Mein Kampf is in ons land een hit. De e-bookversie van de Nederlandstalige uitgave (uit 1930, te vinden op InternetArchive) is al ruim 20.000 keer gedownload. Blijkbaar willen steeds meer mensen lezen wat Hitler zélf geschreven heeft, begin jaren twintig, als aanstormend rechts-extreem politicus. Mein Kampf mag eigenlijk niet gelezen worden. De rechten berusten bij de deelstaat Beieren, en die verleent al sinds jaar en dag geen toestemming voor publicatie. Plannen voor een wetenschappelijke, historisch-kritische heruitgave zijn begin dit jaar door minister-president Seehofer afgeblazen. Je kunt niet tegelijkertijd neonazipartijen verbieden, en Mein Kampf publiceren, zo legde hij uit. Tegelijkertijd is de Engelse vertaling al jaren gewoon te bestellen bij de Amerikaanse uitgever Houghton Miflin, en nu is de Nederlandse vertaling dus beschikbaar als e-book. Hetgeen de vraag oproept: hoe interessant is Mein Kampf?
Mein Kampf geldt als een volstrekt onleesbaar boek. In werkelijkheid valt dat wel mee. Hitlers stijl is beroerd, dat klopt, maar er verschijnen genoeg boeken die minstens zo beroerd geschreven zijn. Een ander vaak herhaald misverstand is dat Hitler Mein Kampf zijn plannen zou hebben ontvouwd voor de Jodenvervolging en voor de Holocaust. Zo schreef Volkskrant-correspondent Rolf Bos naar aanleiding van dat Beierse besluit van Seehofer, over dat boek:
“Of het boek destijds ook goed werd gelezen valt te betwijfelen; wie het wel las kan nooit meer ontkennen dat hij of zij “het allemaal” niet geweten heeft. Alles wat later nog aan gruwelijkheden zouden volgen, wordt in Hitlers boek al aangestipt, van jodenvervolging tot aan de bezetting van grote delen van (Oost)-Europa. Mein Kampf bleek de routekaart van Hitlers politiek.”
Ook hier de suggestie dat ‘het allemaal’ in Mein Kampf wordt beschreven: die gruwelijke weg van economische uitsluiting van de joden, via roof en deportatie tot aan industrieel georganiseerde massamoord. Het werd allemaal ‘aangestipt’. De wereld was gewaarschuwd! Maar is dat ook zo?
Mein Kampf is een abject antisemitisch boek. No doubt about that. De joden zijn lelijk, ze stinken, ze liegen, ze intrigeren – kortom, volgens Hitler waren ze verantwoordelijk voor alle ellende, klein en groot, die de Duitsers ooit was overkomen. Het boek zit vol met misselijkmakende uitspraken die op allerlei plekken uit de pagina’s opspatten. Maar Hitlers visie op de rol van de joden in Duitsland komt eigenlijk alleen uitgebreid ter sprake in de pagina’s 300-320. En daarna nog eens, korter, rond pagina 400, wanneer Hitler zijn ideeën over de vestiging van de Völkische raciale staat uiteenzet (paginering van de Amerikaanse uitgave). Hun grootste misdaad, aldus Hitler in Mein Kampf, is dat joden zeggen dat het joodse ras niet bestaat, en dat het jodendom gewoon een geloof is. En dat terwijl iedereen kan zien hoe lelijk, smerig, gemeen, et cetera de joden zijn. Maar door hun eigen ras te ontkennen, verleiden de Joden de superieure Ariërs tot gemengde huwelijken, waardoor er een minderwaardig meng-ras ontstaat. Die vermenging is volgens Hitler het geheime doel van het Jodendom. Op die manier zullen ze de aarde gaan domineren. Voorwaarde is wél dat het hogere ras (de Ariërs) volledig verdwijnen, volledig gehybridiseerd worden. Anders zou het Jodendom alsnog het onderspit delven. Ziehier Hitlers geploeter om dat uit te leggen:
“Elke rassenkruising leidt vroeger of later onvermijdelijk tot het verval van het hybride resultaat zolang het hogere element van deze kruising nog in enige vorm van raciale eenheid bestaat. Het gevaar voor het hybride resultaat valt pas weg wanneer het laatste hogere raciale element gebastaardiseerd is.”
