Tijdens die lange schorsing verliet een groep stemgerechtigde leden de zaal, vertelde Hans Aertsen. Zij lieten de stemkastjes onbeheerd achter, die volgens Aertsen in het Baâdoud-kamp terechtkwamen. ‘Wij hadden niet voorzien dat er mensen weg zouden lopen. Er bleek ook niets geregeld te zijn over het inleveren van de stemkastjes,’ vertelde Aertsen, ‘Ik heb zelf gezien dat er een stuk of acht Marcouch-aanhangers vertrokken zijn. Dat waren al wat oudere leden, die vonden dat het laat werd en bovendien heel gefrustreerd waren over het feit dat de lijsttrekker door loting aangewezen zou worden. Die stemkastjes bleven achter en werden tijdens de schorsing uitgedeeld aan Baâdoud-aanhangers. Verschillende mensen hebben gezien dat niet-PvdA-leden zo’n stemkastje in bezit hadden.’
Ik sprak met een ambtenaar van het stadsdeel die tijdens de derde stemronde, waartoe uiteindelijk werd besloten, zag dat meerdere mensen in de zaal met twee stemkastjes op hun schoot zaten. ‘Ahmed Bouchallikht, een voormalig PvdA-bestuurslid van Slotervaart, heeft dat ook gezien,’ vertelde Hans Aertsen, ‘Hij kon me ook precies de namen noemen van die Marokkanen. Van meerdere kanten is dat verhaal bevestigd.’
Ik hoorde ook van verschillende Marokkaanse Marcouch-aanhangers dat zij door Marokkaanse jongens onder druk werden gezet en werden geïntimideerd om op de tegenstrever van Marcouch te stemmen. ‘Dat waren jongens die nog nooit politiek actief waren geweest, maar wel Marcouch haatten,’ vertelde één van hen.
Tijdens de derde stemronde, bleek het effect van die manipulaties. Terwijl Marcouch in de twee eerdere stemrondes steeds precies 88 stemmen haalde en dus een zeer stabiele aanhang leek te hebben, kreeg hij er nu plotseling maar 83 en won kandidaat Baâdoud met 90 stemmen. In plaats van 176 uitgebrachte stemmen in de eerste twee rondes, waren er nu nog maar 173 stemmers, althans stemkasten. Drie stemgerechtigden of stemkasten waren, zo bleek toen al meteen, kennelijk in de ether opgelost. Niemand viel daarover. Niemand stelde er een vraag over.
‘Ik ben niet verrast,’ vertelde Baâdoud, ‘Wel heel blij. De democratie heeft gezegevierd.’
Edith Mastenbroek verliet direct na afloop van het demasqué, de zaal en riep: ‘Gadverdamme, wat een sof! Hoezo overwinning voor de democratie? Vanavond bleek dat Baâdoud een blik met stemmen had open getrokken met Marokkaanse jongetjes die nog nooit iemand op een partijbijeenkomst had gezien.’
Later sprak ik Mastenbroek uitgebreid over de gang van zaken. ‘Achteraf is gebleken dat er stemmen geronseld waren, maar dat was dus eigenlijk op die avond zelf al heel duidelijk,’ vertelde Mastenbroek, ‘Want waar kwamen die jongetjes in één keer vandaan? Ze denken zeker dat we allemaal gek zijn. Dat is natuurlijk het echte verhaal, dat toen nog grotendeels onder de oppervlakte bleef. De ene kandidaat Marcouch was bezig met de politieke inhoud en zijn tegenstander Baâdoud was bezig met het manipuleren van de verkiezingsuitslag. Dat noemt hij een zege van de democratie.’
‘De belangrijkste verdienste van Baâdoud was voor veel partijleden en raadsleden uit Osdorp en Geuzenveld, dat hij Marcouch niet was,’ zei Marcouch daarover later, ‘Zij hadden vier jaar lang met frustratie naar mij in Slotervaart zitten kijken. Er bestond ook een waarachtige tegenstelling tussen ons, laat we wel wezen. Mijn collega-bestuurders zeiden: “Ik ga er niet over.” Ze doken weg of ontkenden de problemen. Ik ging erop af. Ik heb het daar vier jaar lang ongelooflijk moeilijk gehad. Er was gewoon heel weinig beweging in mijn collega-bestuurders te krijgen, waar ik mee moest samenwerken. Al vanaf augustus 2009 werden er anti-Marcouch stemmen geronseld en tijdens de lijsttrekkersverkiezing is er ook nog eens gefraudeerd met stemkasten. Al die factoren speelden een rol in het feit dat ik net heb verloren. In de afdeling Slotervaart werd ik door een meerderheid gesteund en ook in de rest van Nieuw-West. Als de verkiezing eerlijk was geweest en iedereen was komen opdagen, dan had ik vast en zeker gewonnen.’
Maar klopte dat wel? Waarom waren zo veel aanhangers, dan niet komen opdagen?
Waar waren ze dan?
