Een CO2-budget waarbij iedere Nederlander per jaar een maximale hoeveelheid broeikasgas mag uitstoten. Een goed idee? Waarom vinden politici een sluitende begroting zo belangrijk? Het is een virtuele werkelijkheid: cijfers op papier, vergezeld van bla bla in de Kamer en media. Het antwoord is eenvoudig: omdat budgetoverschrijdingen consequenties hebben. Er zijn afspraken gemaakt met Brussel en de financiële grootmachten die ons geld lenen (banken of pensioenfondsen die staatsobligaties kopen) zullen zich van ons afkeren. Je kunt, kortom, niet straffeloos geld over de balk gooien.
Dat kan wel met CO2. Niemand beboet je als je vijf keer per jaar naar Curaçao vliegt of thuis met de ramen open stookt. Er zijn CO2-heffingen maar als je die keurig betaalt is er niets aan de hand. Alsof je in het verkeer elk snelheidsgebod negeert met de verklaring dat je de bekeuring altijd zonder morren en op tijd betaalt.
Stel dat elke Nederlander een CO2-budget krijgt. Overschrijding heeft consequenties. Niet alleen boetes, maar ook uitsluiting: als je budget op is, krijg je gewoon niet meer. Je behoudt keuzevrijheid, net zoals de minister van Financiën zich niet bemoeit hoe zijn collega ministers hun budget besteden, zolang ze maar niet meer uitgeven dan ze is toebedeeld. U boekt bijvoorbeeld voor de tweede keer dit jaar een vliegreis naar Curaçao, en voordat u kunt betalen krijgt u de mededeling: ‘U kunt deze reis niet boeken: uw CO2-budget is overschreden.’ Vervolgens worden alternatieven aangereikt. ‘Stel uw reis een jaar uit. Of overweeg te reizen met een zeilboot.’
Kees den Blanken, voorzitter van COGEN, een belangenverenging voor warmtekrachtkopppeling (zoals het benutten van restwarmte uit zware industrie), deed een tijdje terug een soortgelijk voorstel. Den Blanken adviseert mee in de SER over het toekomstig energiebeleid van Nederland, werkte eerder bij adviesbureau McKinsey en Phillips en was directielid van Nuon. In een essay dat webzine p-plus.nl publiceerde, schrijft hij: ‘Geef de inwoners van Nederland een persoonlijk CO2-budget en laat hen afruil maken tussen het aantal kamers dat ze in huis verwarmen, het aantal kilometers verplaatsing per jaar, etc.’ Om zuinig gebruik extra te stimuleren, komt er een efficiëntie-eis (‘max. 350 gram CO2 per kWh’) die jaarlijks bijvoorbeeld twee procent omlaag gaat. En uiteraard is er politieke moed nodig, zoals elke duurzaamheidsdenker bepleit: ‘Trek je niet teveel aan van de consequenties, maar communiceer nog ergere alternatieven.’
Zal het werken? Is het mogelijk om mensen die veel vlees eten te dwingen de thermostaat een paar graden lager te zetten om hun CO2-budget te sparen? In Groot-Brittannië heeft het voorstel voor een CO2-budget een vroege dood gestorven. De benodigde bureaucratie, het sanctieapparaat en vooral de vergaande invloed in onze persoonlijke levenssfeer zou elke Sovjet-apparatsjik doen watertanden. Den Blanken is zich van deze problemen bewust. ‘Het gaan me dan ook meer om de denklijn’, zegt Den Blanken in P-plus. Zijn essay is vooral een vurig pleidooi voor een holistische aanpak van ‘heeldoeners’ in plaats van ‘deeldenkers’ die onderling kibbelen over deeloplossingen. ‘Maak ons heeldoeners, door een top down-kader voor verandering van ons gedrag, economie, regulering en techniek voor energie en om water te maken. Maak het Groot. Groots. Meeslepend. Een nieuwe lifestyle. (…) Radicaal vernieuwd.’
Groots en meeslepend is het zeker. Maar even krachteloos als een bandeloze minister van Financiën.
Ook Evert moet eten. Neem daarom nu een abonnement op zijn kanaal bij TPO Magazine.