Een leus die je veel hoort, is ”vroeger was alles beter!” Maar is dat ook zo? Ik sprak met historicus Han van der Horst, schrijver van onder meer het boek Nederland, de vaderlandse geschiedenis van de prehistorie tot nu en De mooiste jaren van Nederland. Want hoe ‘zwaar’ was de jeugd van onze ouders? En hoe erg verschilt die met onze eigen jeugd?
”Op dit moment heb ik zelf een zoon van tweeëntwintig”, vertelt van der Horst. ”Volgend jaar wil hij informatica aan de Universiteit van Utrecht gaan studeren. Als ik mijn eigen studententijd vergelijk met die van mijn zoon, staat er nu veel meer druk op jongeren.”
Van der Horst studeerde zelf Geschiedenis in de jaren ’60 en ’70 aan de Universiteit van Amsterdam. ”Het was in die tijd allemaal erg vrij. Jongeren bleven in het weekend ook niet thuis, we gingen allemaal de stad in. De studies waren ook heel anders geregeld: eigenlijk werkte niemand naast zijn studie, je betaalde weinig studiegeld en je mocht er zo lang over doen als je zelf wilde. Wel moesten we een stevige boekenlijst bestuderen en deden we onze tentamens mondeling – anderhalf uur lang! – bij de professor of hoofddocent. Dat is echter in 1970 alweer afgeschaft omdat er zoveel studenten bijkwamen. Nu moeten jongeren al vroeg aan hun geld denken, houden scholen zich erg aan de regeltjes en betaal je veel meer voor je lessen. Ik zou nu ook geen eenentwintig willen zijn; je hebt nu veel meer zorgen.”
En die zorgen kennen we allemaal: een bijbaantje bij een restaurant om je studiegeld en vrijetijdsbestedingen mee te kunnen betalen, het percentage dat je aanwezig moet zijn op school proberen te halen en ondertussen ook nog je vriendschappen onderhouden en de sociale media bijhouden. Hebben we het nu echt zó slecht? Volgens van der Horst niet. ”Wel hebben jullie veel meer verplichtingen dan dat wij die hadden.”
”De burn-out of depressie bestonden vroeger ook eigenlijk niet, het werd niet erkend” vertelt van der Horst. ”Zelf heb ik een jaar in mijn studie gehad waarin ik me totaal verlamd voelde. Achteraf gezien is dat denk ik een depressie geweest. Dat je het weleens moeilijk kon hebben werd geaccepteerd, maar burn-out of depressie bestonden in mijn beleving toen nog niet echt. Het kan dus best zijn dat de burn-out toen meer voorkwam dan nu.”
Wat er tegenwoordig steeds aan het veranderen is, is de communicatie. Van der Horst: ”Ik weet nog dat ik op een verdieping woonde met 20 andere mensen. Het enige communicatiemiddel wat we hadden, was een telefoon waar je iedere keer een kwartje in moest doen. Tegenwoordig is dat anders. Nu bijvoorbeeld, ik was net bezig aan een artikel en jij belt mij met je vragen. Dan stop ik even met werken en beantwoord ik jouw vragen. Daarna ga ik weer verder aan mijn artikel, terwijl ik niet wist dat jij mij zou bellen. Je moet nu veel meer improviseren, doordat er van je verwacht wordt dat je via de mail of per telefoon altijd te bereiken bent. Het is ook een stukje gemak, maar ik kan me voorstellen dat mensen daar van slag raken.”
Volgens van der Horst gaat onze maatschappij dan ook steeds meer naar een maatschappij waarin je meer dan één ding tegelijk moet doen. ”Antropoloog Edward Hall heeft eens naar onze cultuur gekeken. Volgens hem is onze cultuur van oudsher monochroon; dat betekent dat we meer een maatschappij zijn die één ding tegelijk kan doen. En dat, terwijl we steeds meer naar een multitaskmaatschappij gaan. De toekomst is dus aan de chaoten.”
Dit artikel verscheen eerder op de blog Jong & Burn-out, de website van student Journalistiek Jorieke van Noorloos. Met dit project probeert ze het onderwerp meer onder de aandacht te brengen en mensen te waarschuwen: steeds meer jongeren raken burn-out.
Beeld: Shutterstock