Hoe moeten we de huidige economische crisis oplossen? Volgens Marcel Canoy, hoofdeconoom van Ecorys onderzoek en consultancy, hoogleraar zorgeconomie aan Tilburg University, columnist van het Financieele Dagblad en enthousiast twitteraar (daar kennen we elkaar van), is het debat hierover vastgelopen. Cijferfetisjisten en cynici staan onverzoenlijk tegenover elkaar. De cijferfetisjisten zien economie alleen in getallen en tabellen waardoor ze de menselijke maat vaak uit het oog verliezen. De cynici daarentegen bekijken alles negatief en passief: bankiers zijn zakkenvullers, Grieken zijn lui en we moeten gewoon wachten totdat de crisis – misschien – overwaait.
Canoy probeert de vastgelopen discussie weer in beweging te krijgen en komt daarom met de ‘Triple A-econoom’. Dit is een knipoog naar de rating agencies die de kredietwaardigheid van banken, pensioenfondsen en landen beoordelen. Natuurlijk maakt de Triple A-econoom ook gebruik van cijfers en modellen, maar hij kijkt verder. In andere wetenschappen, zoals filosofie en geschiedenis, is ook veel wijsheid te vinden. Canoy gaat te rade bij drie westerse denkers die verstandige dingen hebben gezegd over het menselijk verkeer: de Griekse filosoof Aristoteles, de Middeleeuwse filosoof en theoloog Thomas van Aquino en de vader van het kapitalisme Adam Smith. Om die reden kunnen simpele alfa’s als ik het boek ook begrijpen.
In De Triple A-econoom komen veel onderwerpen aan bod die hot zijn: de bankierbonussen, de pensioenfondsen, de hypotheekrenteaftrek, de problemen in het onderwijs en de zorg, de immigratie en Europa. Canoy benadert deze zaken nuchter, met een groot inlevingsgevoel voor alle standpunten, en kiest voor constructieve oplossingen. Zo pleit hij voor de invoering van een puntensysteem voor gastarbeiders zodat alleen gekwalificeerde gastarbeiders hier aan de slag kunnen. Zo’n systeem is streng maar transparant en neutraal.
Ook breekt Canoy een lans voor grey entrepreneurship om oudere werknemers meer kansen op de arbeidsmarkt te geven. Canoy is voorts voor meer overheidscontrole op banken omdat banken dankzij de overheid en belastinggeld niet zijn omgevallen. Hij vindt dat er een duidelijkere scheiding moet komen tussen consumentenbanken en zakenbanken en dat het vastgoed, waar veel wordt gespeculeerd, gescheiden moet worden van andere bancaire activiteiten.
Canoy vindt dat we ons meer moeten laten leiden door zelfreflectie en mededogen. Mensen moeten kritischer naar zichzelf kijken en meer begrip hebben voor de positie van de ander. Mededogen is wat anders dan medelijden. Bij medelijden gaat het om zielige mensen waarvoor je geen respect hebt, mensen die hulpeloos zijn. bij mededogen gaat het erom dat je mensen die gefaald hebben, al dan niet door hun eigen schuld, een tweede kans gunt. Als je failliet gaat of ontslagen wordt betekent dat niet dat je als mens bent mislukt. Hij kiest de gulden middenweg tussen socialisme en kapitalisme. Hij wil dat de economie gestimuleerd wordt zonder dat kwetsbare groepen hiervan erg de dupe worden. Hij is tegen het pamperen en nathouden ten koste van zelfredzaamheid en het nemen van nieuwe initiatieven, maar wil ook niet dat grote groepen mensen die de ratrace niet kunnen bijhouden werkloos aan de kant komen te staan.
