Overleven. Een paar kilometer verderop vanaf mijn huis in een loods van een voormalig asielzoekerscentrum in Blaricum én de gruwelijke beelden en de verhalen over Syrië dinsdagavond, ze willen maar niet matchen. ‘De mensen balen een beetje van het leven, de crisis maakt ons somber, negatief en de mensen zijn ontevreden over de regering en onzeker over de toekomst.’ Inderdaad John de Mol, een mooi bedachte commerciële filosofie, gaat er wel in bij de kijkers, maar wil je het woord ‘overleven’ nooit en te nimmer meer in je mond nemen?
Hopelijk keek je dinsdagavond na je eigen Utopia ook nog even naar Altijd Wat (NCRV) en Nieuwsuur (NOS), met daarin verhalen over massale verkrachtingen, muizen en ratten in de vagina van vrouwen, uithongering en foltering in datzelfde Syrië. Daar is ‘overleven’ net iets anders dan de kippen voeren, de koeien aaien, pannenkoeken bakken voor de aapjeskijkers op het ‘desolate’ terrein, ruzie maken tijdens de borrel en janken bij een briefje van het thuisfront.
Utopia mag de gemoederen tussen Sanoma en De Mol dan sussen door de hoge kijkcijfers, het programma heeft de diepgang van een plat bord. Hoe mooi was het niet geweest als het casten en de uiteindelijke screening van de bewoners op een intelligente wijze had plaats gevonden, zeker als het gaat om ‘het bouwen aan een nieuwe samenleving’.
Dan is een iets hoger IQ dan dat van Bonnie St Clair niet alleen functioneel voor het proces, maar maakt Utopia in ieder geval meer de moeite waard om iedere avond naar te kijken. Nu prikkelen de dagelijkse besognes van de bewoners me op geen enkele manier, want met een vette voice-over, vol met clichés, ‘de heimwee bij Lindy heeft genadeloos toegeslagen’, kom je er niet.
Lindy is al weg en heeft als eerste kandidaat het overlevingskamp dus niet overleefd. De volgende die vertrekt is Harold, een kruising tussen een Neanderthaler en een Hanenkam, dé ultieme knuffelbeer, die zich ondanks zijn warmte ‘overbodig’ voelt in de groep. Ja, Harold, ik leef met je mee, dat moet een heel naar gevoel zijn.
De Mol speelde vóór het begin van Utopia nog zo oprecht mogelijk de zuivere tv-maker. Alleen de camera’s registreren. Er wordt niet gemanipuleerd, geduwd, getrokken of verhaallijntjes bewust ingestoken door de eindredactie en regisseurs van het programma. ‘What you see is What you get.’
Helaas, juist vlak voor het ultieme breekpunt van onze goedzak Harold, ‘hij gooit de handdoek in de ring’, roept zijn vrouw door een megafoon vanuit het bos, dat ie ‘vol moet houden’ en dat ze ‘van hem houdt’. Het meisje van de productie heeft haar werk goed gedaan en bleef netjes buiten beeld toen ze de megafoon aanreikte.
Een lawine van emoties stort over de reus heen, het grote lichaam krimpt ineen als de medebewoners zich en masse op hem storten.
Goed geproduceerd, crew, petje af, helaas wel een beetje doorzichtig.
En De Mol wordt weer betrapt op misleiding en goedkope PR-praat, met maar één doel: zijn lucht internationaal verplaatsen en aan de man brengen, hetgeen hem ook lukt. Zelfs tv-prijzen vallen hem ten deel, wat weer veelzeggend is wat daar zo langzamerhand de criteria voor zijn.
Dus terug naar de meester: van Utopia moeten we dus positief worden. Mij maak je thuis blij als er minimaal sprake is van een tikkeltje diepgang, zelfs als ik alleen maar verstrooiing of amusement wil. Een simpel verhaallijntje, met een kop en een staart, langzaam opgebouwd en eindigend in een climax.
De Mol beloofde ‘spannende’ tv bij aanvang van het project, maar dat maakt hij op geen enkele manier waar.
Zolang ik nog gekopieerde, platte teksten hoor als ‘drank maakt meer kapot dan je lief is’ heb ik geen enkel vertrouwen in de nieuwe samenleving van het creatieve brein De Mol. De hoge kijkcijfers ten spijt.