Tandartsenland stond in 2012 op zijn kop. Het kabinet – nog met de PVV-gedoogsteunconstructie – besloot in al zijn wijsheid een proef te starten met vrije tarieven voor zogenaamde mondzorg. Het idee was dat tandartsen drie jaar de tijd zouden krijgen om zelf de prijs te bepalen voor bepaalde behandelingen, zoals periodieke controles, vullingen, verdoveringen en gebidsfoto’s. Dat zijn behandelingen die buiten het basispakket van de zorgverzekering vallen, dus waarom zou de overheid daar een prijsmaximum aan moeten stellen? Laat de markt zijn werk doen! Echt iets voor de liberalen.
Maar wat gebeurde er? Na drie maanden bleken de prijzen voor de broodnodige mondverzorging de pan uit te rijzen. De prijzen van de genoemde behandelingen waren met maar liefst 6,2 procent gestegen. Nog even en de tandarts komt alleen nog voor de absolute elite zijn stoel uit, zo was de angst in de Tweede Kamer. Daarbij kwam ook nog dat de tandartsen nogal creatief waren met de cijfers: ze vonden dat de normale inflatiecorrectie – ongeveer 3 procent – niet meegenomen hoefde te worden in de prijsstijging. In feite waren de prijzen dus met ongeveer 10 procent gestegen, zo luidde de voorzichtige conclusie.
De PvdA zag haar kans schoon en diende een motie in om het project onmiddellijk stop te zetten. De PVV, inmiddels niet meer loyaal aan het kabinet en met de verkiezingen in het vooruitzicht, stemde voor de motie, waardoor een meerderheid ontstond. De VVD, jongens van de vrije markt, stemde tegen. De motie werd aangenomen, per 1 januari 2013 waren de vrij tarieven weer verleden tijd.
Peter Ruys, oprichter van Zorgkiezer.nl, deed onafhankelijk onderzoek naar de tarieven: “Wij begonnen een groot project om voor transparantie te zorgen over tandartstarieven. Dat was een helse klus, mede omdat niet alleen vrije tarieven waren ingevoerd, maar ook omdat tegelijkertijd het hele prijssysteem – met verschillende codes voor elke behandeling – behoorlijk op de schop ging. Daar komt ook nog bij dat er twee tandartsbonden zijn in Nederland, die niet goed samenwerken.”
Maar na maanden van monnikenwerk wist Ruys met Zorgkiezer toch de prijsverschillen inzichtelijk te maken. Hij onderstreept de stelling dat de prijzen flink waren gestegen: “Maar dat is logisch, pas als er transparantie is in de prijzen, en je het even de tijd geeft, kan de markt zijn werk doen. Wij deden al in 2000 hetzelfde onderzoek onder notarissen, waar de tarieven ook vrij werden gegeven. In eerste instantie stegen de prijzen met zo’n 10 procent, maar uiteindelijk zijn de prijzen – gerekend vanaf de start! – gemiddeld met meer dan 15 procent gedaald.” Op basis van een prijsstijging in de eerste paar maanden, moet je zo’n proef dus niet de nek omdraaien.
Pia Dijkstra (D66) stribbelde nog wel tegen door een motie in te dienen die de sector nog wat uitstel zou gunnen:
Verzoekt de regering, de mondzorgsector met klem te vragen duidelijke verbeteringen te realiseren, waar mogelijk ondersteuning te bieden en voorbereidingen te treffen om, indien de marktscan van de NZa in november geen verbeteringen laat zien op in ieder geval de ontwikkeling van de prijzen als wel de kwaliteit, het experiment met de vrije prijsvorming in de mondzorg per 1 januari 2013 te kunnen laten eindigen.
Kortom: geef dat experiment nog een kans! Nu stoppen is zonde. De motie werd verworpen, CDA, D66, CU, SGP en opvallend genoeg GroenLinks waren voor, maar de VVD was tegen. Met de steun van de VVD was er een Kamermeerderheid geweest voor de motie, en was het project – in ieder geval voorlopig – voortgezet.
Dijkstra stelt tegenover ThePostOnline dat de VVD hier een fout heeft gemaakt: “De VVD had de proef nog een kans kunnen geven, maar dacht ten onrechte dat de motie geen verschil zou maken. Dit terwijl met steun van de VVD er een meerderheid was ontstaan. Later hebben Kamerleden dat in de wandelgangen ook wel toegegeven. Jammer.”
