Rond deze tijd van het jaar kan ik mijn jubileum vieren: als zeventienjarige schrijf ik nu vier jaar voor het internet! Dat schrijven heeft mij niet alleen geholpen om mijn zinnen beter op te bouwen en spelfouten te voorkomen, maar heeft ook veel betekend voor mijn algemene ontwikkeling. Dit artikeltje staat even los van de opinieartikelen die ik dagelijks publiceer, maar gaat met name over mijn ervaring met tienermedia en mijn huidige functie, die van hoofdredactrice van ThePostOnline: Refresh.
Ik ben een kind van de nieuwe generatie. Omdat ik uit 1996 stam, kan ik mezelf geen ferm aanhanger van Generatie Y noemen of roepen dat ik een kind ben van de jaren negentig. In de vroege 2000’s kende ik mijn bloeiperiode, als kind. Ik groeide op met de kinderen uit de jaren tachtig en negentig en kreeg de generaties daarvoor mee van mijn vrij oude ouders. Dat maakte dat ik ben opgegroeid met zowel Beyoncé als Peter Fox, ik met mijn vader meezong met Dire Straits in de auto en dat ik een millenial ben, maar eentje die de overgang van 1900 naar 2000 niet erg bewust heeft meegemaakt.
“The first step is you have to say that you can.” – Will Smith
Het grootste pluspunt van mijn tijd en mijn generatie vind ik dat wij als generatie behoorlijk gevarieerd zijn. We leven in de tijd waarin alles mag en waarin alles kan. Als voorbeeld hebben we zowel de luidruchtige en progressieve twintigers, als de ouders die ons nog opvoedden met het idee dat Marilyn Monroe mevrouw Gaga in alle opzichten overtrof. Als nadeel brengt dat mee dat je als jongere van deze tijd altijd aan het zoeken bent. Aan het zoeken naar jouw plek in de samenleving, aan het zoeken naar de kant waar jij je bij wilt aansluiten. Mijn zoektocht is echter nog steeds niet beëindigd. En ik geloof dat dit een goed iets is.
Als kind maakte ik zowel Fox Kids als Jetix mee, maar keek ik ook The Fresh Prince of Bel Air en, samen met mijn moeder, naar de gekke psychiater Frasier. Ik groeide op tussen de vriendinnetjes die ik had op mijn katholieke school, later kreeg ik vrienden die capriolen uithaalden waar Faberyayo over kan schrijven. Op het Brugklaskamp van de middelbare school stonden er al meisjes stiekem om een hoekje te roken, dat terwijl ik voor het eerst ongesteld werd en de meisjes die bij mij in de tent lagen om tien uur toch wel écht wilden gaan slapen. Er was al snel zóveel diversiteit in één groep leeftijdsgenoten te vinden, dat velen dat ervoeren als een commando om zo snel mogelijk groepjes te vormen. Op de basisschool hadden we, hoe toepasselijk, al een naam bedacht voor de persoon die altijd tussen meerdere groepjes ‘in hing’: de mix. In veel gevallen was ik ‘de mix’, en daar ben ik trots op geworden. Ik ben ook altijd die mix gebleven.
“Als je geniaal wilt zijn, moet je te ver gaan, en als je niet te ver gaat, is het niet goed, dan is het alleen maar waar en de waarheid is saai.” – Harry Mulisch
Op de basisschool las ik nog braaf Diddl’s Kaasblad, daarna Jetix’ Meidenmagazine, gevolgd door een korte episode van CosmoGirl. Rond de tweede klas kreeg ik voor het eerst een eigen abonnement op Vrij Nederland, waarvan ik liefdevol ieder nummer meerdere malen las, en deed ik steeds meer mijn best om een basisbeetje literatuurkennis op te bouwen: dat begon met Mulisch, waarvan ik de helft van zijn woorden begreep, maar prachtig vond ik het wel. Het was een eenzame zoektocht naar de plek waar ik wilde zijn. Het ene groepje klasgenoten vond dat ik me maar beter kon bekeren tot de boybands- en paardenscene, dan had je nog de alternatievelingen, waarmee ik een liefde voor Guns ‘n Roses deelde, maar niet voor Bullet for my Valentine.
