Gemeenteraadsleden zijn corrupt, incompetent en lui. En de nieuwe lichting heeft geen idee aan welk avontuur ze zich gaan wagen. Dat is het beeld dat momenteel wordt neergezet in diverse media, zoals de NOS, het ANP en Nieuwsuur. Scherpe journalisten ontmaskeren stamelende wannabe-politici met ijzersterke vragen, zoals “hoe groot is de begroting [van uw gemeente] eigenlijk op dit moment?”. En ja hoor, ze hebben geen idee. De waakhond van de democratie heeft weer toegeslagen! Maar is het allemaal echt zo erg, of zijn we gewoon vergeten waar de gemeenteraadsverkiezingen echt om gaan?
Hoogleraar staatsrecht Douwe Jan Elzinga is al jaren kritisch volger van hoe Nederland omgaat met de gemeentelijke bestuurslaag. In NRC Handelsblad van 3 februari stelt hij dat gemeenten, en dus gemeenteraden, hun autonomie hebben verloren. De gemeenteraadsverkiezingen zouden dus niet meer gaan om het kiezen van mensen die politiek kunnen bedrijven. In feite is een gemeente een beheersorganisatie voor opgelegd Haags beleid geworden. Tegelijkertijd wordt dat beheer steeds lastiger, want de gemeente moet meer en meer budgetten beheersen. Voor de zorg bijvoorbeeld. Minder beleid en meer budget reduceert gemeenteraadsleden tot auditeurs. En ja, dat is lastig werk. Zo bekeken zijn raadsleden inderdaad al snel ongeschikt voor hun taak.
Natuurlijk gaat het werk van een gemeente vaak om veel geld. Er zijn zelfs vier ministeries met een lagere begroting dan de gemeente Amsterdam. Maar een gemeente heeft al de nodige ambtenaren in dienst om de boel te beheersen. En de boekhouding wordt nog eens gecontroleerd door een accountantskantoor. Dat is logisch, want conform Montesquieu is de gemeente de Uitvoerende Macht. Dan kan de gemeenteraad als Wetgevende Macht wel uitgekleed zijn, zoals Elzinga aangeeft, maar dan is het nog altijd niet de Uitvoerende Macht. Niet al te veel tijd aan verspillen dus, want meer geld om te tellen mag nooit een excuus zijn om het echte werk te laten liggen. En het echte werk van een politicus is nog altijd niet boekhouden, maar opkomen voor je idealen. Waar doe je het voor? Er bestaat een mooie apocriefe quote van Winston Churchill. Toen hem in de Tweede Wereldoorlog als premier werd voorgesteld om te bezuinigen op kunst en cultuur, om daarmee de oorlogsinspanningen te financieren, zou hij hebben geantwoord: “Waar vechten we dan nog voor?”
Apocrief, maar goed toe te passen op het werk van gemeenteraadsleden. Als die alleen maar de organisatie beheersen en niet opkomen voor hun idealen, waar beheersen ze die organisatie dan voor?
Zelfs als een gemeente niet meer dan een beheersorganisatie is, dan nog moeten raadsleden zich niet beperken tot die boekhoudersrol. Gelukkig doen de meeste gemeenteraadsleden dat ook niet. Ze strijden voor mensenrechten, geven het goede voorbeeld om de buurt schoner te maken, of stellen misstanden aan de kaak. Daar hoor je de media dan weer niet over. Hopelijk laten aspirant-raadsleden zich niet uit het veld slaan door die zure beeldvorming. En hopelijk is het antwoord op de vraag: “Hoe groot is de begroting [van uw gemeente] eigenlijk op dit moment?” de volgende keer “wat maakt dat uit? Of ik nou 20 miljoen euro heb om te besteden, of 200 miljoen euro: ik kom op voor dezelfde idealen.”