Een Fijne Filmklassieker naar aanleiding van de dood van een acteur voelt altijd dubbel. Maar in het geval van Philip Seymour Hoffman, die afgelopen zondag op 46-jarige leeftijd overleed, is het wel erg wrang. Wie zijn filmografie bekijkt wordt overweldigd door de grote hoeveelheid fantastische rollen die hij speelde in evenzoveel sterke films. En daarmee dringt onbedwingbaar de gedachte zich op aan wat hij allemaal nog had kunnen doen. Voor de filmklassieker deze week kozen we voor Todd Solondz’ Happiness, die vijftien jaar geleden de Nederlandse bioscopen aandeed en dat zondag in filminstituut EYE nog eens zal doen.
‘There are lots of people who do find love and fulfillment, but they are not in this movie’, schreef Roger Ebert in zijn recensie van Happiness. Die ene zin van Ebert is een troostrijke gedachte die je hard nodig hebt na het zien van deze inktzwarte komedie waarin alle personages wanhopig op zoek zijn naar menselijk contact maar desastreus tekortschieten.
De film draait rond drie zussen: de succesvolle en door menig man begeerde schrijfster Helen (Lara Flynn Boyle), de perfecte huisvrouw met man, twee kinderen en een hond Trish (Cynthia Stevenson) en Joy (Jane Adams), alleenstaande telefoniste met vrij hopeloze muzikale aspiraties. Zij is de zus die maar niet wil lukken en waarvan iedereen verwacht dat ze alleen en werkloos zal eindigen, zoals Trish haar fijntjes herinnert wanneer ze ‘zusterlijk’ aan de keukentafel zitten. ‘I mean, really, that’s what we all thought. Mum, dad, Helen; everyone.’