Ahmed Marcouch, een politieke biografie

23-01-2014 13:54

dossier_marcouch_530

In 2009 besloot het gemeentebestuur van Amsterdam in zijn onmetelijke wijsheid om voor de vierde keer het aantal stadsdelen aan te passen. Eerst werd het aantal stadsdelen steeds verhoogd tot er wel dertien, veertien waren. Vervolgens werd het aantal stadsdelen weer stapsgewijs verkleind en in 2010 moesten de overgebleven deelgemeentes in 2010 fuseren tot nog maar zeven grote stadsdelen, waaronder het nieuwe stadsdeel Nieuw-West met ongeveer 138 duizend inwoners. Na de verkiezingen in maart 2014 verdwijnen ze helemaal en worden ze omgezet in zogeheten bestuurscommissies.

Bloedgroepen

De fusie in 2010 betekende niet alleen een organisatorische bundeling van het ambtelijke apparaat en de diensten, maar ook dat de PvdA-afdelingen van de stadsdelen Osdorp, Geuzenveld-Slotermeer en Slotervaart moesten opgaan in één nieuwe afdeling Nieuw-West. De afdelingen gingen ‘bloedgroepen’ heten, naar analogie van de drie christelijke partijen waaruit het CDA ooit ontstond met de daarbij horende bloedgroepenstrijd. Anderen noemden het ‘gewoon de gebruikelijke ordinaire strijd om de macht’.

De partij-afdelingen en de stadsdeelbesturen van Osdorp en Geuzenveld, ook daar gedomineerd door de PvdA, waren mordicus tegen de vorming van het nieuwe superstadsdeel zoals het al snel ging heten. Die bestuurders en een deel van de PvdA-raadsleden in Nieuw-West hadden nog iets gemeen, namelijk een sterke afkeer van Ahmed Marcouch, de gedoodverfde lijsttrekker voor de deelraadsverkiezingen in maart 2010 en daarmee de kandidaat-stadsdeelvoorzitter van het nieuwe stadsdeel. Er was, zoals in het vorige hoofdstuk gemeld, ook een nieuwe tegenkandidaat opgestaan, Achmed Baâdoud, tot dat moment portefeuillehouder (stadsdeelwethouder) van Osdorp.

Enorm veel strijd…

De totstandkoming van de nieuwe PvdA-afdeling en de procedure rond de kandidaatstelling van de lijsttrekker leverde enorm veel strijd op en is voor een gewoon mensenkind niet te volgen. De hele gang van zaken valt zeker niet te beschrijven, zonder afwisselend de gaapzucht, verwondering, wrevel en het ongeduld op te wekken bij de lezer. Maar begin november waren de conflicten binnen de nieuwe partij-afdeling zo hoog opgelopen, dat ze onoplosbaar waren geworden voor de betrokkenen. Toenmalig partijlijder en wethouder Lodewijk Asscher werd gevraagd om de patstelling te doorbreken en te bemiddelen. Er rolde een afspraak uit. Er zouden nu twee kandidaten komen. Marcouch op 1 en Baâdoud op 2. De leden van de nieuwe partij-afdeling zouden beslissen wie uiteindelijk de lijst zou aanvoeren.

… en laster

Hans Aertsen die op het moment dat Marcouch mei 2006 aantrad, voorzitter werd van de PvdA-afdeling in Slotervaart, maakte het allemaal van nabij mee. Aertsen was in mei 2011,  toen ik hem sprak 64 jaar en heeft een eigen ICT-bedrijf. Hij kwam in 1960 als jongetje van twaalf naar Slotervaart en woont met uitzondering van een periode in Hoofddorp, het grootste deel van zijn leven in het stadsdeel. In de loop van die vier jaar dat hij Marcouch meemaakt, werd ook hij een Marcouch-bewonderaar. Hans Aertsen, merkte dat de tegenstanders van Marcouch in het nieuwe PvdA-afdelingsbestuur Nieuw-West eind 2009 ‘kwaadaardige spelletjes speelden en niet te vertrouwen waren’.

