Velen van ons willen graag denken dat religieuze sprookjes en mythen tot het verleden behoren. Dit doet echter geen recht aan de menselijke natuur en onze werkelijkheid. Mythen zijn als onkruid, waar er eentje wordt vertrapt onder de voeten van ons postmoderne denken, springen er weer twee op uit de grond.
Een goed voorbeeld zijn de zogenaamde urban legends en internet memes, die in de plaats van spookverhalen en sagen hebben ingenomen. Maar er zijn ook nieuwe mythen die ongemerkt zo’n grote plaats hebben opgeëist in ons denken, dat ze niet meer als zodanig worden herkend. Deze mythen voedden zich als vampiers op de gebreken van onze samenleving.
Authenticiteit is bij uitstek een woord dat vroeger nauwelijks voorbijkwam. Wellicht werd het woord wel gebruikt, en herinneren we ons dit niet. Maar is het niet juist de tijdgeest zelf die maakt dat de idee van authenticiteit zo op voorgrond is getreden?
Dit ijle begrip is gaandeweg wel het belangrijkste criterium geworden in onze waardering van kunst en cultuur. Het woord is als kwalificatie alomtegenwoordig.
Het is weleens anders geweest. Ooit was het kenmerk van een goede ambachtsman of vrouw, kunstenaar of niet, dat ze de kunst verstonden om zich onzichtbaar of in elk geval dienstbaar te maken. Hun persoonlijkheid scheen als het ware door het object heen, maar was ondergeschikt aan het werk zelf. Ze emuleerden, voegden op hun eigen manier iets toe aan de canon van menselijk kunnen. Omdat het vroeger ook niet mogelijk was, je continue te vergewissen van wat anderen deden, was een kunstenaar standaard al authentiek.
Nu is de waarde van het vakmanschap steeds verder naar de achtergrond verdwenen. Er is ook geen excuus voor een kunstenaar om niet te weten waar de rest van de wereld mee bezig is. Onder het alziend, alwetend oog van het internet is het moeilijk om nog iets nieuws en eigens toe te voegen.
Het is een wonder dat er nog zoveel moois wordt gemaakt. De moed zou een kunstenaar in de schoenen zakken, als hij of zij er de hele dag bij stil zou staan, dat alles al eens door iemand is gedaan.
Marcus Aurelius zei al dat iedere veertigjarige in wezen alles onder de zon al eens had gezien. En dat terwijl die eigenheid steeds belangrijker is geworden. Sterker nog, het lijkt erop dat die ongrijpbare authenticiteit zelf het product is geworden in onze massa-comsumptiemaatschappij. Niet alleen kunstenaars, maar ook normale professionals moeten voortdurend oorspronkelijk en vernieuwend uit de hoek komen om op te vallen.
Wat is het grote bezwaar tegen de mythe van de authenticiteit? Niet alle mensen zijn paradijsvogels. Gewone mensen laten weinig sporen achter in de geschiedenis, maar zij zijn het die de stof weven waar ons leven uit bestaat.
Nu bijna iedereen zichzelf dient te verkopen, wordt de gedwongen zoektocht naar authenticiteit een doodlopende weg. Als iedereen krampachtig probeert een personality te zijn, wie is dan nog het publiek? Wie zit er nog op te wachten?
Iedereen is schatplichtig aan hen die ons voorgingen. Ware authenticiteit komt misschien pas, als je niet langer probeert uniek te zijn, maar de verbinding aandurft met universeel menselijke ervaringen.
Ja, het is allemaal al eens gezien, gemaakt en gedaan. Maar niet door jou.