Edinburgh, de Schotse stad staat nu niet bepaald bekend als het centrum van de hiphop. Bodhrán, feadog, viool en doedelzak staan net zover van de West of East Coast als Mark Rutte van visie en betrouwbaar bestuur. En dat is maar goed ook. Het is die afgelegen positie, ver van elke hiphop scene, die Young Fathers alle tijd en ruimte heeft gegeven om te ontwikkelen tot een zeer uniek trio, met een sterk onderscheidend eigen geluid.
Niet dat het Schotse trio nu een typisch Keltisch geluid heeft. Er valt weliswaar elektronische doedelzak in het openingsnummer No Way te ontwaren en hier en daar lijkt het ritme te zijn opgebouwd uit strak gespannen lijsttrommels, maar het debuut DEAD gaat veel dieper dan dat. Deze Keltische elementen worden samengebracht met de West-Afrikaanse wortels van Young Fathers – dat bestaat uit een Schot, Schotse Liberiaan en een even Schotse Nigeriaan – en de experimentele pagina’s uit de Britse pop geschiedenis.
Een pop geschiedenis waar Young Fathers op de voorgaande ep Tape Two nog letterlijk naar verwees met het nummer Queen Is Dead. Toch niet de meest voor de hand liggende associatie bij een hiphop act, maar bij Young Fathers niet eens zo’n hele vreemde. Net als The Smiths heeft het trio uit Edinburgh er de hand in om maatschappijkritische teksten te combineren met verslavende popmelodieën. Met nummers als Get Up, Just Another Bullet en de zwijmelende ballade Am I Not Your Boy is de band zelfs radiovriendelijk te noemen.
Wat dat betreft ligt DEAD in het directe verlengde van de twee mixtapes/mini albums die voor afgingen aan het debuut (Tape One en Tape Two). Daar volgde de ene pakkende beat op een andere meeslepende melodie en werd voortdurend op het scherpst van de snede tussen pop en experiment gewerkt. Daarmee ook niet verbazend dat de Schotten bij het Amerikaanse label Anticon hun onderkomen hebben gevonden, hét hiphop label dat zich de afgelopen 15 jaar heeft gespecialiseerd in leftfield experimentele hiphop met onder andere Serengeti, Son Lux en Why?. Hiphop die net als Young Fathers grenzen met indiepop, pop en andere genres opzoekt en overgaat.
Niet onbelangrijk daarbij zijn de West-Afrikaanse wortels. Iets waar in No Way zelf duidelijk naar wordt verwezen. Niet alleen de mish-mash van Afrikaanse ritmes, harmonium en elektronische doedelzak, maar ook in woord. Wanneer er wordt gezongen “Feeling Presbyterian, but inside I’m still Nigerian“, weet je dat die twee elkaar in Young Fathers nooit zullen loslaten. En dat is maar goed ook, daar de twee een totaal eigen dynamiek en harmonie vormen. Eentje waar je enkel aan verslingerd kunt geraken en onderwijl ook nog iets van kunt leren, als je de tijd neemt om in de muzikaal wat verstopte teksten te duiken. Maatschappij analyse in de lijn van Gil Scott-Heron, zonder het opdringerige van de latere politieke activisten hiphop maar vooral zonder de opgeblazen blaaskaak it is all about the bitches and the mo’ney douches die de top 40 veelal bevolken.
Tape Two, de tweede ep van Young Fathers, was het afgelopen jaar de mooiste, meest verrassende plaat die ik heb gehoord. De enige reden waarom het 24 minuten durende werk boven aan mijn eindjaarlijst stond. Grote kans dat Young Fathers dit jaar weer in die lijst eindigt. DEAD gaat in ieder geval mee voor “the long list“.