Onder minister Timmermans voert Nederland een ‘ontmoedigingsbeleid’ voor zakelijke betrekkingen met Israëlische bedrijven die de nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever zouden ondersteunen. Dit beleid zorgt voor steeds meer ophef nu verschillende Nederlandse ondernemingen hun contacten hebben verbroken. Sommige lijken vooral ‘het zekere voor het onzekere te nemen’, daar de reikwijdte hiervan niet zo duidelijk is als Timmermans doet voorkomen, en de BDS-beweging (de internationale boycot Israël campagne) hen continu onder druk zet.
Pensioenbeheerder PGGM is de laatste in dit rijtje, en de druk op het ABP om dit voorbeeld te volgen wordt opgevoerd. De enorme selectiviteit van de ondernemingen die de samenwerking met Israëlische partners stopzetten, maar wel samenwerken met bijvoorbeeld China, Turkije, Saoedi-Arabië, Indonesië en Nigeria, roept vragen op naar het ethische gehalte en de motieven achter deze besluiten.
Commentatoren als Bert Lanting, chef buitenland van de Volkskrant, spreken de hoop uit dat het besluit van PGGM om haar geld terug te trekken uit vijf Israëlische banken, Israël ertoe zal bewegen te stoppen met het ‘heilloze nederzettingenbeleid’. Dat zou de onderhandelingen met de Palestijnen ten goede komen. Dat de Palestijnen ook fouten maken en dat Nederlandse bedrijven ook met veel ergere landen zaken doen, doet daar volgens hem niks aan af. Je kunt nou eenmaal niet iedereen boycotten. Dit lijkt een vreemde redenering. Juist als we het middel maar selectief kunnen inzetten, zou je zeggen dat we het reserveren voor de allerergste mensenrechtenschendingen.
De reden om Israël wel en andere landen niet te boycotten, is volgens sommigen dat Israël zelf zegt een Westers land te willen zijn, en daarom mogen we het ook langs onze meetlat leggen. Ook Frans Timmermans uitte die visie vorige maand in de Jerusalem Post. Daarmee zeg je in feite dat wie van zichzelf zegt een schurk te zijn met rust dient te worden gelaten; hij geeft het immers zelf toe. Wie daarentegen de ambitie heeft democratisch en een rechtsstaat te zijn, kan op een spervuur aan kritiek rekenen en op sancties indien de meetlat toch wat te hoog blijkt. Stel dat een rechter zoiets mee zou nemen in zijn oordeel, en de overtreder die zegt goed te willen leven harder straft dan de schurk die er ronduit voor uitkomt dat diefstal en afpersing loont?
Zo ver wil Timmermans niet gaan, maar feit is wel dat er voor geen ander land een dergelijk ‘ontmoedigingsbeleid’ is. De rol van de overheid gaat verder dan dat. Zij financiert diverse ontwikkelings- en mensenrechtenorganisaties in eigen land en in Israël en de Palestijnse gebieden, die ijveren voor een boycot van alles wat met de bezetting te maken heeft of zelfs van heel Israël. ICCO en Oxfam-Novib krijgen miljoenen van de staat en hebben PGGM mede aangezet tot haar besluit, zo valt te lezen op het weblog van de directeur van het aan PGGM gelieerde PFZW. Maar ook radicalere organisaties die zich openlijk tegen Israëls bestaansrecht keren, zijn hierin zeer actief, zoals het Palestina Komitee Nederland, het Palestijnse Al Haq en Stop de Bezetting. Al Haq krijgt geld van o.a. Nederland en de Europese Unie, en wordt geleid door een man die in Israël veroordeeld is als lid van het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina. Men rechtvaardigt geweld tegen Israëli’s als legitiem verzet en wijst de tweestatenoplossing af.
Ook tussen PGGM en de anti-Israël lobby blijken er banden te zijn. Zo is een van de drie ethische adviseurs van PGGM tevens lid van The Rights Forum van Dries van Agt en ondersteunde hij een boycot conferentie van de Palestina werkgroep van de AbvaKabo.
Deze organisaties wijzen onder meer op de (ook door PGGM aangehaalde) uitspraak van het Internationaal Gerechtshof over de afscheidingsbarrière uit 2004. Daarbij wordt genegeerd dat dit slechts een advies betrof, dat bovendien omstreden is. Bijvoorbeeld omdat men enerzijds zei dat het Israëlische recht op zelfverdediging zoals in het VN handvest verankerd, niet opging omdat Palestina geen staat was, en anderzijds de Palestijnen in de hele procedure juist wel als staat behandelden. Men ging voorbij aan de vele aanslagen die door de barrière zijn tegengehouden. Israël heeft sindsdien zelf de route van de barrière meermaals gewijzigd om aan Palestijnse grieven tegemoet te komen.
Nederland spreekt met twee monden. In december zijn verschillende bewindspersonen met een handelsdelegatie naar Israël en de Palestijnse gebieden geweest om de (handels)betrekkingen te intensiveren. Rutte houdt niet op te benadrukken dat de relatie ‘uitstekend is’, en er niets is veranderd sinds het beleid onder minister Rosenthal. Ondertussen wordt, deels met overheidsgeld, een campagne tegen samenwerking met Israël gevoerd. Die wordt naar buiten toe gepresenteerd als enkel gericht op de nederzettingen, maar voor veel organisaties is dit slechts een eerste stap. Het ontmoedigingsbeleid, dat wel degelijk nieuw is in deze vorm, is mede door lobby van diezelfde organisaties tot stand gekomen.
Ratna Pelle is medewerkster van de website Israel-Palestina.Info