In verschillende plaatsen doen islamitische partijen aan de verkiezingen mee. In Den Haag zitten de Islamdemocraten en de Partij van de Eenheid (PvdE) in de gemeenteraad. De PvdE doet ook in Amsterdam en Roermond aan de verkiezingen mee. In Rotterdam ten slotte doet Nida een poging om in de gemeenteraad en in enkele gebiedscommissies verkozen te worden. Waarom is een landelijke islamitische partij (tot dusverre) mislukt? En is er lokaal wel ruimte voor een moslimpartij?
Twee islamitische partijen hadden het plan om aan de Tweede Kamerverkiezingen mee te doen, maar zagen daar uiteindelijk van af. In 2006 was dat de Arabisch-Europese Liga (AEL), in 2010 en 2012 de Nederlandse Moslimpartij (NMP). De in Antwerpen opgerichte AEL is een buitenparlementaire beweging. De AEL was in 2002 betrokken bij rassenrellen in Antwerpen en kwam vanwege haar militante opstelling vaak negatief in nieuws. In 2003 slaagde de AEL er niet in om in het Belgische parlement te komen ondanks de lijstineenschuiving met de PvdA, een marxistische Vlaamse partij. Met veel bombarie werd er in 2003 een afdeling in Nederland opgericht, maar ook de Nederlandse AEL zorgde niet voor een revolutie onder de islamitische kiezers. Eind 2005 besloot de AEL om van deelname aan de Tweede Kamerverkiezingen af te zien en riep haar aanhangers op om GroenLinks te stemmen. Dat de AEL niet aansloeg kwam ook omdat haar leider Nabil Marmouch onbekend was bij het grote publiek. Bekende islamitische Nederlanders die door de AEL werden benaderd, onder andere Ali Eddaoudi en publicist Mohammed Benzakour, haakten af.
De NMP kampte met vergelijkbare problemen. Leider van deze partij was de ‘autochtone’ moslim Henny Kreeft, die zich vanwege zijn vrouw tot de islam had bekeerd. Kreefts eerdere politieke carrière had veel gemeen met die van bekeerling en voormalige PVV’er Arnoud van Doorn. Kreeft was eerder een actieve fortuynist en daarna betrokken bij de lokale partij Ons Noordoostpolder. Hij probeerde van de NMP een islamitisch CDA te maken, een conservatieve partij die de democratie respecteerde. Omdat Kreeft geen charisma had en als autochtone moslim nauwelijks een netwerk onder islamitische kiezers, moest zijn partij echter wel op een mislukking uitlopen. In 2010 en in 2012 lukte het de partij niet om aan de Tweede Kamerverkiezingen mee te doen en in 2013 besloot de NMP om zichzelf maar op te heffen.
Naast interne oorzaken – het ontbreken van een charismatische leider en een goed netwerk – zijn er ook twee belangrijke externe oorzaken waarom een landelijke islamitische partij tot dusverre is mislukt: de verdeeldheid onder de islamitische kiezers en de Partij van de Arbeid. Islamitische kiezers vormen niet één groep maar zijn zeer verdeeld. Ze verschillen met elkaar van opvatting over hoe de islam politiek vertaald moet worden – als ze überhaupt van mening zijn dat dat moet – en daarnaast zijn er ook etnische verschillen. Turkse, Marokkaanse en andere gemeenschappen hebben elk hun eigen netwerken en organisaties. Politicoloog André Krouwel van de Vrije Universiteit wijst terecht de PvdA aan als de grootste sta-in-de-weg voor nieuwe islamitische partijen. De PvdA beschikt, omdat de partij zich al jaren op de verschillende islamitische kiezers richt, namelijk wel over een groot netwerk onder de verschillende groepen kiezers. Ook ondersteunt de partij islamitische organisaties en heeft de PvdA veel islamitische vertegenwoordigers. Via de PvdA kunnen islamitische kiezers invloed uitoefenen, een nieuwe islamitische partij die nog niet in de Tweede Kamer is vertegenwoordigd is daarentegen een onzeker avontuur.
