Interview: jong aan het conservatorium

07-01-2014 17:09

‘Jong talent’. Het blijft een waanzinnige titel waaronder je de meest inspirerende mensen vindt. Alhoewel de meeste mensen daarbij denken aan de meisjes die meedoen aan tv-programma’s als X-Factor en The Voice Of Holland, denk ik aan een hele andere groep. De talenten van het Nederlandse conservatorium.

Lolo is zo’n talent dat al vroeg begon met bouwen aan haar carrière. Nu is ze veertien, maar ze begon op haar vierde al met zanglessen. ‘Tussen mijn negende en mijn elfde heb ik bij Kinderen voor Kinderen gezeten en ik vond het geweldig. Popmuziek vond ik leuk om te zingen, maar ik kwam er al snel achter dat jazz mij meer lag: je kunt er meer emotie in kwijt. Op mijn twaalfde besloot ik te auditeren voor het Junior Jazz College, eigenlijk twee jaar te jong, maar ik werd toch aangenomen.’

Steeds meer talent

Jongeren met talent lijken tegenwoordig wel als paddestoelen uit de grond te schieten. Er is meer aandacht voor talentontwikkeling dan ooit: maar is die aandacht vanuit school en omgeving genoeg? Is het niet enorm lastig om zulke dingen te combineren met school en een sociaal leven? Met toewijding en veel motivatie bereik je natuurlijk veel, maar het moet een behoorlijke last zijn om zoveel activiteiten en verwachtingen op je schouders te dragen. Toch zet de generatie van nu zich graag in voor het waarmaken van haar dromen.

Uren maken

Lolo: ‘Ik had het eigenlijk veel te druk. Ik had elke dinsdag en woensdag muzieklessen, in totaal acht uur per week. Daarnaast zit ik ook op pianoles en hockey en trad ik eens per maand op met de band. Daardoor ben ik dit jaar blijven zitten, ik minder dit jaar dus ook met deze activiteiten en probeer me meer op school te richten.’ – Het is duidelijk dat Lolo geen standaard redoublé is. Ze vertelt me dat ze heel erg baalt van het zittenblijven en ze het jammer vindt dat het zo lastig te combineren is.
‘Het College hield rekening met het feit dat ik nog op school zit en daarmee bezig ben, school minder. Maar ook al hielden ze er rekening mee, ik kon het op een gegeven moment niet meer dragen. Dit jaar is dus opeens best wel anders: ik heb weer meer tijd voor vrienden, wat wel fijn is. Maar toch blijft het wennen.’

Ook Ischico (17) is een tiener met muzuzikaal talent: ‘Ik hield altijd al ontzettend veel van piano spelen en maakte veel uren per dag. Toen ik klein was wist ik al dat ik graag naar het Conservatorium wilde. Ik ging naar Open Dagen, en eens werd me gevraagd of ik iets voor een leraar wilde spelen. Hij gaf me een les en er was gelijk een klik. Daarna volgden er meer lessen en besloot ik toelating te doen op het Conservatorium van Amsterdam.’ Hoe ervaarde zij dat?

Druk, maar de moeite waard

‘Toegelaten worden was één van de mooiste momenten in mijn leven. Daarna werd het eigenlijk alleen maar beter. Het bevalt me heel erg goed op de Sweelinck academie. De lessen zijn geweldig, de sfeer is leuk en de mensen zijn erg bijzonder. Door deze opleiding heb ik het gevoel dat ik me erg goed aan het voorbereiden ben op mijn toekomst in de muziek. Ik werk erg hard voor mijn toelating komend jaar en ik word daarmee erg goed geholpen op het conservatorium.’ – Een hemel voor de muziekliefhebber dan. Ischico ervaarde de reactie vanuit school als veel positiever.

‘Ik zit in de zesde klas van het Stedelijk Gymnasium Arnhem. Tot nu toe gaat het combineren wel goed. Ik studeer ongeveer 3 uur per dag voor piano. Ik zorg altijd dat ik mijn huiswerk af heb en genoeg studeer en dat is altijd goed gegaan. Soms in een examenweek op school of tentamenweek op het conservatorium is het wat lastiger. Buiten muziek en school heb ik ook een vriendje waar eigenlijk de rest van mijn vrije tijd naartoe gaat (en natuurlijk naar mijn familie die me altijd heel erg steunt in alles wat ik doe en me er heel erg mee helpt). Ik doe alleen andere dingen, zoals afspreken, als ik mijn uren voor piano heb gemaakt en alles voor school af heb dus erg veel vrije tijd heb ik niet. Muziek is mijn grote passie dus ik vind het ook helemaal niet erg om er veel tijd in te stoppen.’

Toch niet onmogelijk? Volgens beide dames ligt het maar aan de situatie. Gelukkig wil onze staatssecretaris van Onderwijs meer investeren in dit soort jonge talenten die nog op de middelbare school rondwandelen. Lolo en Ischico hebben mij in ieder geval een klein minderwaardigheidscomplex bezorgd. Eén ding is zeker: ik zal later van mijn bij elkaar gescharrelde loon als amateurjournalist, zeker hun albums kopen.