De spannendste tv is rauwe tv. Geen toneelstukjes, niet aanbellen en de gast doet kwasi verrast open alsof hij de interviewer niet verwacht, en vooral geen decorum creëeren, zoals een fotowinkeltje in Rotterdam. Alles wat teveel bedacht is op tv, krijgt een te hoog tussen-de-schuifdeuren-gehalte en gaat schuren.
In die zin was het even schrikken toen ik de eerste keer naar Fotostudio De Jong keek, volgens de maker een documentair magazine. Allereerst châpeau: een bloedmooie leader, de opening van het programma. Gebaseerd op het oude filmrolletje, waarin we de Jong in zijn rol van onderzoeker naar het verhaal achter een foto in verschillende hoedanigheden voorbij zien komen. Niks mis mee.
Het begint pas te trekken als ik zijn Mercedes voor de deur van de fotowinkel zie staan. Die opsmuk heeft deze creatieve programmamaker echt niet nodig, is mijn mening. De Jong is het prototype van de empathische interviewer, het sterkst op locatie.
Daarom viel hij bij mij maar één keer echt door de mand en dat was in zijn rol van presentator tijdens Zomergasten. Daar heeft de sympathieke alleskunner nu net te weinig eelt voor op zijn ziel. En misschien gold dat ook wel voor zijn optreden in 24 uur met, ook van de VPRO.
Zaterdag nam Wilfried een voorschotje op de uitreiking van de Zilveren Camera en wellicht heeft hij van tevoren goed aangevoeld dat hij de winnaar al in zijn programma had. De eerste vrouwelijke -shame!- fotograaf, die de prestigieuze prijs voor de beste persfotograaf van het jaar wint: de Fotograaf des Vaderlands, Ilvy Njiokiktjien. Haar foto van de begrafenis van Mandela was voor de jury aanleiding om haar dit jaar de hoogste prijs toe te kennen.
De Jong begon zijn programma met een prozaïsch item over de 55000 foto’s van 11000 lijken, hét symbool van de onmenselijke, maniakale vernietingsdrang van president Assad van Syrië. Het belangrijkste en schokkendste nieuws van de afgelopen week. Een overloper van het régime toonde de gruwelheden aan de wereld.
Juist vanwege zijn kracht als schrijvend journalist voegt De Jong alsnog iets toe aan een item, dat we tot in den treure op ons netvlies hebben gekregen. “De beelden werken als een boze droom door in mijn hoofd en ik krijg ze er niet uit, en dat is misschien maar goed ook.” “Je moet kijken omdat je moet zien wat oorlog is.” Ondanks het feit dat er legio kijkers zijn die juist wegkijken bij dit soort beelden of dit nieuws zelfs helemaal vermijden, sta ik aan de kant van De Jong. Laat maar zoveel mogelijk zien. En laat de foto’s maar binnenkomen zoals De Jong het verwoordt: ‘als een vuistslag in je gezicht’.
Carel van Hees, hij won al twee keer de Zilveren Camera, legt aan De Jong uit hoe belangrijk persfotografie is, naast de televisie en internet. Met een juiste dosis alertheid en onbedwingbare nieuwsgierigheid kom je tot de brandhaard van het leven zelf en is er geen ontsnappingskans meer mogelijk voor misstanden zoals in Syrië. De harde werkelijkheid is heden ten dage niet meer te verbloemen, temeer omdat we allemaal, iedere minuut van de dag, nu ook zelf met onze smartphone persfotograafje kunnen spelen.
Of die laatste ontwikkeling altijd positief bijdraagt aan het registreren van het wereldbeeld door amateurs, betwijfel ik. In bloedige régimes zoals in Syrië een absolute must, hoe meer details, ook door burgers vastgelegd, hoe beter we het dossier van Assad kunnen opbouwen, dat hopelijk ooit leidt tot uitlevering aan het Haagse Tribunaal.
In eigen land geef ik de voorkeur aan beroepsfotografen à la Ilvy, die in 2008 al de Canon Prijs van de Zilveren Camera won, de prijs voor jong, fotografisch talent. Zes jaar later heeft ze haar beloftes meer dan waar gemaakt en hopelijk zet ze de trend voor meer vrouwelijke collega’s.