Lokaal zijn er echter wel kansen voor islamitische partijen. Een belangrijke voorwaarde voor succes is natuurlijk dat er een aanzienlijke moslimpopulatie in de gemeente in kwestie woont. Een islamitische partij in Staphorst heeft net zo min kans van slagen als de SGP in Amsterdam. Maatschappijhistoricus Zihni Özdil stelt in een interview met RTV Rijnmond terecht dat als Nida zich goed weet te organiseren, er geen interne ruzies zijn en een charismatische leider heeft deze Rotterdamse partij een groot kiezerspotentieel heeft, vooral onder jongeren. Özdil verwacht dat Nida bij de komende gemeenteraadsverkiezingen hooguit één zetel krijgt, maar op termijn kunnen dat er meer worden. Overigens heeft Nida een hippe verkiezingsposter, waar een islamitische Uncle Sam de Rotterdamse burger oproept om actief voor de partij te zijn. De partij lijkt hiermee zich vooral op jongeren te richten, die in tegenstelling tot ouderen meer open staan voor verandering en dus ook voor nieuwe partijen.
In Den Haag hebben lokale islamitische partijen wat meer voet aan de grond gekregen. De Islamdemocraten, nu met één zetel in de raad, hebben een heel degelijk verkiezingsprogramma opgesteld met allemaal praktische voorstellen, waaruit blijkt dat ze geen gemakzuchtig getuigenispartijtje zijn. De PvdE, die nu twee raadsleden heeft waaronder Arnoud van Doorn, lijkt in haar verkiezingsprogramma meer op confrontatie uit te zijn. Dit geldt trouwens niet alleen voor thema’s die direct betrekking hebben op de islam. ‘De Partij van de Eenheid wil afrekenen met malafide zorginstellingen en thuiszorgorganisaties die frauderen met gemeenschapsgelden. Een harde aanpak is het motto en het zoveel mogelijk kaalplukken van malafide organisaties en instellingen.’ Arnoud van Doorn vormt echter wel een risicofactor voor de PvdE. Hij is niet alleen omstreden vanwege zijn PVV-verleden, zijn liaison met de radicale en democratie afwijzende imam Haitham Al-Haddad, die de partij afgelopen maandag 10 februari nog een bezoek bracht, nota bene in het stadhuis van Den Haag, en onduidelijkheid over mogelijke financiering van de partij door Saoedi-Arabië, maar vooral vanwege de rechtszaak die tegen hem gevoerd wordt. Van Doorn zou drugs hebben geleverd aan minderjarigen en bovendien het ambtsgeheim hebben geschonden door een journalist inzage te geven in vertrouwelijke stukken. Volgens een opiniepeiling van Maurice de Hond zou de PvdE met moeite één zetel kunnen halen.
Voor islamitische partijen liggen voorlopig alleen lokaal kansen. De partijen moeten eerst de tijd krijgen om hun netwerk uit te bouwen en meer vertrouwen te krijgen onder het islamitische electoraat voordat ze de sprong naar de landelijke politiek kunnen wagen. Omdat Nida voorlopig gebonden is aan Rotterdam en de andere twee partijen aan Den Haag zal dit wellicht nog jaren duren. Maar geduld kan een schone zaak zijn. Zo deed het in 1948 opgerichte Gereformeerd Politiek Verbond er vijftien jaar over om in de Tweede Kamer te belanden, en de in 1972 opgerichte Socialistische Partij zelfs 22 jaar. De Partij van de Arbeid blijft voorlopig de partij van de moslims, maar over vijftien à twintig jaar zou dit misschien heel anders kunnen worden.
Ewout Klei is politiek historicus en Jan Jaap de Ruiter is arabist en verbonden aan Tilburg University