Dan de VVD, daar hebben ze een andere lezing, GroenLinks zou een fout hebben gemaakt, niet zij, wordt door de woordvoerder per e-mail gemeld aan ThePostOnline:
De VVD heeft indertijd tegen deze motie gestemd omdat de motie ondersteuning was van staand beleid. De gewoonte is om daar inderdaad niet voor te stemmen. Dat de motie de het uiteindelijk niet heeft gehaald komt omdat GroenLinks per ongeluk voor de motie heeft gestemd, terwijl ze daar eigenlijk tegen waren. In het geval dat de VVD ook voor zou hebben gestemd zou de motie onbedoeld zijn aangenomen maar dat is niet het geval geweest.
GroenLinks zegt in een reactie aan ThePostOnline niet per ongeluk voor de motie te hebben gestemd: “Het ging wat ons betreft om een afzwakking van de motie van de PvdA -, het ging er ons om dat de prijzen omlaag zouden gaan en dat was ook een beoogd doel in de motie van Dijkstra. Wij hebben dus bewust voor deze motie gestemd. Een beetje raar dat de VVD dit beweert.”
Dat VVD tegenstemt omdat de motie ondersteuning van staand beleid is, is onzin, stelt Ruys: “Dat is een trucje. Je kunt je wel verschuilen achter termen als ‘staand beleid’, maar feit blijft dat het wel degelijk verschil had gemaakt als de VVD gewoon voor had gestemd. Dan kun je achteraf naar andere partijen wijzen, maar je moet gewoon doen waar je voor staat.”
Ook dit spreekt de VVD tegen:
Het zou bijzonder zijn als de Tweede Kamer massaal moties zou ondersteunen die bestaand beleid onderstrepen, omdat de motie als middel daarmee aan kracht afdoet.
Dat zou inderdaad bijzonder zijn. Maar deze motie had wel degelijk verschil gemaakt, en dat is het doel van een motie.
Dan een sprong naar 2013. Volgens onderzoeksbureau Milliman en de Associatie Nederlandse Tandartsen, zijn de cijfers van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), waarop het besluit gebaseerd is te stoppen met de proef niet betrouwbaar. De prijsverandering tussen 2011 en 2012 zou verkeerd zijn berekend. Zoals ook Ruys al aangaf is het een ingewikkelde berekening omdat ook het prijssysteem zelf een transitie had gemaakt.
Dijkstra stelde kamervragen aan minister Schippers, die deze week beantwoord werden. De vraag was duidelijk: we hebben een beslissing genomen op basis van onbetrouwbare cijfers, zullen we het nog een keer proberen, eventueel eerst op kleine schaal?
Minister Schippers antwoordt ontwijkend: We hebben al veel van de sector gevraagd, laten we dit niet doen en in plaats daarvan een meerjarenplan opstellen met de sector.
Volgens Ruys zijn de berekeningen van (NZa) misschien niet helemaal gedaan zoals het hoort, maar klopt de strekking dat er in de eerste maanden wel degelijk sprake was van een behoorlijke prijsstijging. Iets dat de beleidsmakers hadden kunnen zien aankomen als ze hadden gekeken naar eerdere transities van vaste prijzen naar vrije tarieven.
Toch overweegt Dijkstra, als het jaarlijkse debat over de sector in de Tweede Kamer plaatsvindt, wederom een poging te doen een proef te starten: “De cijfers blijken immers onbetrouwbaar en de verhoudingen in de Tweede Kamer zijn veranderd.”
De tandartsen zelf zijn verdeeld: in 2012 wilde 53 procent van de sector de proef voortzetten, zo blijkt uit onderzoek onder 212 tandartsen, weet Ruys te melden.
De conclusie van het hele verhaal is dat we op dit moment vrije tarieven hadden kunnen hebben bij de tandarts, waarbij de kans groot was geweest dat de prijzen gemiddeld lager hadden geleden dan nu het geval is. De proef is overhaast ingevoerd, met zowel een aanpassing in de declaratiesystematiek als de invoering van vrije tarieven.
Maar dan nog had de proef door kunnen gaan. De PVV wilde echter met het oog op de verkiezingen een statement maken, en de VVD miste een kans voor open doel om dat te voorkomen. Uit de beantwoording van de kamervragen door VVD-minister Schippers blijkt dat de liberaren er weinig voor voelen een nieuwe poging te doen.
Ondertussen kostte de invoering – en kort daarop de afschaffing – zowel voor tandartsen als de overheid bakken met geld en zeeën van tijd, en zijn we geen stap verder.