CKV. Nog niet zo heel oud ben je, maar zoveel scholieren haten je al. Al hoeven ze nauwelijks werk te verrichten van jou en ben je niet eens zo streng: ze verachten je. Dat terwijl jij zo je best doet. Je zoekt de meest onbekende artistieke voorbeelden om die aan jongeren voor te schotelen.
Je moet de meest pittige culturele verschijnselen in Jip-en-Janneketaal zien uit te leggen. CKV, ik zal je vertellen wat er mis met je is. En vooral, hoe jij cultuur weer populair kunt maken onder scholieren.
Dit jaar heb ik voor het eerst CKV. Ook al hoorde ik iedereen alsmaar zeuren over het vak, ik zag het allemaal optimistisch in. Eindelijk een onderdeel van school dat waardering heeft voor kunst en cultuur. En dan niet op de schilder-een-bloempot-manier van beeldende vorming, maar een beschouwend vak. Benieuwd schuifelde ik mijn eerste les in, direct gevolgd door oplees-presentaties over Beyoncé en Louis Vuitton. Toen ik aan het eind van de les de deur uit waggelde, werd ik nog even geroepen door de CKV-docent: ‘Iedereen weet natuurlijk dat jij duizend keer meer weet dan er wordt gevraagd, dus maak er maar gewoon het beste van.’
Qu’est-ce que?!
Dit soort dingen kan ik als vleiend zien, maar eigenlijk maakte het vooral irritatie los. Bovenal omdat dit dus het zoveelste gebonden vak zou moeten zijn. Situaties als bij Nederlands dt-oefeningen krijgen, als je schrijft voor brood op de plank. Het verschil tussen links en rechts bij maatschappijleer krijgen, als je in de politiek zit. Het zijn vakken die in mijn geval heel leuk zouden moeten zijn, maar het voor zichzelf (én voor mij) verpesten. CKV kon eigenlijk na dag één al in dat rijtje. En de mensen die niet tegen hetzelfde probleem oplopen, krijgen in het algemeen te maken met het tegenovergestelde.
CKV probeert elitaire cultuur te verspreiden in een Sesamstraatjasje. Zo zijn bij ons in een paar weken tijd de meest ontoegankelijke onderwerpen besproken en werd er gezucht bij de zoveelste presentatie over een willekeurige popartiest of gebouw. De inhoud van het vak is erg tegenstrijdig: enerzijds wordt het aangeboden alsof het voor cultuurbobo’s is, anderzijds zijn het vaak vrij pittige onderwerpen. Hetzelfde als een les Nederlands over Couperus voor leerlingen die nog niet verder zijn dan Carry Slee. Of een les maatschappijleer over de overeenkomsten tussen Hume en Rousseau, terwijl het onduidelijk is of Mark Rutte nou fractievoorzitter is van de VVD of de PvdA.
Diverse CKV-leerlingen hoor ik zeuren. ‘Ik krijg alleen maar opgelegd wat ik mooi moet vinden, in plaats van dat ik dat zelf mag uitzoeken.’ – Daar ben ik het wel mee eens. Opdrachten waarbij je de keuze hebt uit drie kunstenaars die ongeveer hetzelfde doen en dat je dan per se een keus moet maken, in plaats van dat je zelf op zoek mag gaan naar kunstenaars. Je krijgt telkens de keus uit een beperkt straatje en komt dan niet heel veel verder dan argumenteren. ‘Ik vind het mooi omdat…’ of ‘Ik vind het niet mooi omdat…’. Argumenteren vind ik iets dat vooral bij Nederlands past, terwijl kunst juist enorm gevoelsmatig werkt.
Uiteraard moeten ook vakken als kunst en CKV een beetje in het malletje van het onderwijssysteem gegoten worden. Cijfers, argumentatie, opdrachten. Dat terwijl ik kunst altijd als een vrij iets heb gezien, als het enige dat volledig losstaat van onze werkelijke wereld en maatschappij. Analyse is belangrijk, maar het draait toch in eerste instantie om wat iets met je doet? Sommige dingen vallen daar buiten. Bij suprematisme heb ik, zonder uitleg, ook het idee dat het nergens over gaat, maar sommige dingen moeten voor zich spreken. En daar mag iedereen anders in zijn.
Mijn tip voor lessenbedenkers en CKV-docenten is dan ook om vrijer in dit vak te zijn. Probeer leerlingen niet op te leiden tot kunstcritici als ze eerst kunst moeten leren waarderen. Ga met ze op zoek naar wat zij mooi vinden en doe dat niet aan de hand van stoffige opera’s of de woorden van honderd jaar oude schilders. Moderne kunst zie ik bijvoorbeeld amper terug in mijn lessen, terwijl dat het vlak is dat heel boeiend voor jongeren kan zijn. Neem ze mee naar het Stedelijk Museum, het FOAM, niet naar het Rijksmuseum. Laat ze experimentele indierock luisteren, in plaats van barokmuziek. Er is zo ongelofelijk veel te zien, maar zelfs als het om kunst gaat, zet het onderwijs zijn oogkleppen op.