Vorige week maakten we al een tussenbalans, maar vandaag kunnen we de eindbalans opmaken van het verdiende ‘prijzengeld’ van de meest succesvolle Olympische Nederlandse equipe aller tijden. Loopt dat in de miljoenen? Zeker niet. In totaal keerde het NOS*NSF 562.500 euro uit aan de 15 verschillende medaillewinnaars, en daar gaat de belasting nog vanaf.
Voor wie het rekensommetje de vorige keer gemist heeft: Sporters krijgen voor een gouden medaille 30.000 euro, voor zilver 22.500 en voor brons 15.000. Maar alleen voor de eerste (en hoogste) medaille wordt het volle pond betaald. De tweede medaille levert tweederde van het vastgestelde bedrag op, en alle medailles daarna eenderde. Uiteraard wordt de hoogste medaille altijd gerekend als de eerste medaille, en ontvangt de sporter daar in ieder geval het volle bedrag voor.
Ireen Wüst won vijf medailles waarvan 3 gouden, waarmee ze absolute grootverdiener van deze ploeg was. Ze schaatste 72.500 euro bij elkaar. Daarna volgen Sven Kramer en Jorien ter Mors met respectievelijk 57.500 en 50.000 euro.
Waar we vorige keer de vergelijking maakten met het salaris van Robin van Persie, laten we nu de topsporters zelf spreken: atleet Mike van Kruchten meent dat we niet moeten zeuren over de te lage bonussen: verschil hou je toch. Judoka Henk Grol stelt vandaag in een open brief aan Mark Rutte in het AD dat de beloning vanuit de overheid te laag is:
‘Laatst werd ik door een judoka uit Canada recht in mijn gezicht uitgelachen toen ik hem vertelde dat we in Nederland belasting moeten betalen over prestatiebonussen.’