Na de vlucht van Rena Netjes uit Egypte voel ik me hier onveiliger dan ooit. Journalisten worden om het minste of geringste gearresteerd en de geheime dienst blijkt al bijzonder goed op de hoogte van mijn dagelijkse bezigheden. Er hoeft maar iemand een scheet te laten in Caïro of ik word overspoeld met bezorgde berichtjes: ‘Hoe gaat het met je?’, ‘Ben je nog heel?’.
Eerder werd bekend dat de Nederlandse journaliste Rena Netjes Egypte heeft moeten verlaten omdat ze door de Egyptische overheid wordt verdacht van ‘lidmaatschap van een terroristische cel’. Netjes blijkt de gezochte ‘Johanna Ideniette‘ te zijn.
Mijn emailinbox blijft de hele dag leeg, mijn telefoon stil. Begrijp me niet verkeerd: ik waardeer het zeer dat jullie je zorgen maken als ik door de traangaswolken ren, maar ik denk dat jullie je op dit moment meer zorgen moeten maken dat ik in de gevangenis verdwijn dan dat ik per ongeluk neergeschoten word of op een bom ga staan.
Ik heb me hier namelijk nog nooit zo onveilig gevoeld als nu. De aanklacht tegen Netjes is flinterdun. Het enige dat ze naar eigen zeggen ‘fout’ heeft gedaan is dat ze op bezoek is geweest bij wat de Marriott-cel wordt genoemd: drie journalisten die voor de Engelstalige zender van Al-Jazeera werkten vanuit een bekend hotel in Cairo.
Het drietal zit sinds december vorig jaar in de gevangenis op verdenking van ‘het verspreiden van vals nieuws’ en ‘lidmaatschap van een terroristische organisatie’ en worden bijzonder slecht behandeld. Netjes sprak met een van hen, Mohammed Fahmy, over de situatie in de Sinai-woestijn. En nu wordt zij ook gezien als ‘lid van een terroristische cel’.
Netjes wordt overduidelijk gebruikt om de rest van de correspondenten in Egypte bang te maken. En dat werkt. Want heeft de Egyptische overheid tegen mij niet ook zo een flinterdunne aanklacht bij elkaar geveegd?
Ik werk sinds kort samen met twee Egyptische journalisten, Khaled en Mohammed. Khaled is freelance reporter voor MBC Egypte en Mohammed werkt als cameraman en video-editor voor iedere zender die hem kan gebruiken. Behalve Al-Jazeera, uiteraard. De filmpjes die we maken bestaan vooral uit vox-pops: we gaan de straat op om Egyptenaren naar hun mening te vragen, meestal over de huidige politieke situatie.
We spreken met alle lagen van de bevolking: van advocaten tot groentemannen, van Sisi-aanhangers tot supporters van de Moslimbroederschap. Ik vertrouw erop dat Khaled en Mohammed ons materiaal niet aan Al-Jazeera doorverkopen, maar ik heb geen enkele garantie dat het Amerikaanse mediabedrijf waar we af en toe voor filmen dat niet doet.
Enkele weken geleden werd een Egyptische cameraman van een internationaal persbureau opgepakt omdat materiaal dat hij gefilmd had op Al-Jazeera was uitgezonden. Gekocht via het persbureau, maar dat werd in dit geval gelijk verbasterd tot ‘werken voor Al-Jazeera’. Hopsakee, enkele reis gevangenis.
De Egyptische geheime dienst lijkt bovendien al aardig op de hoogte van mijn dagelijkse bezigheden. Afgelopen maandagmiddag speelde ik gids voor twee Franse toeristen. We zijn nog geen half uur onderweg of de taxichauffeur wijst in zijn achteruitkijkspiegel een grijze auto aan waar twee bezonnebrilde mannen met gel-haar in zitten. “Horen die bij jullie? Want ze doen de hele tijd hun best om vlak achter ons te blijven. Volgens mij volgen ze ons.”
Het duo rijdt inderdaad de hele dag achter ons aan terwijl wij moskeeën en musea bezoeken. Als we aan het eind van de middag op het terras van een restaurant wat gaan eten zit het duo aan de overkant van de straat bij een theehuis. Zonnebrillen op, ondanks het intreden van de schemer.
Een paar dagen eerder stond er een agent aan mijn deur. Of hij mijn paspoort mocht zien, ‘ter controle’. Na uitgebreid bestuderen van mijn pasfoto en mijn achternaam vraagt hij: ‘Maar je bent van origine Italiaanse, toch?’ De achternaam Ideniette klinkt eerder Italiaans dan Nederlands, natuurlijk.
Ik heb een Amerikaanse huisgenoot die op dat moment in zijn kamer lag te slapen. Ik wilde hem niet wakker maken en om zijn paspoort vragen, maar nodigde de agent uit dat zelf te doen. Dat was niet nodig. Zijn paspoort deed er blijkbaar niet zoveel toe.
En toen ik laatst mijn nieuwe werkvisum op ging halen had ik het volgende Big Brother-achtige gesprek met de ambtenaar van dienst:
Er werd vorige week een fotograaf gearresteerd omdat zijn perskaart verlopen was (waar Netjes vorig jaar ook voor in de problemen is gekomen) en hij in het bezit was van een camera (!), een gasmasker en ‘foto’s van Moslimbroeders’. De fotograaf was binnen een paar uur weer vrij, maar de redenen om hem in eerste instantie in de cel te gooien zijn ronduit bizar (en allemaal op mij van toepassing).
Alle journalisten in Egypte hebben op het moment een verlopen perskaart, want het perscentrum is ‘laat’ met het uitgeven van de nieuwe passen voor 2014. Ik heb ook vaak een gasmasker bij me als ik naar demonstraties ga en draag bovendien soms een kogelvrij vest.
Dat laatste is – voor zover ik weet – niet illegaal om te dragen, maar wel om in Egypte in te voeren. Als het bij aankomst in Egypte op het vliegveld in je bagage gevonden wordt, neemt de douane het in.
Wat betreft het bezitten van ‘afbeeldingen van Moslimbroeders’: tel hier even hoeveel foto’s van mannen met baarden ik gemaakt heb. En waar moet een fotograaf precies foto’s mee nemen als hij of zij geen camera bij zich mag hebben?
Kortom: als de Egyptische overheid net als van Rena ook van mij af wil hebben ze binnen een vloek en een zucht een of andere lariekoek-aanklacht bij elkaar verzonnen en moet ik ook halsoverkop het land uit. Of erger: word ik achter de tralies gezet voor god weet hoe lang. En zoals Netjes al zei: “Ik pleeg nog liever zelfmoord” dan dat ik me in een Egyptische gevangenis op laat sluiten.”
Kolgelvrije vesten, verzekeringen, gasmaskers: het leven van een correspondent in Egypte is niet goedkoop. Neem nu een abonnement!