‘Er waren mensen in het kamp van Baâdoud met bepaalde ambities en belangen die een complot hebben gesmeed en de verkiezing hebben gemanipuleerd’
‘Het doorsnee partijlid was pro-Marcouch, heel simpel. Ik schat dat hij door zeventig tot tachtig procent van de leden werd gesteund,’ vertelde PvdA-veteraan Wim Knol, ‘Ik baseer dat op talloze ledenvergaderingen die ik heb bezocht. Hij was toch ook gewoon verreweg de beste kandidaat? Kom op man! Ze steunden juist zijn beleid. Als iedereen was komen opdagen, had hij ruim gewonnen. Jammer genoeg vond een groot deel van zijn aanhangers het niet noodzakelijk om in de benen te komen. Waarschijnlijk dachten ze dat hij wel op zijn sloffen zou winnen. Van de zeshonderd PvdA-leden in Nieuw-West, kwamen er op de beslissende avond 176 opdagen, minder dan dertig procent. 95 procent van de PvdA hier was en is Hollands en blank. Op een gemiddelde ledenvergadering, kom je normaal gesproken vrijwel nooit een Marokkaan tegen, maar op die beslissende avond bleken er toch in ene een zootje lid geworden te zijn zeg! Alleen al in Slotervaart waren 45 nieuwe Marokkaanse stemmen geronseld. Dus je kunt het rekensommetje gewoon maken. Er waren mensen in het kamp van Baâdoud met bepaalde ambities en belangen die een complot hebben gesmeed en de verkiezing hebben gemanipuleerd. Wij zijn zelf veel te naïef, te fatsoenlijk en te netjes geweest.’
April 2010 werd door het partijbestuur een commissie ingesteld onder leiding van voormalig Amsterdams wethouder Walter Etty om de onregelmatigheden uit te zoeken. De conclusie van de commissie Etty was op 22 juni dat er geen sprake was van ‘onregelmatigheden’.
Voormalig Slotervaart-voorzitter Hans Aertsen vond die uitkomst bizar. ‘Ik heb Walter Etty verteld over de fraude met de stemkasten en ook over die ronselpraktijken en die betalingen. Maar hij heeft dat allemaal niet onderzocht. Dat waren volgens Etty “alleen maar insinuaties”. Maar hij heeft gewoon niets onderzocht. Ik heb zelf vastgesteld dat er acht stemgerechtigde leden in de pauze waren vertrokken en dat die kastjes niet waren ingeleverd. Dat moet toch voldoende aanleiding zijn om het te onderzoeken. Dat hele onderzoek rammelde aan alle kanten.’
‘Tja ….. hoe zal ik dat netjes zeggen?’ zei Aertsen, ‘Ik ben daar natuurlijk kwaad en teleurgesteld over. Ik moet constateren dat de kwade geesten binnen onze partij hebben gewonnen en dat die kwade geesten met hun manipulaties ook nog eens weggekomen zijn. Daar hou ik niet van. Ik vind het heel gemeen wat er gebeurd is, om niet te zeggen crimineel. Mijn collega’s bleken heel erg onbetrouwbaar. De strijd ging uiteindelijk totaal niet om de inhoud, de politieke richting. Dat is somber om vast te stellen. Het werd een puur gevecht om de macht, waarbij het daarnaast ging om het zeker stellen van bepaalde persoonlijke zakelijke belangen in de welzijnssector. Dat was de alles bepalende factor. Ik weet ook wie daar achter zat, maar ik heb daarvoor geen harde bewijzen.’
‘Waarom moeten we altijd op zoek gaan naar duistere wegen om te winnen?’
Ik heb Achmed Baâdoud via zijn hoofd communicatie gevraagd om een interview om te kunnen reageren op deze beschuldigingen. Daar is nooit op gereageerd. Ik kreeg zelfs geen formele afwijzing. Ook enkele deelraadsleden die in het Baâdoud-kamp zaten, benaderde ik voor een vraaggesprek en ook zij reageerden nooit op mijn verzoeken per e-mail en mijn ingesproken telefonische boodschappen.
Naast de Marokkaanse Marcouch-haters, was er natuurlijk wel degelijk ook een groep Marokkanen die het verlies van Marcouch met lede ogen aanzag. Die zich de ogen uit hun kop schaamde voor die ronselpraktijken, de laster, verdachtmakingen en karaktermoord. De onzichtbare Marokkanen die je nooit hoort in de media. Zo’n onzichtbare Marokkaan klom in de pen om zijn woede te uiten. Hij stuurde zijn e-mail CC aan verschillende leden van de PvdA.
Hij vond de lijsttrekkersverkiezing in Nieuw-West verbazingwekkende gelijkenis vertonen met de praktijken die kennelijk tijdens de burgemeestersverkiezing in Nador van het voorgaande jaar plaatsvonden: ‘Mensen omkopen, intimideren en dwingen, stemmen ronselen. Het lijkt wel of wij Riffijnen en Marokkanen niet echt voor de democratie geschapen zijn. Ik zou bijna denken dat het genetisch bepaald is. Maar we zijn wel heel goed in het kapot maken van onze mensen en ze in diskrediet brengen,’ schreef hij.
‘Waarom kunnen we niet strijden via onze politieke ideeën? Waarom moeten we altijd op zoek gaan naar duistere wegen om te winnen? Er rust een vloek op ons. Het is echt schandalig dat we onszelf moslims noemen. Ik zie elke keer weer de bevestiging van het feit dat de Marokkanen in Nederland een spiegelbeeld zijn van de Marokkanen in Marokko. We hebben niets geleerd van onze aanwezigheid hier. We hebben gewoon alle malafide maffiapraktijken uit Marokko geïmporteerd. Mismanagement, slecht beleid, jaloezie, criminaliteit en corruptie, waar gaan we naar toe? De Marokkaanse kudde die op u stemt, denkt alleen maar in termen van antihomo en anti-Joods zijn. Ze zijn alleen maar bezig met het feit of ze wel een uitkering krijgen. Ze zijn zich totaal niet bewust van de ernst van de situatie in Nederland door de grote politieke verschuiving naar rechts. We gaan onszelf in de toekomst nog tegenkomen. De Marokkanen hebben weer eens het nationale nieuws gehaald. Als Marokkaan schaam ik me gewoon dood. Ik vraag me af of we het Nederlandse burgerschap wel verdienen.’
Lees ook de eerdere hoofdstukken.