‘Uiteindelijk zijn alle Marcouch-aanhangers er ook allemaal vakkundig uit gewerkt’

In de periode rond de kandidaatstelling werden bijvoorbeeld anonieme e-mails verstuurd aan een brede kring journalisten en anderen, met de lasterlijke beschuldiging dat Marcouch meerdere vrouwen aangerand zou hebben. ‘Dat was echt een hele gemene en walgelijke beschuldiging. Daaruit bleek eigenlijk al dat het niet om de politieke inhoud ging,’ vertelde Aertsen, ‘Maar de bestuursleden uit Osdorp en Geuzenveld beweerden dat ze harde bewijzen hadden voor die vermeende aanrandingen. Die bewijzen hebben wij natuurlijk nooit gezien en die waren er  ook helemaal niet. Er werden meerdere malen e-mails verstuurd naar de media met details die alleen uit onze eigen kring konden komen. In september 2009 waren de verhoudingen binnen het nieuwe afdelingsbestuur al zo slecht dat er eigenlijk niet meer te werken viel. Een deel van het nieuwe bestuur ging bijvoorbeeld vergaderingen organiseren, waar de PvdA-leden uit Slotervaart niet voor uitgenodigd werden. Uiteindelijk zijn alle Marcouch-aanhangers er ook allemaal vakkundig uit gewerkt.’

Hij was veel te ‘netjes’ gebleven, moest Aertsen achteraf constateren. ‘Na die lasterlijke e-mails hadden eigenlijk alle alarmbellen moeten afgaan bij mij. We hadden moeten kiezen voor een echte verkiezing met alle leden. De meerderheid van de 600 leden in heel Nieuw-West steunde Marcouch en hij zou ruimschoots gewonnen hebben. Nu bleken vooral de anti-Marcouchisten heel erg actief te zijn. Ik had de steun voor Marcouch beter moeten mobiliseren om een tegenwicht te vormen tegen de kwade geesten uit Osdorp en Geuzenveld. Dat hebben we gewoon niet goed gedaan.’

Verrijzeniskerk

Op 3 december 2009 werd een gezamenlijk vergadering van de nieuwe partij-afdeling gehouden in de Verrijzeniskerk in Slotervaart, waar die vijandige anti-Marcouch-stemming al heel manifest werd. Er hing de geur van wilde beesten in de lucht. Bovendien bleek er die avond plotseling ‘als een duveltje uit een doosje een derde kandidaat ontpopt te zijn,’ zoals Marcouch’ medebestuurde Ineke Ketelaar het formuleerde: de stadsdeelvoorzitter van Osdorp Marjo Teuling.

Achmed Baadoud

Achmed Baâdoud

Het zou een debat worden tussen de kandidaten, dat geen debat mocht heten, geen debat wilde worden en ook geen debat werd. De bestuurders mochten op een reeks nogal nietszeggende stellingen reageren, met de bedoeling om de evidente tegenstelling tussen de kandidaten Baâdoud en Marcouch weg te masseren. Achmed Baâdoud was als Marcouch, eveneens van Marokkaanse afkomst en ook sympathiek. Daar hielden de overeenkomsten wel zo’n beetje op, want voor de rest konden de tegenstellingen tussen de twee kandidaten niet groter zijn.

De één, Marcouch, was een doener met een missie, een man die voortdurend zijn stem in de media liet horen, de buitengewoon ernstige problemen in zijn stadsdeel zonder omhaal van woorden benoemde en bezig was die aan te pakken. De ander een zelfbenoemde ‘stille diplomaat’, gericht op harmonie, die ontkende dat er veel grote problemen in het nieuw te vormen stadsdeel Nieuw-West waren. Hij bekritiseerde Marcouch over het feit dat hij zich te veel concentreerde op de probleemgroepen en de problemen in zijn stadsdeel. Baâdoud vond dat Marcouch zich veel meer had moeten inspannen voor de grote groep waar het wel goed meeging. Vanuit socialistisch perspectief gezien, is dat op zijn zachtst gezegd, een verrassend standpunt. Uitgaande van die opvatting, zou er eigenlijk ook een nieuw doelgroepenbeleid moeten komen voor de circa honderdduizend multimiljonairs die er in Nederland rondlopen.