Het boek van Canoy is een must voor iedereen die een beetje genuanceerd een mening probeert te vormen over de economische crisis en hoe deze opgelost moet worden. De Triple A-econoom is toegankelijk en nuchter. Het is daarom een stuk beter te verteren dan een onbegrijpelijke analyse met veel ingewikkelde grafieken en tabellen of een populistisch pamflet dat we uit de Europese Unie moeten stappen. De Triple A-econoom is daarnaast ook humoristisch. Elk thema begint met een alleraardigste dialoog tussen Uil en Vos uit het dierenbos. Het dierenbos staat model voor Nederland, de Leeuw is de overheid, Monomuis is Jeroen Dijsselbloem en Brutus Brulaap Geert Wilders. Deze humor, gecombineerd met de toegankelijkheid en nuchterheid van het boek zorgt ervoor dat De Triple A-econoom, ondanks de belangwekkende thema’s en de diepgang van de analyses, toch niet al te zwaar op de maag ligt.
Vos: Je ziet er ziek uit, waarde uil. Moet je niet eens naar een dokter?
Uil: Daar kom ik net vandaan! Die verdomde mier zei dat ik het nog maar eens een paar daagjes moest aanzien. En dat terwijl ik gehoopt had op een verkwikkend knaagdiertje. Daar betaal ik toch geen premie voor?
Vos: Juist wel. Wees blij dat de mier niet als een wilde baviaan medicijnen voorschrijft die toch niets oplossen. Zonder die mier was je niet gezonder geworden en was je premie ook nog hoger geweest. En de mijne ook, trouwens. Leve de mieren.
Uil: Jij hebt makkelijk praten, jij bent gezond.
Vos: Gezond of ziek, feit is dat de zorgkosten elk jaar stijgen. In de dierenzorg werken steeds meer luizen in plaats van mieren. De luizen en hun luizenkoninkjes denken alleen maar aan bedden vullen, medicijnen voorschrijven en proviand verdienen. In de mierenopleiding gaat het af en toe nog over het belang van de patiënt. De luizen denken alleen aan zichzelf. Ontluizen die zorg!
Ui: Wat houdt dat ontluizen in?
Vos: Het is beter en goedkoper te zorgen dat dieren niet ziek worden dan om ze te genezen als ze eenmaal ziek zijn. Vele eeuwen terug hadden de Chinese panda’s dit al door. Als je mieren of luizen betaalt om dieren te genezen, dan gaat de genezingsindustrie draaien. De mieren kunnen de druk van luizen onmogelijk weerstaan. Het is voor mieren onverteerbaar als luizen in draagstoelen rondrijden terwijl zij zelf moeten zwoegen voor de kost.
Uil: Hoe ga je dit dan veranderen?
Vos: Helaas is dat complex. In de zorg hangt alles met alles samen. Genezen, voorkomen, de zorg voor oudere, gehandicapte en gekke dieren. De cruciale eerste stap ligt in de mentaliteit van mieren en zieke dieren.
Uil: Mentaliteit verander je niet zomaar.
Vos: Ik wil voorkomen dat de discussie alleen maar om proviand draait. Nu klaagt iedereen dat de kosten oplopen en stelt men allerlei ondoordachte plannen voor die niets fundamenteels veranderen, maar sommige dieren onevenredig raken. Het moet precies omgekeerd. Eerst bepaald je wat voor systeem je wilt en dan verzin je hoeveel proviand je daarvoor wilt betalen. Tegelijkertijd gaat de mentaliteit van dieren geleidelijk veranderen.
Uil: Mentaliteit, daar zit de leeuw mee in zijn maag. Monomuis de boseconoom kan daar niks mee en Brutus Brulaap vindt mentaliteit een linkse hobby. Dus weigert de leeuw in actie te komen.
Vos: We moeten de leeuw vertellen dat proviand morgen best handig is, maar dat de dieren op langere termijn echt gezonder worden als de leeuw wakker wordt en niet lagere diersoorten als muizen en apen luistert.
Uil: Ik voel me meteen al wat beter.
N.a.v.: De Triple A-econoom. Voorbij cijfers en cynisme (Boom Amsterdam 2013). ISBN 9789461055422. 271 pagina’s. €24,95.