En:
“Dit is de basis voor een natuurlijk, zij het langzaam proces van regeneratie, die geleidelijk de raciale vergiftiging elimineert, zolang als er nog raciaal pure elementen aanwezig zijn en er geen verdere bastaardisatie plaatsvindt.”
(eigen vertaling vanuit de Engelse uitgave, p. 401)
Even verderop noemt hij een concrete maatregel tegen de joden. Alle Duitse staten, schrijft hij, moeten zo snel mogelijk een einde maken aan die hybridisatie:
“De huidige generatie zwakkelingen zal ongetwijfeld hiertegen protesteren, en klagen en zeuren over de aantasting van heilige mensenrechten. Nee, er is maar één heiligst menselijk recht, en dat recht is tegelijkertijd de heiligste verplichting, en wel: erop toezien dat het bloed zuiver bewaard blijft en, door het bewaren van de beste mensheid, de mogelijkheid scheppen van een nobeler ontwikkeling van deze wezens. Een Völkische staat moet daarom beginnen met het huwelijk te verheffen uit de toestand van voortdurende vervuiling van het ras, en het de zegen geven van een instelling die geroepen is om Gods gelijken te scheppen en geen monstruositeiten halverwege tussen mens en aap.”
Nee, schrijven kon-ie niet, die Adolf.
Hitler pleit hier voor een verbod op huwelijken tussen joden en niet-joden. Dat verbod is er ook gekomen. Het was de kern van de beruchte Neurenberger Wetten uit 1935. Wetten die overigens door de grote meerderheid der Duitsers instemmend werden ontvangen. Vaak uit puur antisemitisme maar ook (blijkt uit stiekem uitgevoerde enquêtes) omdat velen verwachtten dat die maffe felle Jodenhaat van de nieuwe heersers hiermee achter de rug zou zijn. En alhoewel dat laatste natuurlijk een gruwelijke vergissing was, was het misschien niet zo’n gek idee. Want alhoewel de Duitsers ondertussen gezien hadden dat de joden uit allerlei functies werden gezet, en alhoewel ze inmiddels vertrouwd waren met de agressieve haatcampagnes vanuit de NSDAP, was dat huwelijksverbod het enige concrete plan ten aanzien van de joden dat Hitler in Mein Kampf noemde. Verder valt er in dat boek niets concreets aan te wijzen.
Zeker, Hitler scheldt de joden op alle mogelijke manieren uit; hij beweert dat ze eerst Duitsland en dan de wereld te gronde willen richten en dat Duitsland zich moet bevrijden uit de ‘omarming’ van ‘deze inktvis’. Allemaal gruwelijke dreigende taal – maar we moeten wel bedenken: in die tijd (rond 1920) was een korte wandeling door Wenen, München of Berlijn voldoende om een paar kilo van dergelijke antisemitische rotzooi te verzamelen. Wat was dat gescheld waard? Wie voelt zich anno 2014 ‘gewaarschuwd’ vanwege de schreeuwertjes op internet?
