“Het brengen van nieuws, wat toch wel de essentie is van de journalistiek, wordt door sommigen als moreel minderwaardig beschouwd. Deze houding zou het label ‘moreel verantwoord’ kunnen krijgen, maar zou tegelijkertijd ook als enigszins paternalistisch en achterhaald gezien kunnen worden. We leven niet meer in een tijd waarin de media als enige toegang hebben tot informatie. In een land als Nederland, waarin zowel burgers als media dankbaar kunnen zijn voor het feit dat er relatief weinig censuur vanuit de overheid bestaat, is het op z’n zachtst gezegd opmerkelijk dat de journalistiek op deze manier aan zelfcensuur doet. Wanneer de lokale overheid na bevraging open wil zijn over een ontrafeld nieuwsfeit, dan kunnen wij niet anders dan onze functie als journalist uitoefenen en de burger daarover inlichten. Ook als freelance journalist.”
Waarheden. Waarheden. En niets dan waarheden. Helaas is het tegenwoordig doodnormaal in de Nederlandse journalistiek om niet langer aan waarheden te doen. Uit schaamte, angst of politieke correctheid, een ander woord voor ‘moreel verantwoord’. Op De Nieuwe Reporter.
“Ik vertelde hem dat ik niet zo bang ben en dat ik niet denk dat er vandaag of morgen een analfabete oranje meute schaatsfanaten voor mijn deur staat te krijsen. Daarbij weet niemand waar ik woon. Toen vroeg mijn vriend voor welke krant ik ook alweer schreef. ‘NRC’, lachte ik, ‘een liberale kwaliteitskrant die heel voorzichtig omspringt met de privacy van kwetsbare individuen. Vraag maar aan Benno L.'”
Youp van t hek legt uit hoe het zit met die waarheden en morele verantwoording in zijn eigen “liberale” “kwaliteits”-courant NRC Handelsblad.
“Volledige openheid is echter nog ver weg, bewijzen noodkreten op Refoweb. ‘Mijn leven voelt aan als een puinhoop’, schrijft een lesbische vrouw (25). ‘Ik kan mijn geaardheid niet accepteren, want het komt niet overeen met mijn geloof. Er zijn periodes dat het redelijk met me gaat, maar zodra ik gevoelens krijg voor een vrouw is het weer een puinhoop; mijn geloof komt op een laag pitje te staan en ik voel me erg beroerd. (…) Naast het feit dat dit natuurlijk een gevoelig onderwerp is, heb ik ook nog een erg gesloten karakter, dus eigenlijk zie ik de stap naar de professionele hulpverlening niet zitten.’ Het is de tweestrijd waar vele orthodox-christelijke homo’s en lesbiennes in zitten. Aan de ene kant hun gevoel, aan de andere kant het kerkelijke standpunt, dat verbiedt iets met hun gevoelens te doen. Het aloude standpunt dat je wel homo mag zijn, maar er niet naar mag leven, wordt breed gedragen in de gereformeerde gezindte. ‘Een andere benadering zou in het bevindelijk gereformeerde deel absoluut geen voet aan de grond krijgen’, verzekert Hoek. Om die reden kunnen reformatorische homo’s ook niet terugvallen op andere christelijke homo-organisaties als Contrario. Die laat leden de ruimte een eigen standpunt in te nemen op het gebied van bijvoorbeeld relaties tussen mensen van hetzelfde geslacht.”
Homoseksualiteit in de refokerk: Gods schepping heeft in sommige kerken nog een lange weg af te leggen. In het Nederlands Dagblad.
“Roemer gaf aan dat hij de afgelopen weken ‘knap misselijk’ werd van alle Haagse ‘spelletjes’ waardoor het Binnenhof volgens hem een slangenkuil is geworden. ‘De bevolking voorliegen, de Tweede Kamer verkeerd informeren, van kletspraatjes staatsgeheim maken: alles lijkt geoorloofd.'”
