Afgelopen zaterdag las ik een interessant opiniestuk in het Reformatorisch Dagblad. De titel luidde als volgt: ‘Is de SGP goed bezig?’ De SGP is in een nieuwe fase beland waarbij macht af en toe om de hoek komt kijken. Is deze macht wel goed voor de SGP, en – het minder christelijke CDA buiten beschouwing gelaten – in het algemeen voor de christelijke partijen?
Schrijver van het opiniestuk in het Reformatorisch Dagblad was Bart Jan Spruyt. In het opiniestuk stelt hij de vraag expliciet aan de SGP. Volgens de schrijver geniet de SGP heel duidelijk van deze rol. Verder is de achterban maar al te trots dat hun ‘broeders’ Nederland deels vertegenwoordigen. Een nieuwe tijd voor de SGP, maar, is dat wel goed? Is het überhaupt wel goed dat christelijke partijen in contact komen met macht?
Bij het opiniestuk in het Reformatorisch Dagblad kwam bij mij meteen een gebeurtenis van een paar jaar geleden naar boven. Op 6 februari 2007 was het een feit, een kabinet van CDA, PvdA en CU. En die laatste partij was een vreemde eend in de bijt. Een kleine christelijke partij die zomaar mee mocht regeren. Iets nieuws voor Nederland, waar trouwens lang niet iedereen blij mee was. Uiteindelijk hield dit kabinet het net geen 3 jaar vol. Naderhand vroeg ‘christelijk Nederland’ zich ook af wat de CU nou eigenlijk bereikt had. Was het wel zo handig geweest dat deze partij mee had geregeerd? Die andere christelijke partij, destijds onder aanvoering van Bas van der Vlies, vroeg het zich bij de medisch-ethische paragraaf hardop af:
“Met de medisch-ethische paragraaf in het regeerakkoord leek heel wat binnengehaald te zijn. In de praktijk blijft daar niet veel van over”, aldus Van der Vlies. Het samenhangende pakket van positieve maatregelen, waarover in het regeerakkoord wordt gesproken, is volgens de SGP”er “slechts met een vergrootglas” in de begroting terug te vinden.”
Juist op punten waar christelijke partijen zich kunnen onderscheiden, ontbrak het uiteindelijk toch. De vraag was dus terecht gesteld, wat was de meerwaarde voor de CU geweest van meeregeren? Dat ook nu weer deze vraag wordt gesteld verwondert me dan ook niet. Het is een discussie die elke keer oplaait wanneer christelijke partijen met ‘macht’ in aanraking komen. Christelijke partijen en macht, kan dat wel?
Waar het uiteindelijk omgaat is met welke voorwaarden kleine christelijke partijen willen meeregeren. Uiteindelijk moeten deze partijen zich wel kunnen verantwoorden naar de achterban. Wellicht valt er iets tegen te houden wanneer deze partijen dicht bij de ‘macht’ staan. Destijds was André Rouvoet heel reëel dat hij ook niet alles kon terugdraaien op terreinen waar christelijke partijen voor staan. Hierbij valt te denken aan het terrein van abortus of euthanasie. Destijds verwoorde hij het als volgt:
De ChristenUnielijsttrekker zei tijdens een campagneavond in Hardenberg dat hij zich kan voorstellen dat zijn partij binnen een kabinet op één ethisch thema „een bres dicht”, terwijl op andere principiële punten geen verslechtering plaatsvindt.
Wanneer deze politieke partijen een bres kunnen dichten, verslechtering kunnen tegenhouden, is het misschien wel een kans die met beide handen moet worden aangegrepen. Verder hebben deze partijen ook een roeping om constructieve politiek te bedrijven. Geen keiharde oppositie, maar constructief het gesprek aangaan. Een land moet, juist in deze periode, ook bestuurbaar blijven.