Bloeddorst

Het werd die avond al heel duidelijk dat het erom ging spannen voor Marcouch.

Edith Mastenbroek, voormalig Europarlementariër voor de PvdA, was erbij en zag het al aankomen. Mastenbroek, die een paar jaar later onverwacht overleed, was inwoner van Slotervaart en fan van Marcouch. ‘Er waren veel PvdA-leden uit de andere stadsdelen in Nieuw-West gekomen. We kennen die bloeddorst die altijd binnen de PvdA bestaat. Die werd die avond zichtbaar. De vijandigheid tegenover Marcouch in een deel van de zaal, kon je in dikke plakken snijden. Marcouch probeerde zijn tegenstrever Baâdoud uit de tent te lokken, tot debatteren te dwingen, maar dat lukte hem eigenlijk niet goed, want Baâdoud gaat het debat altijd uit de weg. Daardoor leek het of Marcouch moest vechten voor die baan in plaats van Baâdoud.’

Het ging die avond ook niet om een strijd over de politieke richting, zoals ik zelf aanvankelijk in mijn naïviteit dacht. Medebestuurder Ineke Ketelaar legde uit hoe volgens haar de vork in de steel zat: ‘Het feit dat Marcouch een uitzonderlijk politiek talent was en in de voorgaande  vier jaar veel ambitie en daadkracht had getoond, speelde geen enkele rol in de discussie. Net als het feit dat hij een enorme stemmenmagneet was, toch ook niet onbelangrijk voor een politieke partij. Iedereen ging voor zijn eigen baantje. Wat was het anders? Marcouch kreeg voortdurend de meest bizarre beschuldigingen naar zijn hoofd geslingerd. De stemming bleek plotseling gekanteld en de sfeer was volledig  gepolariseerd. Er liep daar een aantal blanke PvdA-leden rond die eerder Marcouch steunden, maar ineens heel anti-Marcouch waren geworden. Die zijn gewoon gebruikt. Er waren plotseling ook heel veel Marokkaanse PvdA-leden die ik echt nooit op een ledenvergadering heb mogen betrappen. Toen was al bekend dat er in de maanden daarvoor Marokkaanse stemmen waren geronseld, mensen waren omgekocht en onder druk gezet. Maar die avond is het echte trekken, duwen en manipuleren begonnen.’

Daarnaast was een hele groep stichtingsallochtonen en ook Hollanders die in de welzijnsindustrie zaten, sterk aanwezig die avond, was Ketelaars observatie. ‘Zij hadden een belangrijk motief, want onder een nieuw bewind van Marcouch, hadden ze waarschijnlijk geen cent meer verdiend. Ik zag die avond voortdurend die onderonsjes. Dat was echt heel opvallend. Het had allemaal niets met een politieke richtingenstrijd te maken, alleen met plat opportunisme.’

Strijd in Nova College

Een paar dagen later, op 7 december 2009, vond de echte lijsttrekkersverkiezing plaats in de aula van het Nova College in Nieuw-West. Er werd gestemd via elektronische stemkastjes en een draadloze verbinding met een stemcomputer, die de uitslagen op een scherm projecteerde. In de eerste stemronde streden de drie kandidaten Baâdoud, Marcouch en Teuling. De aula was  stampvol. Veel belangstellenden, tal van PvdA-prominenten, BN’ers en fans van Marcouch waren van ver buiten de stad afgekomen op het verwachte spektakel. Alleen hadden deze supporters allemaal geen stemrecht.

