Internlife: only in Belgium

15-02-2014 10:38

“Wat heb je nu het meeste opgestoken van je periode in Brussel?” vroeg mijn stagebegeleider. Prima vraag, zou je denken. Een open vraag, maar wel een met maar één mogelijk antwoord. Tegelijkertijd is het een verschrikkelijk moeilijke vraag, al was het maar omdat ik in de tijd die ik nodig had om die vraag te beantwoorden wel vier of vijf keer werd afgeleid door ‘only in Belgium’-zaken.

Een bloemlezing.

 Zoab

Het gevoel dat je tot op een tiende van een seconde kan aangeven waar je de Belgische grens bent gepasseerd. Het gevoel dat je zeker weet dat je uit de warme handen van Rijkswaterstaat bent overgedragen in de molen van de provinciale/gewestelijke/federale aannemersploegen die zich ontfermen over het best verlichte snelwegennet ter wereld. Maar als ze nou toch eens een klein deel van die lichtmasten zouden inruilen voor een klein laagje zoab op dat gruwelijke, met gaten bestrooide, wegdek van de E40… Maar ik moet ook eerlijk zijn: door de beton-terreur in de Zuidelijke Nederlanden ben ik de Belgische spoorwegen prachtige zwarte stroken asfalt door ons eigen polderlandschap aanzienlijk meer gaan waarderen.

NMBS

De NMBS voelt als de NS, ziet er enigszins uit als de NS en ruikt soms als de NS (vooral heel vroeg in de ochtend of net iets te laat in de avond). Maar het blijft als een Aldi-cola tegenover Coca Cola: het is het toch net niet. Het kwijtraken van machinisten, het organiseren van massale politie-achtervolgingen in volle forensentreinen en het inzetten van personeel dat het Nederlands niet machtig is op een trein naar Leuven is tot daar aan toe. Dezelfde fratsen wil onze nationale vervoersmaatschappij ook zo nu en dan uithalen. Maar een volle trein, zonder verlichting of toelichting, aan het eind van de avond op een willekeurig Waals rangeerterrein dumpen wegens een ‘partiële stroomonderbreking’? NMBS, altijd een beetje lijden.

Sibelga & cs

Niet enkel het begrip partiële stroomonderbreking, blijkbaar een tijdelijke tekort aan electriciteit dat ervoor zorgt dat je lampen op halve kracht branden en slechts een van de drie computers op kantoor werken, heb ik aan mijn vocabulaire mogen toevoegen. Ook het ‘temporair ruptuur in de energievoorziening’ (‘een wijkkastje is opgeblazen door achterstallig onderhoud en we weten niet wanneer dit gerepareerd is, want het is maandagochtend’), ‘een verminderde dienstverlening wegens een sociale actie’ (‘ons halve kantoor staakt en ik heb geen idee waar u het over heeft’) en ‘u heeft nochtans chance gehad met dit technisch mankement’ (‘gelukkig is uw apparatuur geaard want anders was ook u nu gegrilld’) hebben mijn leven verrijkt. Ook de eeuwig flikkerende straatlantaarns, die ondanks regelmatig bezoek van een onderhoudsmonteur even vriendelijk blijven tegensputteren in de nachtelijke duisternis, komen bovendrijven als een warme herinnering aan Brussel.

Het feitelijke staatsbedrijf Sibelga, met zijn louter Franstalige monteurs en enkel Nederlandstalige callcentermedewerkers, is misschien wel een van de meest typerende Brusselse instellingen waar ik kennis mee heb mogen maken. ‘Energizing the city’, maar dan toch wel met een rustig tempo.

Only in Belgium

Wat heb ik nou het meest opgestoken van mijn periode in Brussel? Geen idee. Misschien is het dat ik nooit uitgekeken zal raken in de stad. De stad waarbij tijdens het belangrijkste seminar van het jaar ineens alle lampen uit kunnen gaan, en waarbij de metro plots enkele minuten halt houdt tussen twee stations om daarna onverstoorbaar door te rijden. De stad waarbij de groene zones zo zijn ingericht dat je altijd iets te hard moet rijden om het volgende groene stoplicht te halen, en de motoragent met zijn lasergun al lachend toekijkt. De stad van mitraillette samouraï, Sultan Kebab en zure geuze van de tap. Zoveel dingen die ik ga missen. Zoveel dingen, only in Belgium.