Amerikaanse psychologen van ‘The New School’ toonden onlangs aan dat het lezen van literatuur bevorderlijk is voor het empathisch vermogen. Ik wantrouw dit soort onderzoeken, omdat het omgekeerde vaak evengoed waar is: mensen met veel empathie lezen waarschijnlijk vaker literatuur. Maar helemaal onzin is het niet. Pas verscheen een nieuwe vertaling van De idioot (1869) van Fjodor Dostojevski. Dit klassieke boek leert in ieder geval meer over de mens dan alle onderzoek van ‘The New School’.
Dat Dostojevski dit boek kon schijven mag een wonder heten. Kritiek op de tsaar kwam hem te staan op jarenlange dwangarbeid in Siberië en verbanning naar de woestijn van Kazachstan. Na zijn vrijlating was zijn lichaam kapot. Zijn vrouw overleed en hij raakte verslaafd aan de roulette. Een wurgcontract dwong hem in korte tijd meerdere boeken te schrijven. Dat leidde tot de grootse romans Misdaad en straf (1866), De speler (1867) en De idioot (1869). Dostojevski:
‘Er zijn van die mensen over wie het heel moeilijk is iets zodanig te zeggen dat je meteen een compleet beeld van hen krijgt, een beeld dat hen direct typeert en karakteriseert … In hun romans en verhalen proberen schrijvers vaak allerlei maatschappelijke types te nemen en deze zo levendig en artistiek mogelijk neer te zetten, types die men in de werkelijkheid in die vorm maar zelden aantreft doch die desalniettemin realistischer zijn dan de realiteit.’
De idioot in dit boek is vorst Mysjkin, de laatste telg uit een oud Russisch adellijk geslacht, die zijn jeugd heeft doorgebracht in Zwitserland, waar hij werd behandeld voor de vallende ziekte. Na zijn terugkeer in Rusland mengt hij zich in de hoge sociale kringen, die leven volgens strakke sociale codes. De vorst wordt verliefd op de goede generaalsdochter Aglája, maar nog meer op de schone maîtresse Nastásja, wiens kwade geest hem vervult met een onverklaarbaar liefde.
Romans worden wel eens ‘fictie’ genoemd, maar dit is geheel onterecht. Literatuur beschrijft altijd de werkelijkheid, maar in een andere taal, met andere beelden. Dostojevski beschrijft ‘maatschappelijke types’, mensen die je in het dagelijks leven niet zult tegenkomen, maar die toch ‘realistischer’ zijn, omdat ze ons meer vertellen over de ‘menselijke drijfveren’, die ‘meestal onvergelijkelijk veel ingewikkelder en minder voorspelbaar zijn dan wij gewoonlijk denken, en zich zelden helder onder woorden laten brengen.’
De romans van Dostojevski zijn geschreven in een romantische stijl, met ellenlange gesprekken, over diepe gevoelens, waarin niet direct lijn of richting zijn te herkennen. Maar doordat al die romanfiguren voortdurend het licht over elkaar laten schijnen, schijnen ze ook steeds een nieuw licht op elkaar. Daardoor komen deze romanfiguren tot leven en worden ze tot ‘echte’ mensen, wiens goedheid altijd minder goed blijkt dan je dacht en wiens kwade handelen altijd is te verklaren.
De idioot geldt als het meest autobiografische boek van Dostojevski, vorst Mysjkin is in veel opzichten diens alter ego. Daardoor gaat de schrijver ook de discussie aan met zichzelf. Als Mysjkin een veroordeling uitspreekt over de ziekelijke en nerveuze jongeman Hyppolite, die liberale Europese waarden representeert, geeft Aglája hem de wind van voren, omdat zij het grof vindt te oordelen over een mensenziel: ‘U kent geen tederheid: alleen maar waarheid, en dat is onrechtvaardig.’
De getekende schrijver schetst een ontluisterend beeld van de mens. Vorst Mysjkin raakt verstrikt in zijn eigen gevoelens, in zijn verliefdheid voor Aglája en zijn verlangen naar Nastásja. Het lukt hem niet te houden van het goede, maar hij kan ook geen huwelijk sluiten met het kwaad. Goed en kwaad zijn abstracties, stelt opnieuw de wijze Aglája: ‘Wie een abstracte liefde voor de mensheid voelt, houdt bijna altijd alleen van zichzelf.’
Na De idioot schreef Dostojevski nog een aantal grote romans, waaronder De eeuwige echtgenoot (1870), Boze Geesten (1872) en De gebroeders Karamazow (1881). Zijn boeken worden nog steeds graag gelezen door schrijvers, maar helaas steeds minder door lezers. Daarom ben ik blij dat uitgeverij Van Oorschot klassieke Russische romans in het Nederlands blijft uitgeven – in de ‘Russische bibliotheek’. Goedkoop is deze literatuur niet, maar wel beter dan elk zelfhulpboek.
Ronald van Raak is Tweede Kamerlid voor de SP. Van Raak schreef eerder op ThePostOnline over Nikolaj Gogol en ‘Het roekeloze Rusland’.