Links van het gangpad zat een grote groep jonge Marokkanen die volgens de partijveteranen nog nooit bij een PvdA-vergadering waren geweest, met een stemkastje op de schoot. Het werd een zinderende avond met een bizar verloop. De aanhangers mochten voor de microfoon hun favoriete kandidaat aanprijzen. Vier voor Baâdoud en achttien aanhangers voor Marcouch, een bonte verscheidenheid van Marokkanen, Nederlanders, homo’s, moslims en ongelovigen die warme, ontroerende en zelfs hartstochtelijke pleidooien voor de kandidaat Marcouch hielden. Maar ook die fans, op een enkele uitzondering na, hadden geen stemrecht, omdat ze geen PvdA-lid waren en in Nieuw-West woonden.

‘Als Baâdoud straks niet gekozen wordt, gaat het nog matten worden’

Pizzakoeriertjes

Na alle pleidooien voor Marcouch was de zaal rumoerig en voorzitter Hans Ouwerkerk had grote moeite om de aanwezigen rustig te krijgen. Collega-bestuurder Ineke Ketelaar zat samen met het Marokkaanse voormalige Tweede Kamer-lid Samira Abbos vooraan op de eerste rij met Marcouch. ‘Het was echt een afschuwelijke avond,’ vertelde Ketelaar, ‘Samira Abbos, ook een aanhanger van Marcouch, had er al meteen een hard hoofd in. Zij keek op gegeven moment achterom en zag al die pizzakoeriertjes in de zaal zitten, zoals zij het noemde. “Als dat maar goed gaat,” zei Abbos, “Als Baâdoud straks niet gekozen wordt, gaat het nog matten worden.”

De uitslag verscheen op het scherm. Marcouch kreeg de meerderheid van de stemmen, 88 stemmen, Baâdoud 79 en Teuling 9. Maar die meerderheid voor Marcouch was net geen absolute meerderheid. Met één extra stem was Marcouch wel boven de vijftig procent gekomen en had hij meteen gewonnen.

Nu werd een tweede stemronde noodzakelijk tussen de twee overgebleven kandidaten Baâdoud en Marcouch en gebeurde er iets dat niemand van tevoren had kunnen bedenken: de stemmen staakten. Zowel Baâdoud als Marcouch kregen 88 stemmen. Wat nu? Toen vertelde avondvoorzitter Hans Ouwerkerk dat de statuten voorschreven dat er geloot moest worden. Een flink deel van de aanwezigen in zaal protesteerde. Er hing onlust in de aula. Het kon toch niet zo zijn dat het toeval besliste wie er kandidaat zou worden en een stadsdeel van 138 duizend inwoners ging besturen?

Ouwerkerk schorste de vergadering voor overleg in een achterkamertje. Dat overleg duurde meer dan een uur.

Lees ook de eerdere hoofdstukken.

Vrijdag in deel 2 van hoofdstuk 5 onder andere:

Edith Mastenbroek verliet direct na afloop van het demasqué, de zaal en riep: ‘Gadverdamme, wat een sof! Hoezo overwinning voor de democratie? Vanavond bleek dat Baâdoud een blik met stemmen had open getrokken met Marokkaanse jongetjes die nog nooit iemand op een partijbijeenkomst had gezien.’ Later sprak ik Mastenbroek uitgebreid over de gang van zaken. ‘Achteraf is gebleken dat er stemmen geronseld waren, maar dat was dus eigenlijk op die avond zelf al heel duidelijk,’ vertelde Mastenbroek, ‘Want waar kwamen die jongetjes in één keer vandaan? Ze denken zeker dat we allemaal gek zijn. Dat is natuurlijk het echte verhaal, dat toen nog grotendeels onder de oppervlakte bleef. De ene kandidaat Marcouch was bezig met de politieke inhoud en zijn tegenstander Baâdoud was bezig met het manipuleren van de verkiezingsuitslag. Dat noemt hij een zege van de democratie.’