Hij stemt zijn gitaar nog een keer. Een. Aap. Die. Geen. Banaan. Eet. Spelen kan hij als de beste, maar zodra hij de volgorde van de noten moet onthouden, klapt hij dicht. Hij heeft ezelsbruggetjes nodig. Tot de drums hem ritme geven, de piano een akkoord aanslaat of de bas een diepe, zoete toon geeft. Dan heeft hij niets meer nodig. Dan gaat het vanzelf, speelt hij alsof hij de preludes van Mozart naspeelde om de behendigheid in zijn vingers te krijgen. Dat heeft hij nooit gedaan. Alles komt uit zijn hoofd. Zoals het altijd uit zijn hoofd is gekomen.
Beeld: Shutterstock