We hebben afgesproken in een cafeetje in Hamra. Shant kijkt een beetje zenuwachtig om zich heen, zijn blik steeds op de ingang van het restaurant geworpen. Hij heeft ons uitgenodigd om zijn moeder te ontmoeten, nu zij een week bij hem op bezoek is in Beiroet.
Shant is een Armeense Syriër. Hij is opgegroeid in Aleppo en heeft daar zijn hele leven gewoond, totdat hij 1.5 jaar geleden de stad moest ontvluchten door het toenemende geweld. “Ik liep over een brug en zag een aantal lijken liggen. Het deed mij niets meer. Dat was het moment waarop ik mij realiseerde dat ik weg moest gaan. De dood was normaal voor mij geworden, het was tijd om te gaan”.
Ondanks de hevige gevechten die toen al aan de gang waren tussen de opstandelingen en het Syrische leger was het vliegveld in Aleppo nog gewoon open. Hij nam een directe vlucht naar Beiroet, en ontvluchtte zo het geweld in zijn geliefde stad. Nu woont hij in Beiroet samen met zijn broer, en werkt hij als tv presentator voor de Iraakse tv zender Al-Etejah. Hij heeft zijn eigen politieke talkshow: Direct Act. Zijn ouders en Homie – de cocker spaniel – zijn ondanks de oorlog die nu bijna drie jaar gaande is achtergebleven in Aleppo.
Deze week is zijn moeder op bezoek. Ze is met de bus uit Aleppo gekomen. De busreis duurde vroeger zo’n zes uur, nu duurde het 24 uur omdat ze langs 126 (!) militaire checkpoints moesten. Eerst de bus naar Tartus, en vervolgens naar Beiroet. Een bijzonder stressvolle reis is een understatement. De snelwegen zijn in handen van het Syrische leger, daarom rijden de bussen nog. Ze vertrekken dagelijks vanaf het Charles Helou busstation in het centrum van Beiroet – het leven gaat blijkbaar gewoon door.
Wanneer Suzy binnen komt lopen gaat Shant enthousiast staan. Hij is duidelijk trots om zijn moeder eindelijk aan ons voor te stellen. Het is een prachtige jong uitziende vrouw – iedereen is stomverbaasd dat ze al 48 is. Grote handen die getekend zijn door de oorlog liggen vredig op haar schoot. Haar ogen stralen kracht, maar tegelijkertijd ook angst uit. Ze heeft veel meegemaakt.
“Het is na vijven en ik zit in een restaurant!” zegt ze enthousiast. Ze legt me uit dat iedereen in Aleppo voor vijf uur binnen moet zijn, aangezien het te gevaarlijk is om buiten te zijn als de avond valt. Suzy werkt als schoolhoofd op een ‘grote’ school in Aleppo. Voor de oorlog waren er 1500 studenten, vandaag de dag nog slechts 120.
Ze woont in het door het Syrische leger gecontroleerde deel van Aleppo. Een groot militair checkpoint staat voor haar huis, evenals een aantal tanks. Soms vallen er zelfgemaakte bommen in de buurt, maar bang is ze niet. Ook denkt ze er niet over na om Aleppo te verlaten, ondanks het zware leven. “Pas als het Vrije Syrische leger mijn wijk overneemt vertrek ik”, zegt ze verbeten. “Het Vrije Syrische leger?” zeg ik verbaasd – doelend op het feit dat zij toch de enige ‘normale’ oppositie’ partij zijn. Suzy lacht en kijkt mij indringend aan. “ISIS, Jabhat alNusra, het Vrije Syrische leger, voor mij is alles hetzelfde. Allemaal hebben ze grote baarden en radicale Islamitische denkbeelden. Nee het Vrije Syrische leger is geen haar beter dan bijvoorbeeld ISIS”.
Haar zoons mist ze het meest. Ze had hen sinds ze Aleppo verlieten – anderhalf jaar geleden – niet meer gezien. Gelukkig hebben ze een generator waardoor ze toch gebruik kunnen maken van internet. Ze skypen vaak, ook met hond Homie. “En ik kijk altijd naar de tv uitzendingen van Shant”, zegt Suzy trots. Ondertussen veegt ze een paar tranen uit haar ogen.
Terwijl we zitten te praten krijg ik een SMS van mijn moeder. “Ik hoor net dat er weer een grote aanslag was in Beiroet [red. bij een bom in Dahiye, zuidelijke buitenwijk van Beiroet, vielen gister vier doden] en wil even weten of je ok bent, geef je een levensteken?”. Ik kijk met een bittere bijsmaak naar mijn telefoon. Het is inmiddels zo’n zeven uur geleden dat die bom afging – het is duidelijk iets over tienen in Nederland en mijn ouders kijken het journaal. Ik vertaal het sms’je aan Shant en zijn moeder. We moeten hard lachen. Hoe anders kan het leven zijn? Mijn ouders veilig in Nederland die zich zorgen maken om een bom in een zuidelijke wijk van de stad, terwijl de ouders van Shant in een van de gevaarlijkste steden ter wereld wonen waar dagelijks tientallen doden vallen. De stress die dit met zich meebrengt is onbegrijpelijk voor een Nederlander als ik.
Als we buiten een sigaret staan te roken vraag Suzy mij of ik goed op Shant wil blijven letten. “Hij moet aan zijn toekomst denken en geld sparen om de regio te verlaten. Er is niets meer over in Syrië, het is ‘khalas’. Het is tijd om te gaan”.
Ik druk haar op het hart om op haar zoon te blijven letten. “Een goede reis terug” heeft nog nooit meer gemeend geklonken dan nu. Ik hoop haar in de zomer weer hier te zien.
Welmoed Korteweg studeert Internationaal Publiekrecht en loopt stage bij de Nederlandse Ambassade in Beiroet. Zij schrijft elke week op persoonlijke titel over haar avonturen in Libanon. Haar eerdere verhalen vindt u hier.