Niet zo lang geleden vond er een vreemde gebeurtenis plaats in een Amsterdams restaurant, waar de buitenwereld nog geen weet van heeft. Het was op een winterse vrijdagavond. Drie vrienden zaten aan een tafel. Ze zochten ontspanning en gezelschap na een week hard werken en hadden ervoor gekozen om gebruik te maken van een aanbieding om onbeperkt mosselen te eten. Wat er daarna gebeurde, had niemand daadwerkelijk verwacht. Ik zal jullie er meer over vertellen.
Het restaurant was tamelijk donker. Het was niet goed te zien hoe groot het was of hoeveel mensen er waren. De afstand tussen de tafels was groter dan normaal. Er was slechts één ober aan het werk. Toen hij bij de tafel van Matthijs, Egbert en Marco kwam, vond hij hen in opperbeste stemming.
“We hebben drie coupons voor onbeperkt mosselen eten,” zei Marco tegen de ober.
Matthijs vulde hem aan: “En doet u daar maar drie biertjes bij, alstublieft.”
“Met alle plezier, heren. Een uitstekende keuze,” antwoordde de ober. Hij had een zwart vestje over een wit overhemd aan en een kalend hoofd. Zijn stem klonk serieus en tegelijk licht spottend.
De vrienden kregen hun bier en proosten op het leven in de hoofdstad. Buiten regende het, maar binnen was het warm en droog. Bovendien hadden ze elkaar om mee te drinken en te lachen. Het wachten op de mosselen duurde niet lang. Twee biertjes later stonden drie dampende pannen met groente en weekdieren op tafel. “Eet smakelijk,” zei de ober, “Ik hoop dat het u zal bevallen.” Toen hij dit zei had hij een kleine grijns om zijn mond, die niemand opviel. Ze aten en ze dronken en ze lachten vrolijk voort.
De mosselen bevielen uitstekend. Matthijs bewonderde de kleine dieren en vergeleek de vorm van de mooiste exemplaren met het lichaam van zijn vriendin. Een lichtgekleurde huid, zacht van aanzicht en smaak, schalks geopend en gewillig. Ze schaterden om elkaars verhalen, dronken hun bier en de avond ontwikkelde zich niet anders dan ze allen hadden verwacht.
De eerst portie was snel verorberd. Zoals mannen dat doen, waren ze van plan optimaal gebruik te maken van de mogelijkheid zoveel mogelijk te eten. Toen ze vroegen om een tweede portie, was er nog een lichte overmoed te bespeuren in hun verzoek. Terwijl de ober met een minzaam knikje hun bestelling opnam en nieuwe biertjes op tafel neerzette, ging Marco verder met het verhaal over de wandeltocht die hij maakte met een man met één been. Toen hij klaar was met vertellen, zei Matthijs: “Wat een gek verhaal.” Daarna aten ze, dronken ze en lachten ze vrolijk voort.
De tweede portie mosselen smaakte net zo lekker als de eerste. Ze namen niet veel van de bijhorende frietjes, om nog wat ruimte over te houden voor de derde en laatste ronde. Egbert riep de ober, die rustig naar hun tafel liep. “Nog een ronde, alstublieft,” verzocht Marco triomfantelijk. “Zoals u wenst, meneer,” zei de ober.
Toen er weer drie stomende pannen met mosselen op tafel werden gezet, keken de vrienden elkaar tevreden aan. Ze hadden het gered. Nu zouden ze zien wie in staat was ook de derde portie volledig weg te werken. In een langzamer tempo dan de vorige rondes, gingen ze verder.
Matthijs had als eerste genoeg. Hij legde het vorkje erbij neer. Egbert volgde ietsje later. Alleen Marco bleek in staat de derde portie helemaal op te eten. Met complimenten van zijn vrienden werd hij benoemd tot winnaar van de avond. Voldaan riepen ze de ober en vroegen om de rekening.
“Dat zal helaas niet gaan, heren,” antwoordde de ober echter.
De drie mannen keken elkaar geamuseerd aan. “En hoezo dan wel niet?” vroeg Matthijs uitdagend.
“U heeft gekozen voor ons arrangement “onbeperkt mosselen eten”. U heeft slechts drie porties gehad. Dat is een zeer beperkte hoeveelheid,” zei de ober onverstoord.
“Wat bedoelt u?” vroeg Egbert verbaasd.
“Om het arrangement tot een einde te brengen zult u door moeten eten. Het is immers onbeperkt,” zei de ober. Achter hem verscheen een andere ober, die nog niemand eerder had gezien. Hij zette drie nieuwe pannen met mosselen op tafel.
“Maar als u het zo letterlijk neemt, hoe kunnen we dan ooit ophouden met mosselen eten?” vroeg Matthijs.
“Wij zijn hier enkel om u te bedienen. De keuze voor het arrangement heeft u helemaal zelf gemaakt,” antwoordde de ober met een vileine grijns. “Geniet u vooral van uw vierde portie.”
De vrienden wisten zich geen raad met de situatie. Het was duidelijk dat er van hen verwacht werd meer mosselen te eten. Enigszins beteuterd gingen ze verder.
Toen ze allen het vierde pannetje bijna op hadden, zagen ze dat er bijna niemand meer in het restaurant zat. De ober leek hun tafel niet meer te verlaten. Iedere keer wanneer er getreuzeld werd met eten, kwam hij dichterbij en dwong hij hun met strakke blik verder te gaan. Ze zagen nu dat zijn ogen geheel zwart waren en onontkoombaar. Een vijfde portie werd op tafel gezet. “Uw onbeperkte mosselen, heren,” zei de ober. De vrienden voelden zich genageld aan hun stoel. Ze hadden niet meer de wil om op te staan. Ze konden zich niet verzetten tegen de stille blik van de ober. De vijfde portie werd langzaam naar binnen gewerkt. De roes van het bier was inmiddels verdwenen. Er was geen ontsnappen meer mogelijk.
Vanaf de zesde portie kregen ze geen drinken meer en moesten ze het doen met het vocht uit de pan. Ze waren inmiddels de laatste mensen in het restaurant. Het was binnen nog steeds donker. Vol ongeloof zaten ze zwetend aan tafel. Met iedere mossel die ze aten, leek hun wilskracht en levenslust af te nemen. Toen de negende portie kwam, zagen ze door een gaatje in een gordijn dat een sliertje licht naar binnen viel. Het begon ochtend te worden. Buiten werd Amsterdam wakker. Mensen fietsten langs de grachten en maakten wandelingen door de stad. De zaterdag was begonnen.
Van de vrienden werd na die dag niet veel meer vernomen. In het donkere restaurant gingen ze door met onbeperkt eten. De spijt van hun keuze was na de twaalfde gang verdwenen. Er was geen plaats meer voor gedachtes. U kunt ze dus ook niet meer vragen of het etentje een succes was. Eigenlijk kunt u ze niets meer vragen. Ze stierven alle drie de mosseldood. Ergens tussen de zeventiende en twintigste ronde, werd het onbeperkte eindeloos beperkt.
Mark Thiessen ziet soms dingen en schrijft daar Proza van Mark over.
Beeld: Shutterstock