Hitler geeft in Mein Kampf een uitgebreide beschrijving van zijn ideale Arische staat. Het zijn fascinerende pagina’s die aangeven hoe nauw zijn denken aansloot bij de eugenetica van die tijd, en de toen populaire overtuiging dat men via de opvoeding een ‘nieuwe’ mens kon scheppen. Opmerkelijk is zijn heftige anti-intellectualisme. Arische jongens moesten vol wilskracht zijn, en fysiek sterk. Meisjes moesten goede moeders worden. Geestelijke ontwikkeling, leren, wetenschap, dat was allemaal nergens goed voor. In die staat was voor de joden uiteraard geen plaats. Maar als het gaat om concrete maatregelen, treffen we in Mein Kampf echt alleen maar dat huwelijksverbod aan. Durfde Hitler nog niet op te schrijven dat hij de joden wilde uitroeien? Dat is niet echt waarschijnlijk want hij schrijft doodgemoedereerd dat deserteurs en de zogenoemde ‘novembermisdadigers’ (de mensen die volgens hem verantwoordelijk waren voor de Duitse nederlaag in 1918) gewoon doodgeschoten moeten worden. Een deserteur:
‘moet weten dat zijn desertie precies datgene tot gevolg heeft waaraan hij wil ontkomen. Aan het front kan een man sterven – als deserteur moét hij sterven.’ (p. 524)
En wat de ‘novembermisdadigers’ betreft pleit Hitler voor ‘de eliminatie van de zogenoemde “verraders van de natie”’. Hij komt met een concreet voorstel:
“Mijn standpunt is dat het geen nut heeft om kruimeldieven op te hangen en de grote jongens te laten lopen; maar dat ooit een Duits nationaal Gerechtshof enkele tienduizenden criminelen die het novemberverraad en alles dat daarop volgde organiseerden en er dus voor verantwoordelijk zijn, zal moeten veroordelen en executeren.” (p. 544)
Het gaat Hitler niet om joden (die worden in deze passages niet genoemd), maar om Duitsers: laffe Duitsers en de Duitse politieke elite die volgens hem verantwoordelijk waren voor de ondergang van Duitsland. Hitler heeft in Mein Kampf met andere woorden géén problemen met het fantaseren over massa-executies. Desondanks schrijft hij nergens net zo onomwonden dat hij de joden wil uitroeien. Wellicht meende hij dat het stopzetten van de ‘rasvermenging’ voldoende zou zijn om Duitsland te redden, waarbij de Joden dan als vanzelf ten onder zouden gaan. Alleen al dit soort ‘gaten’ rechtvaardigen een wetenschappelijke heruitgave.
Hitlers echte, voor iedereen zichtbare, huiveringwekkende stap richting de Holocaust vond waarschijnlijk pas plaats op 1 september 1939, toen hij in een rede naar aanleiding van het uitbreken van de oorlog zei dat deze oorlog niet het einde zou betekenen van het Arische ras, maar van het Joodse ras. Tijdens de oorlogsjaren zou hij deze ‘voorspelling’ met grote nadruk nog een paar keer herhalen.
Maar de opvatting ‘Mein-Kampf-was-de-blauwdruk’ is stevig verankerd. ‘Alle dreigementen van Hitler aan het adres van de joden en al zijn desbetreffende ‘voorspellingen’ en en tegen de joden gerichte maatregelen uit de daarop volgende jaren kunnen worden afgeleid uit Mein Kampf,’ schreef de historicus Werner Maser (Adolfs Hitlers Mein Kampf, 1998). Maar ‘afgeleid uit’ is te vaag. Dat is achteraf redeneren, hineininterpretieren. Hitlers boek verschilde niets van de stompzinnige pamfletten en boeken van al die andere antisemitische schreeuwers uit die tijd. Ze is natuurlijk verleidelijk, die opvatting, omdat Adolf Hitler daarmee nog eens extra als de grootste schoft (maar ook een uitzonderlijk efficiënt leider) kan worden afgeschilderd. Maar ze is ook misleidend. Het suggereert immers dat de Holocaust enkel en alleen het idee was van Hitler, een idee dat hij al heel vroeg ontwikkelde en daarna consequent nastreefde.
Die mythe ontslaat alle andere betrokkenen van hun aandeel in de schuld: de Füher had het verzonnen, en verzet was zinloos. Ze verhult het belangrijke proces van ‘meedenken’ met de Führer; het uit ambitie en zucht naar erkenning concreet maken van wat Hitler in zijn opmerkingen en aanwijzingen vaak slechts vaag omschreef – en de echte strebers gingen dan gelijk een stap verder. De Holocaust was geen vastomlijnd plan, dat al begin jaren twintig ontsproot aan het brein van Adolf Hitler. Het was de uiterste consequentie van een gruwelijke manier van denken over ras en staat. En velen hebben aan dat denkproces hun steentje bijgedragen.
Zo blijkt uit Mein Kampf. Uit wat daar niét in staat.