In 2008 zette de Britse regisseur Steve McQueen met zijn debuutfilm Hunger al een klein meesterwerk neer. Drie jaar later volgde het misschien wel net zo sterke Shame. Met zijn nieuwste film 12 Years A Slave scoort Steve McQueen zijn derde juweel op rij. Wellicht voor de Oscars iets te vroeg gereleast, maar scoren gaat deze film gegarandeerd èn – in het geval dat nog niet zo was – Steve McQueen vestigt zich in het establishment van filmmakers.
Op fenomenale wijze schets McQueen het – op waarheid berustende – verhaal van Solomon Northup (Chiwetel Ejiofor), een ‘vrije’ en welopgeleide zwarte man in het Amerika van 1850. Een tijd waarin ‘vrijheid’ voor de zwarte bevolking slechts voor een handvol was weggelegd. De rest werd als slaaf, als bezitting verkocht aan plantage-eigenaren in de zuidelijke staten. De handel was al even meedogenloos als de mensonterende omstandigheden die daarna op de plantage volgden.
Dat New York in die tijd misschien wel ‘klaar’ was voor gelijke rechten tussen wit en zwart, betekent niet dat de rest van het land dit ook was. Hier komt Solomon achter als hij op een avond – als vrouw en kinderen de stad uit zijn – door twee circusartiesten wordt gevraagd om in Washington als violist in het circus op te treden. Wat oogt als een geslaagde avond, eindigt geketend in een donkere schuur net buiten de stad. De start van de moeilijkste en zwaarste tijd van zijn leven. Een tijd waarin verborgen houden dat je kan lezen en schrijven het veiligst was en waarin je tientallen mishandelingen moest ondergaan om het überhaupt te overleven.