Emile Roemer vertelt de volksmassa’s tijdens het SP-congres wat de ware aarde van democratie is. Via het ANP.
“Afgelopen zomer was ik een maand te gast in het Roland Holsthuis in Bergen, het schrijvershuis voor auteurs en vertalers. Schrijvers schrijven daar aan hun eigen werk maar ze pennen ook graag wat in het gastenboek, en dat lezen andere schrijvers dan weer. Ik las er een stukje in van de Tilburgse schrijver A.H.J. (Anton) Dautzenberg die er kennelijk ook had gebivakkeerd. Niks bijzonders, hij waarschuwde (zoals wel meer schrijvers hun opvolgers over allerhande zaken tippen) voor de molen in de buurt waar het kennelijk niet pluis is: “Blijf daar weg! Die molen deugt niet.” Ik nam het voor kennisgeving aan. Opmerkelijker was de bijdrage van zijn opvolger, Joubert Pignon die bij aankomst in het Roland Holsthuis merkte dat het al bezet was: “In de slaapkamer lagen vier mensen, twee volwassenen, twee kinderen. Een hond op het voeteneind. Ik kon de hond vanuit de deuropening ruiken.” Het stelletje Oost-Europeanen beweerde dat ze het huis hadden gehuurd van ene Dautzenburg en dat hij weg moest gaan. Pas nadat Pignon 300 euro in het dorp gepind en aan hen overhandigd had vertrokken ze. Pignon meldde de illegale onderhuur aan de stichting die het huis verhuurt, in de hoop zijn geld terug te krijgen. Aanvankelijk trapte ik erin.”
Rob Schouten vertelt in Trouw over zijn eerste kennismaking met auteur Anton Dautzenberg. Zoals altijd was die kennismaking erg aangenaam.
“Zwitserland heeft helemaal geen quota nodig om het aantal immigranten te verminderen. Als het land de belastingtarieven voor buitenlandse bedrijven een beetje verhoogt, komen er vanzelf minder immigranten. […] Steunbetuigingen aan de Zwitsers zijn misplaatst. Dit gaat niet over democratie of zelfs immigratie, maar over geldzucht. Zwitserland wil de voordelen van globalisering, maar niet de nadelen. Als ‘straf’ sloot de EU Zwitserland uit van Erasmusuitwisselingen. Kan Brussel geen passender antwoord vinden? Uitsluiting van de moeder-dochterrichtlijn, bijvoorbeeld? Steunbetuigingen aan de Zwitsers zijn misplaatst. Dit gaat niet over democratie of zelfs immigratie, maar over geldzucht. Zwitserland wil de voordelen van globalisering, maar niet de nadelen.”
Caroline de Gruyter heeft in elk geval verstand van ‘moreel verantwoord’ de waarheid niet willen beschrijven. Want heus: dat referendum in Zwitserland had helemaal niets te maken met democratie hoor! En bovendien is belastingverhoging de panacee voor alle problematiek op aarde. Ach, ‘moreel verantwoord’ en ‘liberale kwaliteitscourant’, op de een of andere manier zijn die innig met elkaar verbonden. Raar. In NRC Handelsblad dus.
“Eigenlijk wist ik het ook niet meer. We hadden de multiculturele deken afgeworpen, heel bevrijdend voelde dat, maar als je het debat een beetje volgde, de stemmen op internet, begon je langzaam te vrezen dat het helemaal geen verstikkende deken was die over onze woorden lag, maar beschaving.”
De Volkskrant is ook een “kwaliteitscourant”. De columnisten van deze krant behoren bij Goed Volk. En Goed Volk weet uiteraard exact waar beschaving begint en eindigt: die begint bij Goed Volk in papieren couranten en eindigt bij ‘de stemmen op internet’. Peter Middendorp is zo’n columnist. Zou het een verkapte maar moreel ware sollicitatie zijn voor een columnpositie in die ‘liberale’ kwaliteitscourant?