‘Ik had het Sven zo gegund.’ Daar was ze weer, nu op dinsdagavond, de moeder der moeders, Erica Terpstra. Vroeger verdroeg ik haar nog geen seconde op de buis. ‘Dikke VVD-trol’ noemde mijn rode vader haar. Vanaf dat moment waren mijn zus en ik voor het leven besmet. De uitbundigheid van Terpstra werkt bij mij averechts. Ik word er juist manisch depressief van, ook al een gevoelig trekje in de familie. Terpstra bevordert de debilisering en infantilisering op de tv. U en ik worden als randdebielen toegesproken, alsof we denken dat Oekraïne vlakbij Madurodam ligt en Kiev naast Scheveningen.
Nee, we winnen niet teveel medailles, ga door ‘kanjers’, jullie zijn het serum tegen obesitas. Tegen luie, vette kinderen, die nodig weer aan de gymnastiek moeten op de basisschool, propageert Erica, die zelf uit haar voegen groeide na haar eigen sportcarrière. Vervolgens ging ze afvallen, schreef daar een commercieel boekje over en viel ons wekenlang lastig in onbeduidende prietpraatprogrammaatjes met het verhaal over de hel, waar ze doorheen was gegaan. Erica eindelijk op een heroïsch rantsoen, geen chocolaatjes en koekjes meer.
Wie ook op journalistiek rantsoen zou moeten of liever levenslang geschorst, zodat we van hem verlost worden bij zijn volgende klus, de Tour de France, is schaatscommentator Herbert Dijkstra. ‘Een redelijk succesvol schaatser en amateurwielrenner’ aldus Wikipedia, en inderdaad, meer is en wordt het ook niet.
‘Naast zijn werk voor de NOS bezit Dijkstra zijn eigen productiemaatschappij, die vooral reclame- en instructiefilmpjes voor bedrijven maakt’. Aha, nu valt het kwartje, want u zag vast al een aantal keren zwemster Ranomi Kromowidjojo voorbij komen met opspringende borsten op een Auping matras. Maar ook schaatser Gianni Romme, woest kroelend in de weer met Head and Shoulders. Dat goedje is weer van Procter&Gamble, een grote sponsor van de Spelen, maar ook van Sven en zijn moeder Elli Kramer. Daarom krijgt u die ‘Bedankt-Mam’ shit elke dag op uw bordje. Wellicht is Herbert Dijkstra Productions de co-producent.
Dijkstra doet hetzelfde als zijn voetbalcollega Frank Snoeks, het kapotlullen van prachtige sport. Een verslaggever die denkt dat zijn diploma van de Academie voor Lichamelijke opvoeding ook een vrijbrief is om de huiskamerpsycholoog uit te hangen. Mijn God, ‘Svens trauma van Vancouver’ – coach Gerard Kemkers stuurde zijn pupil vier jaar geleden de verkeerde baan in – is meer een obsessie voor Dijkstra zelf dan voor de nuchtere Kemkers. Herbert raakt er niet over uitgeluld en verpest mijn middagje schaatsen kijken volkomen.
Sotsji op tv geeft een mooi beeld van journalisten die supporters zijn geworden. Dus als je je filmpje monteert gooi je de beelden voor meer dan de helft in de slowmotion in combinatie met een opruiend muziekje en klaar is Kees. Met wat gepiel thuis op uw PC komt u, zonder enige journalistieke scholing, tot hetzelfde resultaat.
‘Nu gaat de grootmeester zelf van start’, buldert Dijkstra, niet vies van clichés en misplaatste romantiek, zo gekopieerd uit een jongens-masturbeersportboekje. En waarom is Sven een held omdat hij Jorrit feliciteert? Dijkstra kan nog veel leren van de man, waarin de gouden medaille op de tien kilometer nog steeds niet wil indalen, Jorrit Bergsma.
Iel mannetje, Fries, onverstoorbaar, gulle lach, slepend accent en met een blik, die een Herbert Dijkstra vermorzelt en degradeert tot een tweederangs sportverslaggevertje. We hebben het nu dus over een echt mens, ‘met een enorme motor’, aldus Dijkstra.
In Studio Sportwinter werd Bergsma onder vuur genomen door de andere chauvinistische Oranjefan, presentator Henry Schut. Op welk schema was Jorrit toch weggegaan? Jillert Anema, de coach, had al eerder nee verkocht aan Schut, want zijn strategie met zijn pupil gaat het Hilversumse opgewonden mediavolk geen reet aan, verraadde zijn stoïcijnse blik in de camera.
Jorrit droeg daar ijzersterk zijn ontwapende, Friese steentje aan bij. ‘Gewoon lekker rijden, lekker schaatsen, dan zie je wel waar je uitkomt.’