Het moet twee weken na mijn begin in Brussel zijn geweest, bij een borrel van een NGO. Of een discussie bij een denktank. Misschien was het wel die ene politieke bijeenkomst geweest. Of was het toch…
Voor de meeste mensen staat Brussel gelijk aan ‘Europa’, een duizendkoppige bureaucratische moloch die de lidstaten wurgt en de democratie naar gruzelementen helpt. Maar er is een kleine groep mensen, in aantal vergelijkbaar met een middelgrote Nederlandse stad, die er anders over lijkt te denken. De Eurobubble.
De Eurobubble is niet zozeer een team, of een soort mensen, maar een sociologisch fenomeen. De bubble bestaat uit stagiaires, trainees, project managers en politici uit verschillende landen, die voor korte of langere tijd in ‘Europa’ werken en van Brussel hun thuis moeten maken. De beste manier om dat te doen is door te netwerken.
Omdat Brussel als politiek hart van de EU het centrum van de macht is, trekken steeds meer lobbyisten en organisaties vanuit de nationale hoofdsteden naar Brussel. Of dat goed is voor de democratie laat ik aan Thierry Baudet en andere grote denkers over. Voor de leden van de Eurobubble is het immers een feest. Doordat iedere grote politieke club, groep wetenschappers of internationale organisatie een kantoor in de stad heeft en zich in het hele politieke geweld wil profileren, zit er maar één ding op: borrels organiseren. Deze borrels (of discussieavonden, boekpresentaties, etc) zijn een waar geschenk voor de jonge stagiair.
Tussen het luisteren naar betogen over plastic soup en het democratisch tekort van de Syrian National Council, lopen er immers de nodige obers rond met schalen bitterballen, sandwiches en andere versnaperingen die een welkome aanvulling op een dieet van droog brood en water betekenen. De tafels staan vol met exotische fruitsalades, voor het eerst in weken haal ik mijn 2 ons groente per dag, dat alles weggespoeld met biologisch-dynamische champagne, gerijpt in de best mogelijke bronsgroen eikenhouten vaten.
Wat ik er nog alweer deed, vroeg de NAVO-ambtenaar vlak voordat ik zalmsandwich nummer 6 tussen mijn tanden wilde doen verdwijnen. Oh ja. Ik ben er als ‘public affairs assistant’, gespecialiseerd in ‘policy making and innovation management’ met een focus op ‘cross-border healthcare’. Maar op dit moment ligt de focus vooral op ‘educational reform’ en de ‘positioning of our international university in a civil context’. Het zijn vanavond duidelijk de juiste buzz words, want hij knikt instemmend als hij een ecologische wrap met kip-en-nog-iets analyseert. Als we allebei onze handen vrij hebben wisselen we kaartjes uit, want hij wil graag verder praten met onze ‘top-academics in international policies’. In mijn hoofd unlock ik een nieuw achievement: “Networking. Impressed a supranational civil servant.”
Mijn andere tafelgenoot kan een kleine glimlach niet onderdrukken. Ook hij was ooit stagiair en weet hoe uniek de dynamiek in de Eurobubble is. Als ik thuis kom heb ik een nieuw Facebook-bericht van m’n tafelgenoot. ‘Morgenavond Plux?’
Absoluut.
Beeld: Shutterstock.