Omdat ik ben opgegroeid in een tijd zonder overheersende tijdsgeest, waarin sociaal-economische klassen eigenlijk een taboe waren geworden en ik in principe álle kanten op kon gaan, ervoer ik een zoektocht. Naar wie ik ben, naar wat ik wil, naar wat ik het leukst vind om te doen. Al zo jong waren er keuzes waren om gemaakt te worden, die ik het liefst zoveel mogelijk uit de weg ging. Die maakten me tot wie ik nu ben. Maar wie ik nu ben kan nog volop veranderen. Gelukkig heb ik genoeg vrienden om me heen kunnen verzamelen die soortgelijk zijn, denken zoals ik denk en de wereld zien zoals ik haar zie. De tijdsgeest heeft niet alleen tot verrijking geleid, maar ook tot verwarring. En dat is hetgeen dat mij aan het schrijven zette.
“Misschien is het wel wat voor je eigen blog, óf voor het NRC.” – Mijn oud-hoofdredactrice
Door te gaan schrijven ben ik al zoveel meer over mijzelf te weten gekomen, al is dat al met al een verwarrend proces an sich geweest. Mijn schrijven begon bij een rebels tienermedium, dat vandaag de dag niet meer bestaat, waarin de richtlijn was zo brutaal en over-de-top mogelijk te zijn. Vervolgens kwam ik terecht bij het nette Scholieren.com, waar ik constant de kanttekening kreeg dat ‘mijn stukken ook leesbaar moeten zijn voor 1vmbo’ers.’ – Zoals 7Days zijn best deed om iedere leeftijd te vermaken, hield Ondertussen.nl gespannen het aantal clicks in de gaten. En nu heb ik de kans gekregen om het medium te vormen waar niet alleen mijn leeftijdsgenoten nog mee opgroeien, maar ook een stukje van de generatie na ons.
Misschien kan je uit dit stuk opmaken dat onze generatie geen generatie is. Ik vat het liever op als de eerste, echte, vrije generatie. Alles lijkt mogelijk te zijn voor ons, dat maakt dingen moeilijk, maar kan ook tot toffe resultaten leiden. Bijvoorbeeld tot een zeventienjarige die hoofdredactrice wordt van een goedgelezen jongerenmedium. Het idee dat ik een muzieksmaak kan hebben waarin zowel Bob Dylan, Marina and the Diamonds als Pink Floyd een plek verdienen en dat ik zowel The Times Literature als NRC.next kan lezen. Het idee dat ik de vrijheid had om als veertienjarige uit de Biblebelt de stadslucht van Amsterdam in te ademen, gevolgd door een openstaande deur met volwassenen die het werk dat ik doe waarderen.
Mijn werk zie ik dan ook als meer dan alleen stukjes schrijven en een groep jongeren coördineren. Ik probeer, op mijn jonge en onwetende manier, een nieuwe generatie te mobiliseren. Ze te enthousiasmeren om de mogelijkheden te zien van de tijd waar ze in leven. Zelfs als zogenaamd rolmodel loop ik nog dagelijks tegen complicaties op, maar dat is dan ook de hele clue: fouten zijn er om gemaakt te worden, als je maar ziet wat er nog meer mogelijk is. Er zijn vrienden te maken door het hele land, er zijn zoveel manieren om met jouw talent aan de slag te gaan en om, of je nu vijftien of vijfentwintig bent, jouw stem te laten horen. Wellicht klinkt dit vrij propaganderend, maar deze uitspraak stamt juist uit het idealisme dat ik heb gewonnen uit alle mogelijkheden en kansen die er voor mij waren, als een tienermeisje met een beetje schrijftalent.