Van sommige artiesten of nummers weet je nog precies waar je deze voor het eerst hebt gehoord. Zonder moeite haal je de situatie weer voor ogen. Intoxicated Hands van Damien Jurado is zo’n nummer. Een zondagavond in 2003, de laatste wintermaanden of de eerste lentemaand, bindt me daar niet op vast, zat ik samen met mijn vriendin op ons nog vrij nieuwe en schaars verlichte appartement Duyster op Studio Brussels te luisteren. Tergend trage folk van een singersongwriter die weet hoe je een verhaal in schetsen vertelt om juist een gedetailleerd beeld te creëren. Dronkenmansblues en hartenleed in een, met nog een hint van de eeuwig teleurstelling van de onenightstand in de achtergrond.
Het zal uiterlijk de volgende ochtend zijn geweest dat ik Jonathan van Secretly Canadian een email stuurde of hij bij mijn pre-order van Magnolia Electric Co., het laatste album van Songs: Ohia, ook Where Shall You Take Me?, het album waar dat nummer op staat, kon voegen. Een keuze die er uiteindelijk toe leidde dat ik sinds 2003 elke plaat van Damien Jurado ongehoord voorbestel en meermalen de ingetogen heb zien optreden. Optredens die sinds Saint Bartlettuit 2010, maar vooral vanaf Maraqopa twee jaar terug, gestaag steeds drukker worden.
Jurado heeft de tijdsgeest in eens mee. Samen met producer en multi-muzikant is hij in 2009 een nieuwe weg ingeslagen, eentje weg van de traditionele singersongwriter meer richting de psychedelica, vollere productie en het grotere gebaar van de rock. Maar dat altijd met behoud van de subtiliteit en uiteraard de scherpe beschrijvende teksten van Jurado. In serieuze aanpak met een duidelijke visie, iets wat volgens Jurado zelf in de jaren daarvoor ontbrak. Muziek was iets wat hij er naast deed, vertelde hij mij in een interview in 2012. Een gesprek waarin hij ook vertelde dat hij in de jaren voor Saint Bartlett ook nauwelijks betrokken was bij het verdere opname proces en soms zelfs gewoon lag te slapen als de verdere muziek werd ingespeeld. Hoe het ook zij, sinds dat album is de liederensmid 100% in gaan zetten op zijn muzikale carrière, en heeft zijn baan als lagere school docent opgezegd. Niet zonder succes, en met het vooruitzicht dat 2014 wel eens zijn grote jaar zou kunnen worden.
Brothers And Sisters Of The Eternal Son, het derde album dat hij samen met Richard Swift op heeft genomen, zou namelijk weleens zijn grote doorbraak naar het brede publiek kunnen betekenen. Net als Maraqopa een concept album keert Damien Jurado op zijn elfde album terug naar het utopische dorp van de voorganger. Draaide het daar nog om een door zijn faam opgejaagde artiest die toen hij zijn succes probeerde te ontvluchten in het dorpje terecht kwam (in het gesprek dat ik met hem had verwees Jurado naar Jeff Buckley en Jason Molina, artiesten die in eens van de aardbodem leken te zijn gevallen), nu richt hij zich op het dorp zelf. Althans, zo wil het verhaal dat met de plaat meereist en wij “de pers” dus braaf over pennen. Het zal echter niet gelogen zijn, daar Jurado twee jaar terug al aangaf bezig te zijn aan een opvolger over zijn eigen droomdorp.
Het is echter niet het thema dat de plaat maakt. Dat is het vermogen van Damien Jurado om bijna twintig jaar in zijn carrière conventies en verwachting los te laten en al experimenterend met Swift gewoon de plaat te maken die hij wil maken. Een singersongwriter die geenszins de noodzaak voelt om te klinken als een singersongwriter, betreedt hij hier nog meer de velden van retro en psychedelische rock. Interessant genoeg gaat hij hier niet alleen door op de muzikale weg die hij op de twee voorgangers is ingeslagen, maar valt hij ook terug op zijn eigen geluid uit begin jaren 2000, waar hij – onder invloed van zijn vriend David Bazan – experimenterende was in zijn indie alternative country folk geluid. En juist hierdoor stijgt nummer elf boven de tien voorgangers uit, het beste van beide werelden combinerend om zo een geheel nieuwe wereld te creëren.
Maar welke wereld Jurado ook creëert, indiefolk, lofi, slowcore, retropsychpop of een combinatie van dit alles, hij wordt bewoond door prachtige liederen. Want dat blijft in alles toch de kracht van Jurado. Is het alleen met gitaar of piano of omringt door een volle concertbak gevuld met super multi-instrumentalist Richard Swift, de kracht zit in het skelet niet in de spieren en het vet er om heen. Een meesterwerk, weliswaar zonder een Intoxicated Hands. Dat is echter meer mijn gebrek. Die eerste keer was namelijk zo indrukwekkend. The first cut is the deepest zong Cat Stevens al eens. En het mes ging diep die zondagavond, samen met mijn vriendin aan de Belgische radio gekluisterd. Echt, het zal uiterlijk de volgende ochtend zijn geweest dat ik Jonathan een email stuurde, “Doe mij die Damien Jurado óók!!!”. Hij had me vast en heeft mij nooit meer losgelaten. Ook weer nu niet, ongeacht welk nieuw pad hij ook is ingeslagen.