Misschien wel het leukste van studeren: de gedachte nooit meer te hoeven studeren. Afgelopen semester, dat voor mij al voor de kerstvakantie eindigde, woonde ik mijn laatste colleges ooit bij. Nouja ooit, ik hoop ergens toch wel weer vakken te volgen in de toekomst. Gewoon, ter verdieping.
Ik zit op een leeftijd dat ik graag het werkveld in wil maar ik kan me goed voorstellen dat ik na een jaar of tien terugverlang naar de studietijd. Of op z’n minst naar kennis vergaren. Gelukkig kan dat nog altijd, met aanschuifonderwijs. Ik zat geregeld met mannen en vrouwen van 50+ in de banken. Mensen die van hun baas een extra cursus mochten volgen, die de tijd kregen om hun Master te halen of die voor de lol één keer in de week vanuit Tiel naar Nijmegen kwamen. Ik snap hen wel. Wat is er nou leuker dan op je vijfenvijftigste tussen de jeugdige twintigers te verkeren, als leerling? Studenten in de leeftijd van je eigen kinderen, die praten over uitgaan, drugs, seks, muziek, al die terreinen waar je als vijftiger zo hopeloos van vervreemd bent over het algemeen.
Met pretlichtjes in de ogen zag je hen dan luisteren, alle informatie absorberend als een spons. Thuis wisten ze in ieder geval een week lang mee te praten met hun kroost, tot het volgende college hen weer nieuwe inzichten bracht in het studentenbrein. Op een dag word ik ook zo, denk ik. Momenteel is het onderzoek en scriptie. Geen colleges meer, totdat ik er opnieuw zin in krijg. In die verre toekomst, waarin ik zelf als vijftiger met pretlichtjes de verhalen aanhoor van mijn medestudenten, over dronken nachten doorhalen en vrijpartijtjes in het park. Gek eigenlijk, dat je zo kan vervreemden van die wereld die nu doodnormaal lijkt. Overigens heb ik zelf nooit vrijpartijtjes in het park gehad maar dat terzijde.