namen van overleden vrienden en familieleden waren slordig doorgestreept. Haar dochter had gelijk, het zag er niet meer uit. Ze pakte de pen en het nieuwe boekje en begon met schrijven. Ze noteerde de naam van haar broer, die zeven jaar eerder was overleden. Ook de namen en adressen van vriendinnen die er niet meer waren, schreef ze in ouderwets handschrift met lange halen in het boekje. Mensen die nog leefden, kregen geen plek in het nieuwe boekje. Alsof ze daar niet thuishoorden. Toen ze klaar was besefte ze dat ze het oudst was geworden van iedereen. En dat ze alleen was. Ze liep naar de kleine kerstboom bij de schouw en zette het boekje opengevouwen ernaast. “Zo zijn jullie er toch een beetje bij,”dacht ze. “Fijne kerst, allemaal.”
Mark Thiessen ziet soms dingen en schrijft daar Proza van Mark over.
Beeld: Shutterstock